40 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `gooi`
- als het varken zat is, gooit het de bak om. (=gezegd als iemand geen dankbaarheid toont)
- als je je pet ertegenaan gooit dan blijft hij hangen (=dat stukje verfwerk is niet erg vlak uitgevoerd)
- de boel erbij neergooien (=ermee stoppen)
- de kont tegen de krib gooien (=weerspannig zijn)
- de troffel in de kalkbak gooien (=zijn beroep opgeven en van zijn rente gaan leven)
- dertien ogen gooien (=onmogelijk veel geluk hebben)
- een bliek (spiering) uitgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
- een knuppel in het hoenderhok gooien (=opschudding veroorzaken)
- een knuppel in het honderd gooien (=kritiek geven zonder namen te noemen)
- een visje uitgooien (=proberen of ergens belangstelling voor bestaat)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er een gooi naar doen (=een kans wagen of iets proberen te raden)
- er met de pet naar gooien (=een taak bijzonder slordig uitvoeren)
- geld in het water gooien (=geld verspillen)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- goed geld naar kwaad geld gooien (=geld ergens insteken waarvan bekend is dat het verlies oplevert)
- gooi het maar in je pet (=er komt niks van in)
- het kind met het badwater weggooien (=samen met het slechte ook het goede wegdoen)
- het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manier aan te pakken)
- het over een andere boeg gooien (=het anders aanpakken)
- het roer omgooien (=het op een heel andere manier proberen)
- hoge ogen gooien (=een goede kans maken op iets)
- iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
- iets ertegenaan gooien (=ergens geld aan uitgeven)
- iets in de groep gooien (=iets in een groep bespreken)
- in het diepe gegooid worden (=in een baan aan het werk moeten zonder ingewerkt te worden)
- je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
- je fortuin te grabbel gooien (=geld verspillen)
- je moet geen goed geld achter slecht geld aangooien (=je moet geen geld besteden aan een zaak die niet meer in stand kan worden gehouden)
- kruis of munt gooien (=ervoor loten)
- met de muts naar iets gooien (=ergens geen zorg aan besteden / er een slag naar slaan, ernaar raden)
- met de pet naar iets gooien (=niet echt moeite voor iets doen, zonder inzicht schatten)
- met een metworst naar een zij spek gooien (=iets weinig waardevols opofferen om iets waardevols terug te krijgen)
- naar het hoofd gooien/slingeren (=scherpe verwijten maken)
- olie op de golven gieten/gooien (=de gemoederen kalmeren)
- olie op het vuur gooien (=een situatie verergeren)
- over de balk gooien (=onnodig geld uitgeven voor zaken die niet nodig zijn)
- roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
- te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen)
- wie in een glazen huis woont moet niet met stenen gooien (=wie schuldig is, moet zich niet laten opmerken)
Eén betekenis bevat `gooi`
- te grabbel gooien (=zomaar weggooien, opofferen)
24 dialectgezegden bevatten `gooi`
- 'r zit op ´n gooi wei (=hij heeft er een goed leven) (Neerharens)
- 3 kilo aardappels, gooi maar in m'n petje ! (=hij / zij heeft een groot hoofd) (Utrechts)
- aste èn e glaoze haus woens, moeste zelf nie mèt steen goeje (=gooi nooit je eigen ruiten in) (Munsterbilzen - Minsters)
- aste on intege minse een ploem gifs, dinke ze dat ze al vliëgel hêbbe (=gooi maar niet teveel met bloemen, want ze gaan nog een dikke nek krijgen) (Bilzers)
- das gooi koemerschap (=dit is goede waar) (Hals)
- de kat mèt den hond baute goeje (=als je vrouw het aftrapt, gooi je best alles buiten) (Munsterbilzen - Minsters)
- doeter nog mèr e sjupke boëvenop (=gooi nog maar wat olie op het vuur) (Munsterbilzen - Minsters)
- een gooi zjat doon (=eens goed drinken) (tervurens)
- en as ’t neet is aeve gooi vrinj (=ook als we het niet eens worden, is er niets aan de hand) (Heitsers)
- gooi 't mar in de knaal (=Dat is afval) (Helenaveens)
- gooi de plaank e'm in ut gat. (=Doe de deur eens even dicht.) (Twents)
- gooi dien noam niet te grabbel (=houd jezelf in ere) (Westerkwartiers)
- gooi dien zörg'n moar over boord (=maak je maar niet druk hoor) (Westerkwartiers)
- gooi je in ut Lel hoor! (=Ik gooi je in de Schie!) (Rotterdams)
- gwoi da mar int kasspoor (=gooi dat maar weg) (Zunderts)
- hij dut d' r moar ' n gooi noar (=hij schat het maar wat) (Westerkwartiers)
- jeet er mè ze klakke nao gesmeetn (=hij heeft er een gooi naar gedaan) (Kortemarks)
- seffës zal ich tich ëns aon de diër walse (=dadelijk gooi ik je buiten !) (Munsterbilzen - Minsters)
- Smeer maar in je haar, dan krijg je krulle (=gooi dat drinken/eten maar weg, dat is niks) (Rotterdams)
- smiet ' t doar moar del (=gooi het daar maar neer) (Westerkwartiers)
- spaajet mér traut (=gooi het maar op tafel) (Bilzers)
- werde gooi na roozig (=ben je gek) (Aalsters)
- ze dut d'r moar 'n gooi noar (=zij raadt er maar naar) (Westerkwartiers)
- zwiert em boit' n (=gooi hem buiten) (Waregems)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen