Spreekwoorden met `zomer`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zomer`

  1. één zwaluw maakt nog geen zomer (=één positieve gebeurtenis betekent niet dat alle problemen opgelost zijn.)
  2. het is niet overal zomer waar de zon schijnt. (=schijn bedriegt)
  3. mensen vertellen veel op een zomerse dag. (=verhalen kloppen niet altijd)

2 betekenissen bevatten `zomer`

  1. platvis eet je met de ramen open en rondvis met de ramen dicht (=m.a.w. platvis is een zomervis en rondvis is in de winter op z`n best)
  2. van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)

8 dialectgezegden bevatten `zomer`

  1. 't goë agank zoomre wird'n zijn (=het wordt straks zomer) (Waregems)
  2. as de verkes inne zomer stroei in hun bakkes haan daan ginkt onwière (=als de varkens in de zomer stro in hun muil hadden ging het onweren) (Heusdens)
  3. denne hef de zommer in n kop (=die heeft de zomer in het hoofd) (Vechtdals)
  4. èn de zoëmer; èn 't voljoër (=in de zomer) (Bilzers)
  5. mee Kalləfûətkèrrəmis zit de winter in Coeəlemdreef (=de zomer is voorbij, het wordt stilaan kouder) (Kalforts)
  6. Niet op het ijs (=Wordt gezegd als iemand weggaat, in de zomer) (Monnickendams)
  7. Poose, vrig og loat, hit de zoehmer oan ze goat. (=Pasen, vroeg of laat, heeft de zomer aan ze gat) (Genker)
  8. wènter è zomer goed (=altijd goed) (Brakels)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen