Eén spreekwoord bevat `afsteken`
- iemand de loef afsteken (=ergens beter in zijn dan iemand)
4 dialectgezegden bevatten `afsteken`
- 't fas afsteken (=de nek oversnijden) (Moes)
- blekng lik Klemskerke teegn 't oengewirte: liggen te blinken, te schitteren in de zon. De uitdrukking stamt van de West-Vlaamse vissers, die van verre de nog door de zon beschenen kerktoren van Klemskerke blinkend zagen afsteken tegen donkere onweerswolken (=Blikken gelijk Klemskerke tegen 't ongeweerte) (Klemskerks)
- das dun ene tege dun aandere ommoo-g (=elkaar de loef afsteken) (Oudenbosch)
- zèn broek afsteken (=zijn broek laten zakken) (Meers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen