Spreekwoorden met `leeft`

Zoek

7 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `leeft`

  1. gauw is dood en langzaam leeft nog. (=iets te snel doen is niet goed)
  2. van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
  3. van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
  4. wie bang leeft, gaat ook bang dood (=je gaat zoals je geleefd hebt)
  5. wie dan leeft die dan zorgt (=geen zorg om de toekomst van anderen)
  6. wie dan leeft, wie dan zorgt (=geen zorgen maken over de toekomst)
  7. wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)

7 betekenissen bevatten `leeft`

  1. op jaren komen (=al een zekere leeftijd bereiken)
  2. tussen mal en dwaas zijn (=de bakvisleeftijd hebben)
  3. het takje buigen als het nog jong is (=goede gewoonten leert men het beste op jonge leeftijd aan)
  4. een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
  5. veel stof doen opwaaien (=iets heeft grote invloed op wat er leeft bij mensen)
  6. schenking met de warme hand (=schenken terwijl men nog leeft (erfenissen))
  7. het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen (=wie in weelde leeft moet oppassen om niet op het slechte pad te raken)

50 dialectgezegden bevatten `leeft`

  1. achter ons trekn ze de liër'op (=profiteer zolang je leeft) (Kaprijks)
  2. boîmtje groît vintje doîd (=een boom leeft langer dan een mens) (Kortemarks)
  3. boîmtje groît, vintje doîd (=een boom leeft langer dan een mens) (Lichtervelds)
  4. daaj trékket nimei lang (=zij leeft niet meer lang) (Bilzers)
  5. Dae sónger leefdje laeftj heet veul kans óm sónger hoop te sterve! (=Die zonder liefde leeft heeft veel kans om zonder hoop te sterven!) (Kinroois)
  6. dan jeuk'n heur de kuuz'n al niet meer (=dat duurt nog zo lang, dan leeft ze al niet meer) (Westerkwartiers)
  7. Dat is mich eine boed wo dae in woont. (=Hij leeft in een armzalige bedoening.) (Gelaens (Geleens))
  8. de peiringë èn zë graof goën nog këpot van ermoej (=hij leeft als een gierige en zal ook zo sterven) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dich laefs ziëker vande hiemelse doj (=jij leeft zeker van lucht) (Bilzers)
  10. die ´t laangst leeft krigt toch alles (=geniet maar van het geld dat je hebt) (Westerkwartiers)
  11. Die 't breeëd èt, lat et breeëd ang'n (=Wie goed bij kas zit, leeft royaal.) (Veurns)
  12. Die eet uit een korf zonder zorg ! (=Hij / zij leeft zorgeloos) (Utrechts)
  13. die kirrel leeft heul'ndaal trugtrokk'n (=die man leeft helemaal in z'n eentje) (Westerkwartiers)
  14. die teert op zien vet (=die leeft van zijn spaargeld) (Westerkwartiers)
  15. die wiet van veur'n niet dat'er van achter'n leeft (=die is dom!!) (Westerkwartiers)
  16. doine iej giene noogel vei on ze gat te krabbe (=iemand die in armoede leeft) (leuvens)
  17. droait em omme, der goa gin rotten frang uitvoal! (=van iemand die boven zijn stand leeft) (Iepers)
  18. een zuver geweet'n is 't beste kopkuzz'n (=wie eerlijk leeft kan rustig slapen) (Westerkwartiers)
  19. Eine dae neet sturftj dae laeftj 't langste! (=Iemand die niet sterft die leeft het langste!) (Kinroois)
  20. Eine dae niks duit, duit ouch niks verkieërdj. Mer al laeftj 'r lang...dae kriegtj ouch niks gelieërdj! (=Iemand die niets doet, doet ook niets verkeerd. Maar al leeft hij lang...die krijgt ook niets geleerd!) (Kinroois)
  21. Ga.w is ân de schiet gestörve; langsaam lèèft nog (=Haast je langzaam) (Genneps)
  22. ge wit va veur'n nie da ge vanachter leeft (=je bent chaotisch bezig) (Wichels)
  23. goje mood is half taergeldj (=je leeft langer met een goed gemoed (taergeldj = leefgeld)) (Heitsers)
  24. hae trék van de gemeinte (=hij leeft van de openbare onderstand (ocmw)) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. hij 's nog leemteg (=hij leeft nog) (Westerkwartiers)
  26. hij heb hem een end uit z'n broek hange (=hij leeft royaal) (Rotterdams)
  27. hij het 'n kop woar d'r noar leeft (=hij laat zich niet van de wijs brengen) (Westerkwartiers)
  28. hij het 'n te grode broek aan (=hij leeft op te grote voet) (Westerkwartiers)
  29. hij leeft op 'e schop en 'e bonk (=hij profiteert van een ander) (Westerkwartiers)
  30. hij leeft op de schop en de bonk (=hij leeft van de bedeling) (Westerkwartiers)
  31. hij leeft op te grode voet (=hij geeft meer geld uit dat dat kan) (Westerkwartiers)
  32. hij stoort zich aan God noch gebod (=hij leeft er maar op los) (Westerkwartiers)
  33. hij teert op zien vet (=hij leeft van zijn reserves) (Westerkwartiers)
  34. hij weet vanviuërn nie dat-ij vanachter leeft (=verstrooid zijn) (Kaprijks)
  35. Ie moet je niet eerder oettrekken dan aj hen berre gaot. (=Geef niet alles weg als je nog leeft) (Drents)
  36. iemes de stroeët taupitse (=niet kunnen verdragen dat een ander ook leeft) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. ien 'e ruumte is wel te weez'n (=het leeft prettig als men voldoende ruimte heeft) (Westerkwartiers)
  38. ij / zij en weet van veuren nie dattij / dazze van achteren leeft (=zich van niet veel bewust (meer) zijn) (Zottegems)
  39. ij weet van achter nie dat ij van veure leeft (=Een domme persoon) (Lokers)
  40. ij weet vaveurn nie dattij vannagter leeft (=emotieloos iemand) (Brakels)
  41. is an den dis (=leeft van het OCMW) (Veurns)
  42. je leeft lik God in Frankryk (=hij leidt een zorgeloos leven) (Lichtervelds)
  43. Je leeft lui en slecht, en armoedig. 1) Achteloos 2) Armoedig 3) Bestiaal 4) Canailleus 5) Gemeen 6) Godslasterlijk 7) Lichtzinnig 8) Losbandig 9) Ongebonden 10) Ongegeneerd 11) Ontuchtig 12) Onzedelijk 13) Pervers 14) Ploertachtig 15) Schandelijk 16) Slordig 17) Verdorven 18) Verzwijnd 19) Zedeloos 20) Zedenloos 21) Zwijnachtig (=je bin te lui en te liederlijk) (Utrechts)
  44. je schyt oîgre dan da ze gat staot (=hij leeft boven zijn stand) (Kortemarks)
  45. je schyt oîgre dan da ze gat stoat (=hij leeft boven zijn stand) (Lichtervelds)
  46. je teîrt up ze geld (=hij leeft van zijn renten) (Kortemarks)
  47. jee gièènen noagle voer an ze gat te schartn (=hij leeft in armoede) (Lichtervelds)
  48. jit uut mn andn (=hij leeft op mijn kosten) (Kortemarks)
  49. jit uut myn andn (=hij leeft op mijn kosten) (Lichtervelds)
  50. nog ne koje naach (=die leeft niet meer lang (hoest) ) (Bilzers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen