Spreekwoorden met `Pier`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Pier`

  1. altijd de kwade Pier zijn (=altijd als de schuldige aangewezen worden)
  2. de kwaaie Pier (=de schuldige)
  3. de sPiering doet de kabeljauw afslaan (=veel slechte waar op de markt doet de prijzen van de goede waar dalen)
  4. een bliek (sPiering) uitgooien om een snoek te vangen (=met zo min mogelijk kosten proberen maximale winst te behalen)
  5. een keel als schuurpaPier hebben (=een erg droge keel (keelpijn) hebben)
  6. een paPieren zoldertje (=een dunne ijskorst)
  7. een sPiering is vis als er anders niet is (=als je honger hebt, ben je niet kieskeurig / bij gebrek aan beter)
  8. een sPiering uitwerpen om een kabeljauw te vangen (=iets kleins aan een ander geven met de gedachte zelf iets groots terug te krijgen)
  9. garnaal/sPiering is ook vis als er anders niet is. (=wees tevreden met wat je kunt krijgen)
  10. geen sPier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
  11. goede paPieren hebben (=de goede eigenschappen hebben (voor een baan))
  12. in de paPieren lopen (=duur uitkomen, veel geld kosten)
  13. op een paPieren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
  14. paPier is geduldig (=men kan veel schrijven)
  15. zo dood als een Pier (=geheel en al dood, als een aardworm die slap aan de hengel hangt)

Eén betekenis bevat `Pier`

  1. iets zwart op wit hebben (=het op paPier hebben staan)

13 dialectgezegden bevatten `Pier`

  1. 't Is net Pier en Pol (=een paar apart) (Drents)
  2. dane kan ne Pier doen biechten (=iemand die alles kan bereiken) (Wolvertems)
  3. das Pier krelkëskraut (=die is zuiver onkruid (hij deugt voor niets) (Munsterbilzen - Minsters)
  4. Heej vuult zich as enne Pier ien 'n erpelekoel (=Hij is erg tevreden met zijn situatie) (Wells)
  5. je makt ruuze mè Jan, Toon en Pier (=hij maakt met iedereen ruzie) (Kortemarks)
  6. Now gao'k d'r aan, zei de Pier tegen de haan. En toen had'e 'm al half opgeaete. (=het is te laat daar nog iets aan te doen.) (Barghs)
  7. Pier van de antëraose (=zuiver van de angst) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. van iefke noar aufke (=van Pier naar pol) (Knesselaars)
  9. van Pier alteraose (=van het verschieten) (Bilzers)
  10. van Pier noar Pol gezonde zein (=van het kastje naar de muur gestuurd) (Gents)
  11. van Pier noar Pow (*opmerking) (=van het kastje naar de muur) (Kaprijks)
  12. zu / zuuë duuëd as ne Pier (=zo dood als een Pier) (Wichels)
  13. zu duuuet as ne Pier (=steendood) (Hams)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen