10 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kan niet`
- daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
- de boog kan niet altijd gespannen zijn (=men moet zich soms ook kunnen ontspannen)
- de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
- goed bloed kan niet liegen (=een edele afkomst wordt altijd opgemerkt)
- het ene ongeluk kan niet op het andere wachten. (=ongeluk komt zelden alleen)
- het kan niet altijd kaviaar zijn (=niet elke dag is een topdag)
- je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
- je kan niet de kool en de geit sparen (=je moet keuzes maken)
- je kan niet door een muur lopen, behalve als er een deur in zit (=dingen kunnen alleen gedaan worden als er een reële kans toe is)
- wie zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen (=schade kan nooit geheel worden goedgemaakt)
4 betekenissen bevatten `kan niet`
- daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
- het is boter aan de galg gesmeerd (=het is zinloos, het kan niet helpen)
- de centen dansen hem in de zak. (=hij kan niets sparen)
- allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
50 dialectgezegden bevatten `kan niet`
- 'k ben heul'ndaal leeg (=ik kan niet meer goed nadenken) (Westerkwartiers)
- 'k Em gien oege oep me gat zenne! (=Ik kan niet alles gezien hebben!) (Mechels (BE))
- 'k em gin oejge oep ma gat! (=ik kan niet alles zien!) (Antwerps)
- 'm zit giltied te frikkeln (=hij kan niet stilzitten) (Ostêns)
- 'n zundagssteek holdt gien week (=werk op zondag uitgevoerd, kan niet lang goedblijven) (Westerkwartiers)
- 't is hier niet altied kermis (=men kan niet elke dag een feestje bouwen) (Westerkwartiers)
- 't is tiet dat uut is (=dit kan niet blijven duren) (Veurns)
- ' kè geen ogen op minne rug zulle (=ik kan niet alles zien) (Sint-Niklaas)
- ' t skop e (s) de bille of (=hij kan niet meer) (Waregems)
- ' tschaap is de preut af (=ik kan niet meer) (Hams)
- Aa ei gieë zittend gat (=Hij kan niet stilzitten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aste kèndër sjiks, kraajgste kènder taus (=je kan niet méér terugkrijgen dan je wil geven) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dâ kennie (=Dat kan niet) (Alfus)
- da's niet rendoabel (=dat kan niet uit) (Westerkwartiers)
- daaj hèt geen zittende K. (=ze kan niet stilzitten) (Munsterbilzen - Minsters)
- daaj kanner ee nie kwijt (=ze kan niet doen wat ze wil) (Munsterbilzen - Minsters)
- daddistureen mee jun gat indur aand (=zij kan niet met geld omgaan) (Oudenbosch)
- dae haet gein zittendje vot (=hij kan niet stil blijven zitten) (Heitsers)
- dae kan nie misaodë (=het kan niet anders dan dat hij de manieren heeft van zijn....) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae kintj gein bein mieër bekinne (=hij kan niet meer op z’n benen staan) (Heitsers)
- das de maks (=dat kan niet beter) (Kortemarks)
- das ën sjaun sjèttël mér doë lik niks op (=dat is een mooi wijf, maar ze kan niet eens fatsoenlijk eten bereiden) (Munsterbilzen - Minsters)
- das nen drogen apostel (=dat is een flauwerik, die kan niet lachen) (Sint-Niklaas)
- dat bent gien grappen, dat bent streken (=dat kan niet door de beugel) (Drents)
- dat gat is niet te stopp'm (=dat tekort kan niet meer aangezuiverd worden) (Westerkwartiers)
- dat ken 't daglicht niet verdroag'n (=dat kan niet door de beugel) (Westerkwartiers)
- de cent'n glied'n heur deur de vingers (=zij kan niet met geld omgaan) (Westerkwartiers)
- de cent'n groei'n mij niet op 'e rug (=ik kan niet alles zo maar kopen) (Westerkwartiers)
- de kumps pas kieke (=je bent nog klein en kan niet met de ouderen meedoen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de paute vanonder ze lijf lope (=het kan niet snel genoeg) (Bilzers)
- die kan zwiege van twelf oor toet middig (=zij kan niet zwijgen) (Heitsers)
- die lig daltit te krawietelen in 't bedden (=die kan niet stil liggen in bed) (Sint-Niklaas)
- Die smeert de Brei uit over het Tapijt (=Die kan niet met geld omgaan) (Westfries)
- Dut lekt wel een gaantje (=Dit is wel een grap, dit kan niet waar zijn) (Volendams)
- Èfkes wachte, ik kan nie hèkse! (=Wacht even, ik kan niet alles tegelijk!) (Helenaveens)
- ei es z'n muile nie méster (=hij kan niet zwijgen) (Wetters)
- ei springt erop gullèk nun bok op doaverkist (= haverkist) (=hij kan niet langer wachten om te beginnen eten) (Sint-Niklaas)
- eij ef een stemme umme cocos te kloppen (=hij kan niet zingen) (Kampers)
- ge kun ne kei 't vaal nie afstropen (=die niet heeft kan niet geven) (Sint-Niklaas)
- ge kun nog gien ei in tweeje stapmn (=jij kan niet voetballen) (Zottegems)
- geloofde gij da? (=dat kan niet waar zijn) (Oudenbosch)
- hae kan neet van kook tot broeëd kome (=hij kan niet beslissen) (Weerts)
- hej het stront in de ore (=hij kan niet goed luisteren) (Renkums)
- hij ee mieren ein zijn gat (=hij kan niet stil zitten) (Wetters)
- hij ken zien ei niet kwiet (=hij kan niet doen wat hij graag wil) (Westerkwartiers)
- hij zit in 't achtergat (=hij kan niet volgen) (Vels)
- ich hüb ook mér twei haendjes (=ik kan niet alles tegelijk doen) (Bilzers)
- Ich höb dich dèker gezeen, mer ich kèn neet op dich komme (=Ik heb je vaker gezien, maar ik kan niet op je naam komen.) (Gelaens (Geleens))
- ich ken neet meer zonjer dich (=kan niet meer zonder jou) (Limburgs)
- ich zek mer zoe, ut kint neet altied denhoale zien (heuvellands) (=ik zeg maar zo, het kan niet altijd denhalen zijn) (Eesjdens)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen