Spreekwoorden met `Ting`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Ting`

  1. achter de putTings overboord vallen (=reddeloos verloren zijn)
  2. de sterkte van de ketTing wordt bepaald door de zwakste schakel (=het geheel is niet sterker dan het zwakste onderdeel)
  3. een ketTing is niet sterker dan de zwakste schakel (=het geheel is maar zo sterk als het zwakste onderdeel)

33 betekenissen bevatten `Ting`

  1. tot de bedelstaf/bedelzak brengen (=alle aardse bezitTingen ontnemen)
  2. de toon aangeven (=bepalen welke richTing het op gaat)
  3. goed uit de verf komen (=beter tot uiTing komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
  4. het moeras insturen (=de verkeerde richTing op sturen)
  5. uit hetzelfde vaatje tappen (=dezelfde standpunten of opvatTingen delen.)
  6. een pak van het hart (=een grote opluchTing)
  7. de bom is gebarsten (=een langdurige spanning of conflict is tot een uitbarsTing gekomen)
  8. de lange weg maakt een moede man (=een langdurige ziekte leidt tot uitputTing)
  9. de vierschaar spannen. (=een rechtzitTing houden. (vierschaar = middeleeuws gerechtelijk bestuur))
  10. de lont in het kruit steken/werpen (=een uitbarsTing veroorzaken)
  11. op het verkeerde paard wedden (=een verkeerde inschatTing maken)
  12. goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezitTingen, bloed=het leven))
  13. er geen hoge pet van op hebben (=geen hoge verwachTing hebben van iets)
  14. niet thuis geven (=het verwachTingspatroon niet kunnen nakomen)
  15. veel koeien, veel moeien. (=hoe meer bezitTingen hoe meer zorgen)
  16. elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvatTingen bepaald worden)
  17. wie een kluitje heeft, heeft  er graag een turfje bij (=ieder probeert zijn bezitTingen te vermeerderen)
  18. een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvatTingen)
  19. er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachTing tegemoet zien)
  20. aan de bedelstaf raken (=in een situatie terechtkomen waarin je geen geld of bezitTingen meer hebt)
  21. op je tandvlees lopen (=in totale uitputTing voortdoen, zijn laatste krachten gebruiken)
  22. gezegende omstandigheden (=in verwachTing)
  23. een blinde passagier hebben. (=in verwachTing zijn)
  24. meten is weten, gissen is missen (=je kunt beter afmeTingen meten dan schatten)
  25. met de nek aanzien (=met minachTing behandelen)
  26. sit venia verbo (=met toelaTing gezegd)
  27. door het ijs zakken (=niet aan de verwachTingen voldoen.)
  28. er een eind/punt aan breien (=snel tot een afsluiTing komen (bijvoorbeeld van een toespraak))
  29. tegen de stroom is het kwaad roeien / zwemmen (=tegen algemene opvatTingen kan men zich moeilijk verzetten)
  30. pro saldo (=ter afsluiTing rekening)
  31. de bakens verzetten (=van richTing of ingesteldheid veranderen)
  32. zaken gaan voor het meisje. (=verplichTingen zijn belangrijker dan plezier)
  33. adel verplicht (=wie in aanzien bij het volk staat, moet ook aan de verwachTingen van het volk voldoen)

Eén dialectgezegde bevat `Ting`

  1. Ting ton tet (=Een vrouw met zware borsten) (Antwerps)

Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen