Spreekwoorden met `ijf`

Zoek

50 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ijf`

  1. aan het lijf schieten (=haastig aantrekken (kleding))
  2. aan mijn lijf geen polonaise (=van mij moet je afblijven)
  3. al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding (=wie zich mooi aankleedt wordt daarmee zelf nog niet mooi)
  4. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
  5. als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
  6. blijf aan jouw kantje (=je mag hem niet aanraken, hij is niet aanspreekbaar)
  7. blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
  8. de dood op het lijf jagen (=schrik aanjagen)
  9. de koorts/stuipen op het lijf jagen (=doen schrikken)
  10. de kurk waarop de zaak drijft (=de basis (steun) van het geheel)
  11. de rode cijfers (=de verliescijfers)
  12. de stuipen op het lijf jagen (=iemand felle schrik aanjagen)
  13. de wrijfpaal zijn (=de schuld krijgen (van alles))
  14. een nul in het cijfer zijn (=niets in te brengen hebben)
  15. een oud wijf zijn (=zich niet flink gedragen - zeuren)
  16. een rib(be) uit iemands lijf (=een grote uitgave)
  17. een tang van een wijf. / Een oude tang (=een heks, feeks. / Een oude lastige vrouw)
  18. een van de vijf is uit kuieren (=hij is niet goed wijs)
  19. eens gezegd, blijft gezegd (=als iemand iets belooft moet die dat ook uitvoeren)
  20. er blijft veel aan maat en strijkstok hangen (=lang niet alles komt op zijn plaats terecht)
  21. eten en drinken houdt lijf en ziel bijeen. (=eten en drinken blijven levensbehoeften.)
  22. geef, zodat je gevende blijft (=geef niet meer dan dat je kunt missen.)
  23. geen droge draad aan het lijf hebben (=totaal nat geregend zijn (soms ook : door en door bezweet))
  24. geen hart in het lijf hebben (=geen greintje medelijden kennen)
  25. geen hemd aan het lijf hebben (=naakt of erg arm zijn)
  26. geen oud wijf bleef aan het spinnewiel (=iedereen kwam kijken)
  27. handen aan het lijf hebben (=goed kunnen werken)
  28. het been stijf houden (=niet toegeven)
  29. het vege lijf redden (=vluchten, er snel vandoor gaan)
  30. het vijfde rad/wiel aan de wagen (=totaal overbodig, ongewenst)
  31. iemand de stuipen op het lijf jagen (=iemand erg laten schrikken en/of bang maken)
  32. iemand het hemd van het lijf vragen (=erg nieuwsgierig zijn en alles van iemand proberen te vragen)
  33. iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
  34. iemand tegen het lijf lopen. (=onverwacht iemand tegenkomen)
  35. je van het lijf houden (=van je afhouden, niet aanvaarden)
  36. met een goed geloof en een kurken ziel drijft men de zee over (=met vertrouwen en optimisme kan men alles aan)
  37. niets om het lijf hebben (=niets betekenen, geen waarde hebben)
  38. olie drijft boven (=de waarheid komt aan het licht)
  39. schoenmaker blijf bij je leest (=hou je niet bezig met dingen waar je niets van weet)
  40. schrijf het maar op je buik (dan kan je het met je hemd weer uitvegen) (=vergeet het maar)
  41. van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
  42. veel gewrijf en geschrijf (=eindeloze gedachtewisselingen)
  43. vijf poten aan een kalf/schaap zoeken (=iets proberen te vinden dat er niet is)
  44. waar de boom gevallen is, blijft hij liggen (=gedane zaken nemen geen keer)
  45. weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
  46. wie schrijft, die blijft. (=documenteer alles goed voor je eigen bestwil)
  47. ze alle vijf bij elkaar hebben (=goed bij zijn verstand zijn)
  48. ze niet alle vijf hebben (=vreemd gedragen of niet goed bij het verstand zijn)
  49. ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
  50. zo stijf als een bonenstaak (=bijzonder stijf)

34 betekenissen bevatten `ijf`

  1. vis begint aan de kop te stinken (=als een bedrijf een slecht management heeft)
  2. botten blijven platvis (=als je dom bent dan blijf je dat)
  3. kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
  4. de kruik gaat zo lang te water tot ze barst/breekt (=als men steeds risico`s blijft nemen, gaat het een keer mis)
  5. zo stijf als een bonenstaak (=bijzonder stijf)
  6. wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (=blijf altijd aandachtig en geconcentreerd)
  7. blijf uit zijn kielwater of je raakt in zijn zog (=blijf uit zijn buurt, want je wordt er slechter van)
  8. doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. (=blijf vooral normaal doen)
  9. ars longo vita brevis (=de kunst blijft lang en het leven is kort)
  10. de rode cijfers (=de verliescijfers)
  11. rijd voort maar zie om (=doe verder maar blijf opletten)
  12. rijd voort voerman maar zie om (=doe verder maar blijf wel opletten)
  13. eerlijk duurt het langst (=een leugen komt op den duur altijd uit, maar de waarheid blijft altijd waar)
  14. eruit zien of men een paal ingeslikt heeft (=er erg stijf, harkerig uitzien)
  15. het is broekzak-vestzak. (=er wordt betaald, maar het geld blijft bij dezelfde kliek)
  16. arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
  17. het is zo lang als het breed is (=het blijft hetzelfde, hoe je het ook bekijkt)
  18. het bloed stolt hem in de aderen (=hij verstijft van schrik)
  19. het onweer is niet van de lucht (=iets dat steeds blijft doorgaan of iemand die telkens weer kwaad tekeer gaat)
  20. ik ben geen uithangbord (=ik heb meer te doen, ik blijf niet wachten/zo staan)
  21. een vraagteken plaatsen achter (=in twijfel trekken)
  22. de krant brengt de leugens in het land. (=niet alles wat de media schrijft klopt.)
  23. ze niet allemaal (alle vijf) op een rijtje hebben (=niet bij zijn volle verstand zijn. (alle vijf = de zintuigen))
  24. geen ja en geen neen zeggen (=nog twijfelen aan het antwoord)
  25. duren is een mooie stad (=nu is het goed, maar blijft dat zo?)
  26. pal staan (=onbeweeglijk stilstaan / niet twijfelen aan de eigen mening)
  27. als een pilaarheilige (=onbeweeglijk, stijf)
  28. als een zoutpilaar (=onbeweeglijk, stijf)
  29. lapsus calami (=schrijffout)
  30. als het regent in mei, is april voorbij (=spreekwoord dat de spot drijft met spreekwoorden die open deuren intrappen)
  31. als sardientjes in een blik (=stijf boven op elkaar; dicht opeen)
  32. naar de bar(re)biesjes gaan (=totaal verloren gaan zonder dat er iets van overblijft (bijv. een schip dat vergaat))
  33. paard in de wieg, kind in de wei (=uitdrukking van ongeloof gebruikt als iemand erg overdrijft. )
  34. de paarden die de haver verdienen, krijgen ze niet. (=verdienste blijft vaak onbeloond)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen