Spreekwoorden met `id`

Zoek


147 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `id`

  1. aan de heidenen overgeleverd (=in zware moeilijkheden - in de macht van mensen zonder scrupules)
  2. aan de middelhand zitten (=niet eerst of laatst moeten spelen)
  3. al is de leugen nog zo snel de waarheid achterhaalt haar wel (=leugens komen altijd uit)
  4. alle gekheid op een stokje (=maar nu liever ernstig)
  5. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  6. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  7. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  8. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  9. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  10. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  11. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  12. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  13. als het bier is in de man dan is de wijsheid in de kan (=van dronkaards verwacht men geen verstandige woorden)
  14. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  15. arbeid adelt (=van hard te werken word je een nobeler/beter mens)
  16. arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
  17. arbeiden als een galeislaaf (=erg hard werken)
  18. arbeider in de wijngaard des heren (=geestelijk beroep (priester,dominee) uitoefenend)
  19. beidt Uw tijd, duur Uw uur (=op de toren van de Amsterdamse koopmansbeurs)
  20. bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
  21. dan is Leiden in last (=dan zijn er problemen!)
  22. dat is de aap gevlooid (=dat is onbegonnen werk.)
  23. dat is een aalshuid (=dat is van weinig waarde)
  24. dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
  25. dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
  26. de bokken van de schapen scheiden (=de goeden van de kwaden scheiden)
  27. de deugd zit in het midden. (=gezegd als iemand tussenin zit)
  28. de gelegenheid bij de haren grijpen (=de kans niet laten voorbijgaan)
  29. de gelegenheid maakt de dief (=men laat zich gemakkelijk verleiden door een goede gelegenheid)
  30. de gelegenheid te baat nemen (=van de gelegenheid gebruik maken)
  31. de grote klok luiden (=op opvallende wijze bekend maken)
  32. de gulden middenweg (houden/bewandelen/verkiezen) (=een tussenstandpunt of tussenoplossing verkiezen)
  33. de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
  34. de huid vol schelden (=flink uitschelden)
  35. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  36. de kerk midden in het dorp laten. (=het laten zoals het is)
  37. de klok hebben horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt (=ergens over gehoord hebben, zonder er echt iets van af te weten)
  38. de klok luiden maar niet schaften (=wel beloven maar niet doen)
  39. de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
  40. de schapen van de bokken scheiden (=het goede van het slechte scheiden)
  41. de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
  42. de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
  43. de wijsheid in pacht hebben (=erg verstandig zijn of althans doen alsof)
  44. denkt aleer gij doende zijt en doende denkt dan nog. (Guido Gezelle) (=maak een plan alvorens ergens aan te beginnen, en stel tijdens de activiteit het plan bij indien nodig)
  45. diep in de buidel tasten. (=veel geld aan iets uitgeven.)
  46. een boterham met tevredenheid (=een (droge) boterham (zonder beleg))
  47. een dikke huid hebben (=veel kunnen verdragen)
  48. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  49. een goed gelaat is de beste geleidebrief. (=als je knap bent krijg je veel voor elkaar)
  50. een harde huid hebben (=veel kunnen verdragen)

336 betekenissen bevatten `id`

  1. op kop staan (=aan de leiding staan)
  2. van de daken schreeuwen (=aan iedereen luid kenbaar maken)
  3. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  4. de tongen losmaken (=aanleiding geven tot gepraat)
  5. alles op haren en snaren zetten (=alle middelen aanwenden / alles in het werk stellen)
  6. het doel heiligt de middelen (=alle middelen zijn toegelaten, zolang het doel maar bereikt wordt)
  7. wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan? (=alles heeft een reden, ook al is die niet altijd even duidelijk)
  8. als het niet gaat zoals het moet, dan moet het zoals het gaat (=als de ideale situatie niet haalbaar is, moet je je aanpassen aan de omstandigheden.)
  9. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  10. in het donker zijn alle katten grijs/grauw (=als de situatie niet duidelijk is, zijn de zaken niet goed te beoordelen)
  11. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  12. lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
  13. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  14. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  15. men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
  16. van leer trekken (=beginnen met vechten, duidelijk laten merken dat iets als vervelend ervaren wordt)
  17. het is muis als moer, een staart hebben ze allemaal. (=beide opties zijn vervelend)
  18. waar twee kijven hebben twee schuld (=beide personen hebben schuld als ze ruzie met elkaar maken)
  19. aan elkaar gewaagd zijn (=beiden vrijwel evenwaardig zijn)
  20. maak je borst maar nat (=bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand))
  21. op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
  22. aan de groene tafel zitten (=bestuurslid zijn)
  23. de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
  24. op je laatste benen lopen (=bijna niet meer kunnen van vermoeidheid)
  25. als Hollands welvaren (=blakend van gezondheid)
  26. de ogen verblinden (=blind maken voor de waarheid)
  27. daar geboren en getogen (=daar geboren en opgegroeid)
  28. dat staat als een paal boven water (=dat is een absolute zekerheid)
  29. dat hangt als een schijthuis boven de gracht (=dat is overduidelijk)
  30. dat is een waarheid als een koe (=dat is overduidelijk waar)
  31. dat spreekt boekdelen (=dat is overduidelijk, bijv. `zijn gezicht spreekt boekdelen`)
  32. dat kan Bruin(tje) niet trekken (=dat kunnen we ons niet veroorloven (afgeleid van een populaire naam voor trekpaarden))
  33. uit het oog, uit het hart (=de aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is)
  34. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
  35. Jan Pet en Piet Boezeroen (=de arbeiders)
  36. Jan Boezeroen (=de arbeiders)
  37. de bezem in de mast voeren (=de baas zijn en leiding hebben)
  38. je ei kwijt kunnen (=de gelegenheid hebben zich te uiten; of, zijn creativiteit kunnen gebruiken)
  39. de bokken van de schapen scheiden (=de goeden van de kwaden scheiden)
  40. de rokende vlaswiek niet uitblussen (=de ijverigheid niet doven)
  41. aan het roer zitten/staan (=de leiding hebben)
  42. de teugels in handen hebben/houden (=de leiding hebben/houden)
  43. het heft in eigen hand(en) nemen (=de leiding nemen)
  44. eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
  45. holle vaten klinken het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  46. ijdele tonnen rollen het hardst. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  47. het slechtste wiel van de wagen kraakt meest. (=de minst competente persoon is vaak ook de luidste)
  48. iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
  49. ook tussen de mooie bloemen groeien brandnetels (=de schoonheid van de omgeving biedt geen garantie voor onaangename zaken)
  50. een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen