8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `band`
- aan banden leggen (=de vrijheid beperken)
- aan de leiband lopen (=erg volgzaam zijn)
- aan de lopende band (=aan één stuk door; steeds maar weer)
- aan iemands leiband (=door iemand geleid)
- de dorsende os zult gij niet muilbanden (=iemand die voor je werkt moet je goed behandelen)
- iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
- uit de band springen (=uitbundig plezier maken, zonder rekening te houden met de regels van orde en fatsoen)
- zo vast staan als een muts met zeven keelbanden (=erg vast staan)
3 betekenissen bevatten `band`
- als het hek van de dam is lopen de varkens in het koren (=als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band)
- het bloed spreekt (=de familieband doet zich opmerken)
- een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
27 dialectgezegden bevatten `band`
- Aa hei ne platten tuub (=Hij heeft een lekke band) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- aa velo stoe plat (=uw fiets heeft een lekke band) (Hals)
- al wat te klok slig (=aan de lopende band) (Munsterbilzen - Minsters)
- aoên en aoên (=aan de lopende band) (Munsterbilzen - Minsters)
- das sjaering en ènslaog (=dat is aan de lopende band hetzelfde liedje) (Munsterbilzen - Minsters)
- dër de band (=gemiddeld) (Munsterbilzen - Minsters)
- deui den band (=meestal, gemiddeld) (Winksels)
- deur d'n band / deurgoans (=door de band (gewoonlijk) ) (Waregems)
- deur den band (=normaal gezien) (Kaprijks)
- deur den band (=over het algemeen, normaal gezien) (Meers)
- deur den band genomn (=gewoonlijk) (Kaprijks)
- Deur den band weg (=Over het algemeen) (Zelzaats)
- Die ef een beste poele op de band . (=Die is in verwachting .) (Zwols)
- doër de band (=normaal gezien wel) (Munsterbilzen - Minsters)
- dûr de band (=over 't algemeen) (Bilzers)
- een lekke pijp (=een lekke band) (Leids)
- goaru en baand (=garen en band) (Brakels (gld))
- kijkn os aaën band genoeg wind eet (=bandenspanning meten) (Kaprijks)
- Maanen tuub stau zoeë plat as een vaag (=Mijn (fiets) band is helemaal leeg) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- mën tuub steed zoe plat as een vaajg (=platte band) (Munsterbilzen - Minsters)
- miene bank sjteit oppe zök (=ik heb een lekke band) (Heldens)
- ne platten tuup (=een lekke band) (Duffels)
- plasjkop (=band zonder reliëf) (Ninoofs)
- Platten tuup (=Een lekke band) (Mols)
- rink (=fietswiel zonder band) (Bocholtz)
- tiëge de klippen op liege (=aan de lopende band liegen) (Munsterbilzen - Minsters)
- zonner getrentel (=aan de lopende band) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen