Spreekwoorden met `langzaam`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `langzaam`

  1. die molen maalt langzaam (=dat gaat traag)
  2. gauw is dood en langzaam leeft nog. (=iets te snel doen is niet goed)
  3. haast je langzaam (=doe het zo snel mogelijk, maar niet sneller (uit het Latijn: Festina lente))
  4. langzaam aan, dan breekt het lijntje niet (=je kunt beter rustig doorwerken, dan kan er het minste fout gaat)

10 betekenissen bevatten `langzaam`

  1. piano aan gaan (=heel rustig en langzaam gaan)
  2. een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
  3. uitgaan als een nachtkaars (=langzaam doven, sterven)
  4. aan de beterende hand zijn (=langzaam genezen, herstellen)
  5. met horten en stoten (=langzaamaan, met veel onderbrekingen)
  6. een rak in de wind (=met veel werk langzaam vooruit komen (een lang recht stuk tegenwind zeilen))
  7. op z`n dooie akkertje (=op zijn gemak, heel rustig, heel langzaam)
  8. een ziekte komt te paard en gaat te voet. (=snel ziek worden, maar langzaam genezen)
  9. op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
  10. op je elfendertigst (=uiterst langzaam)

40 dialectgezegden bevatten `langzaam`

  1. at hi-j nog langzamer lup, luppe achteruut (=Hij loopt langzaam) (Achterhoeks)
  2. da gaat as dikke stront deur un nauwe trechter (=dat gaat langzaam) (Harlingers)
  3. dae is zoeë traog wie dieke stróntj in eine trechter (=hij is heel langzaam) (Heitsers)
  4. das ne prutsër aoënt aete (=hij is langzaam met eten) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. dat gijt op zien elv'mderdigst (=dat gaat heel langzaam) (Westerkwartiers)
  6. dat koem zau van de lange berg (=dat kwam er langzaam uit !) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. dat kump zau van ne lange mêrt (=dat gaat langzaam en met veel aarzeling) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. de cent'n drubbel'n binn'n (=het geld komt langzaam binnen) (Westerkwartiers)
  9. de knabbels mèt zen heil gezich (=knabbel langzaam en met je mond dicht) (Munsterbilzen - Minsters)
  10. det kumtj langzaam, krek wie bie eine os de mèlk; alle zeve jaor eine dröppel (=het gaat heel erg langzaam) (Heitsers)
  11. dich hëbs slapvieët (=je bent zo langzaam) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. Die kruult bi'j de diek (=Een langzaam iemand) (Giethoorns)
  13. Ga.w is ân de schiet gestörve; langsaam lèèft nog (=Haast je langzaam) (Genneps)
  14. Het gaat als dikkuh stront teguh un steile helling op (=Het gaat langzaam) (Rotterdams)
  15. Hi'j kruult bi'j de diek (=Fietst heel langzaam) (Giethoorns)
  16. Hij is wa laansem op de huuk (=Hij is wat langzaam op de hoeken) (Hamonter)
  17. Hij isso vlug as dikke stront (=Een langzaam iemand) (Rotterdams)
  18. Hij/zij/het is zo traag als dikke stront! (=Hij / zij / het is erg langzaam) (Utrechts)
  19. iemëd lansëm bautëwinkëlë (=iemand langzaam buitenwerken) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. lang zuk aan hebben (=langzaam zijn) (Sevenums)
  21. Langksaam kalle en snel dinke, heet al veul vrintjsjap doon blinke! (=langzaam praten en snel denken, heeft reeds veel vriendschappen bezegeld.) (Kinroois)
  22. mé een bietje seffes (=langzaam aan) (Antwerps)
  23. nen trègen apostel (=een traag iemand, langzaam persoon) (Meers)
  24. op ze doezendste gemaok (=langzaam aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. op ze grutste gemaok (=heel langzaam) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. Op zien elvendattegst. (=Op zijn gemak, uitermate langzaam en omslachtig.) (Aaltens)
  27. pianekies (=zachtjes aan, langzaam aan...) (Waregems)
  28. Sloege su oek maar foor de tied was hy doad (=over een zeer langzaam iemand) (Leewarders)
  29. stillëkës aon (=langzaam aan) (Munsterbilzen - Minsters)
  30. stjeirten (=ergens langzaam naartoe gaan) (Sint-Niklaas)
  31. su traag as dikke stront in een trechter (=heel langzaam) (Leewarders)
  32. traach as dikke stront (=erg langzaam) (Fries)
  33. treuzelen (=iets langzaam doen (aarzelen) ) (Sint-Niklaas)
  34. van lieverlede (=langzaam maar zeker) (Westerkwartiers)
  35. van lieverlee wordt ' t duuster (=langzaam maar zeker wordt het donker) (Westerkwartiers)
  36. wërke deeter goed, mèr hae pis te lang (=hij werkt goed, maar is langzaam) (Bilzers)
  37. zietekes aon (=langzaam aan) (Bilzers)
  38. zo drao as dikken stront, zo trage as dikke stront (=heel erg langzaam) (Achterhoeks)
  39. Zo traag / droa as dikke stront teeng de bult op (=Erg langzaam) (Epers)
  40. zo trage as dikke stront deur un trechter (=super langzaam) (Achterhoeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen