Spreekwoorden met `Door`

Zoek


101 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `Door`

  1. `t Is gelijk of men van/Door de kat of de kater/hond gebeten wordt (=het maakt niet uit hoe of waardoor je benadeeld bent geweest)
  2. aan een stuk Door (=ononderbroken)
  3. alles Door het halsgat jagen (=alles opmaken aan eten en drinken)
  4. als Door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
  5. als Door een repel getrokken (=zeer mager)
  6. als een warm mes Door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  7. de hete aardappel Doorspelen (=iemand anders de vervelende klus laten opknappen)
  8. de knoop Doorhakken (=een beslissing forceren. (Afgeleid van het verhaal van de Gordiaanse knoop))
  9. de kogel Door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
  10. de liefde van een man gaat Door de maag. (=je kan een man veroveren met goede kookkunst en lekker eten.)
  11. de maan komt al Door de bomen/wolken (=gezegd van iemand die kaal begint te worden)
  12. de molen is/loopt Door de vang (=de zaak of persoon is in de war (gek))
  13. de mug uitzuigen en de kameel Doorzwelgen (=de onschuldige straffen en zelf schaamteloos zondigen)
  14. de paal Door de oven steken (=bankroet gaan, zich te gronde richten)
  15. de paal Door de oven werken (=bankroet gaan)
  16. de sterkte van de ketting wordt bepaald Door de zwakste schakel (=het geheel is niet sterker dan het zwakste onderdeel)
  17. de stoppen slaan bij hem Door (=hij verliest zijn zelfbeheersing)
  18. de toets  kunnen Doorstaan (=alle antwoorden op vragen/problemen weten)
  19. de vuurproef Doorstaan (=slagen in de moeilijke onderneming)
  20. de wereld draait Door (=het leven gaat gewoon door, ondanks problemen.)
  21. de wind niet Door de hekken laten waaien (=elke gelegenheid te baat nemen)
  22. de zwartepiet Doorspelen (=de schuld doorschuiven)
  23. Door de achterdeur weer binnenkomen (=onverwacht terugkomen op een afgeronde situatie)
  24. Door de bank genomen (=gemiddeld; meestal; gewoonlijk)
  25. Door de bocht gaan (=toegeven)
  26. Door de bomen het bos niet meer zien (=door alle details het overzicht verliezen)
  27. Door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
  28. Door de kajuitsramen aan boord komen (=onmiddellijk bevelhebber worden, zonder eerste ondergeschikte te zijn geweest)
  29. Door de knieën gaan (=ergens met tegenzin mee akkoord gaan)
  30. Door de mand vallen (=doorzien worden)
  31. Door de mazen van het net glippen/kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  32. Door de molen halen (=een zeer uitgebreide procedure doen ondergaan)
  33. Door de neus boren (=iemand anders iets de mogelijkheid ontnemen)
  34. Door de ouderdom wordt de wolf grijs. (=mildheid komt met de jaren)
  35. Door de spitsroeden lopen. (=veel kritiek krijgen, gestraft worden)
  36. Door de wol geverfd zijn (=brutaal , schaamteloos zijn)
  37. Door de ziel gaan (=erg pijnlijk of verdrietig zijn)
  38. Door de zure appel (heen)bijten (=het onaangename doen of over zich heen laten gaan)
  39. Door dik en dun (=in goede en slechte tijden / alles overhebben voor iemand)
  40. Door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
  41. Door een eiken plank kunnen zien als er een gat in zit (=niet zo bijzonder zijn als je je voordoet)
  42. Door en Door kennen (=precies weten hoe iemand is)
  43. Door het behang gaan (=voor schut gezet worden)
  44. Door het hennepen venster kijken (=opgehangen worden)
  45. Door het ijs zakken (=niet aan de verwachtingen voldoen.)
  46. Door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
  47. Door het lint gaan (=door woede je emoties niet (meer) onder controle kunnen houden)
  48. Door het oog van de naald kruipen (=op het nippertje ontsnappen)
  49. Door het verleden achtervolgd worden (=problemen of fouten van vroeger blijven invloed hebben.)
  50. Door merg en been gaan (=hartverscheurend zijn)

196 betekenissen bevatten `Door`

  1. aan de lopende band (=aan één stuk Door; steeds maar weer)
  2. tegen de klippen op gaan (=aan een stuk Doorgaan (met liegen))
  3. bij de roes (=alles Door elkaar)
  4. geen ding betert door ouderdom (=alles verslijt Door de ouderdom)
  5. gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim Doorvertelt is het geen geheim meer)
  6. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar Doorgaans zelf ook van)
  7. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daarDoor)
  8. gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / Door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  9. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren Door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)
  10. zitten alsof men een luis in zijn oor heeft (=alsof hij Door zijn geweten beschuldigd wordt)
  11. met alle winden waaien (=altijd iedereen gelijk geven / Door alles en iedereen laten beïnvloeden)
  12. keur baart angst. (=bang zijn om niet de goede keuze te maken Door een teveel aan opties)
  13. wie hoog klimt kan laag vallen (=belangrijke zaken snel kwijt raken Door kleine dingen)
  14. beter blooie Piet dan dooie Piet (=beter een aarzelend iemand dan iemand die onDoordacht handelt)
  15. door merg en been gaan/dringen/snijden (=buitengewoon kwetsend of Doordringend zijn)
  16. ze waren fout (=collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede WerelDoorlog)
  17. dat is van de baan (=dat gaat niet Door)
  18. koffen en smakken zijn waterbakken (=dat soort dingen kan veel Doorstaan)
  19. dat houdt me op de been (=dat zorgt ervoor dat ik Door kan blijven gaan; daarDoor houd ik het vol)
  20. door het kluisgat aan boord komen (=de lagere rangen Doorlopen alvorens bevelhebber te worden)
  21. de zwartepiet doorspelen (=de schuld Doorschuiven)
  22. de tand des tijds (=de sleet Door de ouderdom)
  23. eb en vloed wachten op niemand (=de tijd gaat gewoon Door)
  24. weten waar de aal kruipt (=de ware bedoelingen van iemand Doorzien)
  25. door de bomen het bos niet meer zien (=Door alle details het overzicht verliezen)
  26. genadebrood eten (=Door anderen onderhouden worden)
  27. je trekken thuis krijgen (=Door anderen op dezelfde manier behandeld worden als je hun behandelde (bv met een streek))
  28. met een gouden hengel vissen (=Door bedrog zijn doel halen)
  29. de wal keert het schip (=Door beperkingen enigerlei niet verder kunnen)
  30. goed gereedschap is het halve werk (=Door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard)
  31. er geen touw aan vast kunnen knopen (=Door de onduidelijkheid niet kunnen begrijpen wat er wordt bedoeld)
  32. in goede aarde vallen (=Door de ontvanger goed ontvangen worden)
  33. recht praten wat krom is (=Door een ingewikkelde, onjuiste redenering een onzuivere situatie, daad of besluit trachten van een rechtvaardiging te voorzien)
  34. een ongeluk zit in een klein hoekje (=Door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
  35. je achter de oren krabben (=Door een onverwachte, zorgelijke ontwikkeling tot nadenken gestemd zijn)
  36. een zware pijp roken (=Door eigen schuld in moeilijkheden komen)
  37. in de fuik lopen (=Door eigen stommiteiten in een valstrik lopen)
  38. je uit de markt prijzen (=Door eigen toedoen laten anderen diegene links liggen)
  39. een Babylonische spraakverwarring (=Door elkaar spreken zonder naar elkaar te luisteren en elkaar niet verstaan)
  40. reageren met de voeten (=Door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
  41. gierigheid is de wortel van alle kwaad (=Door gierigheid ontstaan er veel problemen en is er veel ellende in de wereld)
  42. niet door mensenhanden gebouwd (=Door God of natuur tot stand gebracht)
  43. een proefballonnetje oplaten (=Door het doen van een uitspraak de mening van anderen peilen)
  44. ipso facto (=Door het feit zelf)
  45. door vragen wordt men wijs (=Door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
  46. buurmans leed troost (=Door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
  47. tijd heelt alle wonden (=Door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  48. tijd slijt (=Door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  49. aan iemands leiband (=Door iemand geleid)
  50. een spaak in het wiel steken (=Door iemands ingrijpen gaat een plan van de ander niet Door)

50 dialectgezegden bevatten `Door`

  1. (h) oet va' woajboomm: uitdrukking Door timmerlieden gebruikt voor slecht, minderwaardig hout (=hout van waaibomen) (Klemskerks)
  2. 'et giet weer niet deur (=Het gaat weer niet Door) (Hoogeveens)
  3. 'k ben m'n and'n ofgesneen (=werk niet kunnen verderzetten Door omstandigheden) (Waregems)
  4. 'k was gepakt as ik oordun da zèn broer dood was (=Door iets getroffen zijn, verdriet hebben) (Sint-Niklaas)
  5. 'k zen schampavie (=Ik ga ervan Door) (leuvens)
  6. 'k Zen vuts (=Ik ben Door) (Leopoldsburgs)
  7. 'k zient neuzewies (=ik heb het Door) (Veurns)
  8. 'kem het int snuetje (=Iets Door hebben) (Herentals)
  9. 't begunt bij 'em te schemer'n (=hij begint het Door te krijgen) (Westerkwartiers)
  10. 't gieët d'n oôve in (=als iets Door gaat) (Weerts)
  11. 't goa niet deure (=het gaat niet Door / afgelast) (Waregems)
  12. 't is alt deur iet da ne puit geen hoar eet (=Het komt altijd wel Door het een of ander) (Bevers)
  13. 't is om t even of je deur de katte of den hoengd wor gebete (=het is om het even of je Door de kat of Door de hond wordt gebeten) (Flakkees)
  14. 't is verschoten of verschenen (=iets (vb gordijnen) dat verkleurd is Door de zon) (Zottegems)
  15. 't kom nie Door z'un melkgebitje (=Een oud iemand die is overleden) (Westlands)
  16. 't Kwam mij dwars veur de hals te zitten (=Ik kon het niet Door de keel krijgen) (Drents)
  17. 't volt één 't woatre (=het geplande gaat niet Door) (Waregems)
  18. 't was van te moeten (=snel huwelijk Door zwangerschap) (Sint-Niklaas)
  19. 't wordt buug'n of barst'n (=we zetten hoe dan ook Door) (Westerkwartiers)
  20. 't Zal an je gatje nie snêêuwen (=Dat gaat daarom niet Door) (Zeeuws)
  21. 't zal au / au gat voaren (=je zult er moeten aan wennen (ook: voordeel Door hebben)) (Wichels)
  22. ’t és skuë gerief mur ge meug ‘et nie in uis émmen (='t is een mooie vrouw, maar je mag ze niet in huis hebben (smalend gezegd Door mannen over een vrouw, )) (Meers)
  23. a eentj in 't snùtjen (=hij heeft het Door) (Meers)
  24. A gink ne gank ze, dee de veedee dee... (=Hij vloog Door de voordeur Door...) (Teralfens)
  25. a tert op zènnen oeësem (=Door een inspanning buiten adem geraken) (Meers)
  26. Aa eiget deu (=Hij heeft het Door) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  27. Aa gauter nogal e gat vanoët (=Hij gaat er nogal van Door) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  28. aal doende leert men (=Door te oefenen leer je het wel) (Westerkwartiers)
  29. acute lood vergiftiging (=doodgaan Door een kogel) (Klazienaveens)
  30. aerpele zeen lekker, mer mótte ieërst Door ‘n verke gevraete zeen (=varkensvlees smaakt beter dan aardappelen) (Heitsers)
  31. Akkerderen (=Door een deur kunnen) (Eersels)
  32. al geet de lieëge wol ës op hol, de woërd aaterholt hër wol (=beter gekwetst Door de waarheid dan gesust Door een leugen) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. alles deur 'n anner hen (=alles Door elkaar heen) (Westerkwartiers)
  34. Als klein jung op groetemins kakhuuskens goan, vallen ze Door de bril (=Te veel riskeren is ook niet goed. is niet altijd goed) (Achels)
  35. amai, dad is Door bouven ok gryerekees (=iemand die vergeetachtig is) (Ransts)
  36. aofsjiete (=Door de zon verbleken) (Munsterbilzen - Minsters)
  37. as 't dat moar deur hest (=als je dat maar Door hebt) (Westerkwartiers)
  38. As hi'j het in de kop ef,dan ef hi'j het niet in de konte (=Hij zet wel Door zo hij het wil) (Giethoorns)
  39. ass'reerd'oi (=ga moedig Door) (Waregems)
  40. assët vries èn zën sjoen, hëbste geen stattële vandoen (=slechte schoenen kunnen de koude niet tegenhouden, zelfs niet Door ze goed dicht te binden) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. Ast er iet is.....da welle gekreege hemme van ozze lieven hiejer. Dan ist toch wel `TIJD` en een lijf in ozze bloewete. Ge zoo zot mutte zen, oem da deur een aander te loate verkloewete. (=Als er iets is dat we gekregen hebben van onzen Lieven Heer, dan is het toch wel `TIJD` en een lichaam in onzen bloten. Ge zou toch gek moeten zijn, om dat Door iemand anders let laten verkloten.) (Geels)
  42. aste ént bootsje zits, moeste métroeje (=je doet er beter aan Door mee te werken) (Bilzers)
  43. aste koeëletraajn verbij wor, moeste vër ganse tüp kiëlkes gon raope wo van de traajn worre gevalle (=onze kolenvoorraad werd aangevuld Door het rapen van stukjes kolen die van de trein donderden) (Munsterbilzen - Minsters)
  44. aste slups béste daud (=leven doe je tussen het slapen en eten Door) (Bilzers)
  45. aste van iemëd huls, zieste zën gebraeke nie (=als je van iemand houdt, zie je veel Door de vingers) (Munsterbilzen - Minsters)
  46. babbelwauter: Ei èi veel babbelwauter op. (=Veel praten Door de drank) (Lebbeeks)
  47. Baeter eine lange nek as gooj kaart (=Door bij een ander in de kaarten te kijken, kun je toch winnen. (vals spelen) ) (Venloos)
  48. baeter ne bauk vant zaupe, as ne kroef vant kraupe (=beter met plezier Door het leven dan altijd moeten werken) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. bedakke dag (=gezellige Volendammer dag (bedacht Door horeca die vond dat er nog wel meer feesten gevierd moesten worden, dus niet een Volendammer woord) (Volendams)
  50. begaffele / bösse begaffeldj (=iemand te grazen nemen / ben je te grazen genomen (bv. gestoken Door een mug)) (Sint-joasters)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen