Spreekwoorden met `jezelf`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `jezelf`

  1. jezelf in acht nemen (=jezelf verzorgen)
  2. jezelf op de borst slaan (=duidelijk aan de omgeving laten weten dat men ergens bijzonder trots op is)
  3. jezelf tegenkomen (=geconfronteerd worden met de gevolgen van je eigen acties.)
  4. krom jezelf als je door de wereld wilt komen (=je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken)

17 betekenissen bevatten `jezelf`

  1. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  2. zin noch wit hebben (=buiten jezelf zijn van woede)
  3. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  4. het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
  5. met een baksteen in de maag geboren worden (=graag een huis willen hebben dat van jezelf is, dat je eigendom is)
  6. wie zijn eigen tuintje wiedt, ziet het onkruid van een ander niet (=het is beter om energie te steken in het verbeteren van jezelf, dan in het bekritiseren van anderen)
  7. in zijn vuistje lachen (=in jezelf ergens plezier hebben / Op ietwat stiekeme wijze ergens voordeel van hebben)
  8. wie zichzelf bewaart, bewaart geen rotte appel (=je moet voorzichtig omgaan met jezelf, want het is niet vervangbaar)
  9. je in de vingers snijden (=jezelf (onbedoeld) benadelen)
  10. je in de eigen voet schieten (=jezelf benadelen)
  11. met twee monden praten (=jezelf tegenspreken in verschillende situaties, niet eerlijk zijn)
  12. jezelf in acht nemen (=jezelf verzorgen)
  13. je wel voor de kop kunnen slaan (=kwaad zijn op jezelf over het feit dat men ergens niet aan gedacht heeft)
  14. iets door het oog van de schaar halen (=materiaal van op het werk voor jezelf houden / jezelf oneerlijk zaken toe-eigenen)
  15. een ridder van het lui paard zijn (=steeds smoesjes verzinnen en de schuld buiten jezelf leggen)
  16. je eigen stoep vegen. (=voor jezelf opkomen.)
  17. op eigen benen staan (=voor jezelf zorgen; geen hulp nodig hebben)

50 dialectgezegden bevatten `jezelf`

  1. 'n wit voedje hoal'n (=jezelf bij iemand ophemelen) (Westerkwartiers)
  2. a-ge oewèège nie kietelt, hè de nôot niks (=wanneer je jezelf niet verwent, heb je nooit iets) (Tilburgs)
  3. A-j laast em moe-j kraben (=Stel jezelf gerust) (Giethoorns)
  4. aggoeweige mar gin zeer doet (=bezeer jezelf niet) (Oudenbosch)
  5. bau et hat van vol ès, lëpte mond van iëver (=geluk kun je niet voor jezelf houden) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. bekiek zën eege ! (=verwijt jezelf !) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. biël zelf, dan moeste zene hond nie kommendiëre (=hou je bevelen voor jezelf) (Bilzers)
  8. daar hewwe jou allenich jouself met (=daarmee benadeel je alleen jezelf) (Leewarders)
  9. dan bende ne dief van oew eige portemonnee (=dan berokken je jezelf nadeel) (Oudenbosch)
  10. de moes zen eege geen bliëskes wijsmaoke (=je moet jezelf niets wijsmaken) (Bilzers)
  11. de zos én zen eege klitse bijte van sjangering (=je kan jezelf wel wat aandoen van kwaadheid) (Bilzers)
  12. det oos kinjer rieke aojers moge höbbe (=gelukwens voor jezelf) (Heitsers)
  13. Doe mós dich mentenére. (WT) (=Je moet voor jezelf opkomen) (Mechels (NL))
  14. Dr nie goewd an zèn (=jezelf niet goed voelen) (Liessents)
  15. eege stoef stink ! (=je mag nooit over jezelf bluffen) (Munsterbilzen - Minsters)
  16. een Bolleke doen (=veel over jezelf praten) (Deinzes)
  17. Ga je mandieën (=Ga jezelf wassen) (Helders)
  18. Ge mot ni hogur schète dan oew kont stoai (=jezelf niet beter voordoen als je bent) (Allefs)
  19. ge mot oew eige kietele ; un aander doetut nie (=soms moet je jezelf verwennen) (Oudenbosch)
  20. ge mut ni over oe aaige klappe, da zulle d'aander wel doeng as ge weg zaait (=je moet niet over jezelf praten, dat doen de anderen wel als je weg bent) (Antwerps)
  21. gè pakt de worden uit minnen mongd (=tegen iemand die net zegt wat jezelf wou vertellen zegt men:) (Sint-Niklaas)
  22. ge voelt oe eige besodemieterd (=je voelt jezelf bedondert) (Kaatsheuvels)
  23. ghoeftoeweige nie alles so te laote vilipendeere (=je hoeft jezelf niet zo te laten wegzetten) (Oudenbosch)
  24. gooi dien noam niet te grabbel (=houd jezelf in ere) (Westerkwartiers)
  25. haach zen eege vër de gek (=lach met jezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. haag zën eege vër de gek (=kijk maar naar jezelf !) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. Hoekie voor aige eet (=Telen voor jezelf) (Westlands)
  28. Hoger kakken, dan je gat zit (=jezelf groter voordoen, dan je bent) (westlands)
  29. hout je roer reg (=Op jezelf letten) (Rotterdams)
  30. ich hëb wollen dikke k., mér ich moetter toch altijd zelf opzitte (=je hebt pas gevoel voor humor als je om jezelf kan lachen) (Munsterbilzen - Minsters)
  31. ich zien het on zen ooge (=je verklapt jezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. ie maak 't oezölf vöste drok! (=jij maakt het jezelf veel te druk!) (Sallands)
  33. je vaoren je eagen mast overboord (=je benadeelt jezelf) (Urkers)
  34. jezulf ien 'e vingers snied'n (=jezelf schade toebrengen) (Westerkwartiers)
  35. kek naor oe ege (=kijk naar jezelf) (Geldermalsens)
  36. kek noar oew eege (=kijk naar jezelf) (Kaatsheuvels)
  37. kèkt nor oew èige (=kijk naar jezelf (in de trant van commentaar levering) ) (Geffes)
  38. Kekt uit, doedoe eige gin zir! (=Kijk uit, doe jezelf geen pijn!) (Prinsenbeeks)
  39. Ker mer veur dien eige deur (=kijk maar eerst naar jezelf) (Susters)
  40. kiek noar diezulf (=kijk naar jezelf) (Westerkwartiers)
  41. Kik noar oe eige (=Kijk naar jezelf) (Ossies)
  42. konste zen eege wol laaje (=kun je wel met jezelf overweg?) (Bilzers)
  43. Krijg wat aan je lip jij ! (=Neem jezelf in de maling .. (vrolijke omstandigheden)) (Utrechts)
  44. laach mèt zën eege ! (=houd jezelf voor de gek !) (Munsterbilzen - Minsters)
  45. laach zen eege aut (=spot met jezelf) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. Lach met den eige kapotte zokke. (=Lach om jezelf in plaats van een ander uit te lachen.) (Lanakens)
  47. moak van dien haart gien moordkuul (=houd je problemen niet voor voor jezelf) (Westerkwartiers)
  48. Neemp jezellef lekker in de baot (boot) (=neem jezelf in de maling !) (Utrechts)
  49. Oe èghuh kapot schikkuh (=jezelf dood schrikken) (nederasselts)
  50. oew aigen dur deurlegghen (=jezelf ongewild bloot geven) (Hulsters (NL))


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen