2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `bezit`
- je ziel in lijdzaamheid bezitten (=gelaten het ongelijk verdragen)
- vlees en been bezitten (=niet mager en eerder groot zijn)
11 betekenissen bevatten `bezit`
- tot de bedelstaf/bedelzak brengen (=alle aardse bezittingen ontnemen)
- je hebben en houwen verliezen (=alles wat iemand bezit kwijtraken)
- paradepaard (=een bezit, eigenschap, kunst of vaardigheid waar iets of iemand trots op is)
- een goede naam is beter dan olie (=een goede naam (reputatie) is beter dan veel geld (olie) bezitten)
- een gehuurd paard en eigen sporen maken korte mijlen (=eigen bezit beschadigt men minder dan gekregen of gehuurd bezit)
- goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
- eigen haard is goud waard (=het is nergens zo mooi als thuis / men hecht veel waarde aan het eigen bezit)
- veel koeien, veel moeien. (=hoe meer bezittingen hoe meer zorgen)
- wie een kluitje heeft, heeft er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezittingen te vermeerderen)
- aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezittingen meer hebt)
- iets in de wacht slepen (=op oneerlijke manier verkrijgen, iets in bezit krijgen voor weinig geld)
28 dialectgezegden bevatten `bezit`
- 't sjaelde nie viël of ze hoenge wir èn de gordaajne (=iemand lappen geven zonder dat je stoffen bezit) (Munsterbilzen - Minsters)
- Arm schrap mij de wortel ans vreet ik hem zo op! (=Hij bezit geen rode cent) (Hoogeveens)
- da's heur oogabbeltje (=dat is haar allerliefste bezit) (Westerkwartiers)
- dae gein puîne heet, heet auch gein lând (=bezit heeft niet alleen lusten, maar ook lasten) (Weerts)
- dae haet wat aan de veut (=iemand met veel geld en bezit) (Venloos)
- dae hèt ën haus waaj ën sjieër (=hij bezit een heel groot huis) (Munsterbilzen - Minsters)
- e es gerineweert (=hij bezit niets meer) (Erps)
- eig'n heerd is gold weerd (=een eigen huis is een groot bezit) (Westerkwartiers)
- en'net gin noagel vo a zen gat te klown (=hij bezit niks) (Iepers)
- geld is de sleudel die op alle slött'n paast (=iedereen wil graag iemand ontmoeten die geld bezit) (Westerkwartiers)
- giene rotte kaar nemie hemme / giene rotte frang nemie hemme (=bezit geen 25 cent meer) (Overijses)
- Hae duit zich pas oet as d’r slaope geit (=Iemand verdeeld zijn bezit niet voordat hij gestoven is) (Hunsels)
- Hae haet nieks op de rõbbe. (=Hij is mager / bezit geen geld) (Roermonds)
- hae hèt gene roje op zen kloete (=hij bezit geen rooie duit) (Munsterbilzen - Minsters)
- hebb'n is hebb'n en krieg'n de kunst (=wat men bezit wil men behouden) (Westerkwartiers)
- hij het verscheid'nt (=hij bezit veel exemplaren) (Westerkwartiers)
- hij is stroataarm (=hij bezit niets meer) (Westerkwartiers)
- Ie nei gienen noego om aan zien gat te scharten. (=Hij bezit niets.) (Ronsisch)
- ij ee geene noagle om an zijn gat te krabb'n (=hij heeft geen bezit) (Evergems)
- J'eet geene noagle voer an zien gat te skarten (=Hij bezit niets) (West-Vlaams)
- je kunt hem intellen (=hij bezit veel geld, voor vol aanzien) (Volendams)
- maandegoed is schaandegoed (=gezamelijk bezit geeft vaak aanleiding tot ruzie) (Drents)
- Mej hjeil z'n hebbe en houwe (=Met heel zijn bezit) (Brechts)
- mèt zën klikken en klakke (=met alles wat je bezit) (Munsterbilzen - Minsters)
- pak joen akkerbielzj'n mee en zet het an (=neem jouw karig bezit mee en vertrek) (Wevelgems)
- wat in de maande hebben (=gezamenlijk bezit) (Drents)
- zen heil hébben en haage (=zijn ganse bezit) (Bilzers)
- zien heule hebb'n en holl'n is vot (=zijn hele bezit is weg) (Westerkwartiers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen