Spreekwoorden met `vo`

Zoek


457 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vo`

  1. onder de voet geraken (=uitgeput raken, ziek worden)
  2. onder de voet raken (=vallen)
  3. op de voet volgen (=stap voor stap volgen)
  4. op de voorgrond staan (=onder de aandacht staan)
  5. op de voorgrond treden (=onder de aandacht treden)
  6. op dezelfde voet voortzetten (=op dezelfde manier)
  7. op een volle buik staat een vrolijk hoofd. (=een volle buik brengt een blij en tevreden humeur.)
  8. op gespannen voet (zijn) (=moeilijk met elkaar omgaan, ruzie)
  9. op goede voet staan met iemand (=goed kunnen opschieten)
  10. op grote voet leven (=veel geld uitgeven)
  11. op kousenvoeten (=stilletjes, ongemerkt)
  12. op staande voet (=met onmiddellijke ingang)
  13. op voet van oorlog zijn/leven (=erge ruzie hebben)
  14. oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
  15. parels/paarlen voor de zwijnen werpen (=het goede verspillen aan hen die het niet verdienen/waarderen)
  16. pia vota (=vrome wensen) (Latijn)
  17. pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
  18. prijs de dag niet vóór de avond (=trek geen voorbarige conclusies en juich niet te vroeg)
  19. prijs de dag niet voor het avond is (=pas als alles gedaan is kun je zeggen of het goed ging)
  20. reageren met de voeten (=door ergens weg te gaan, weg te blijven of niet meer terug te keren, aangeven dat men niet tevreden is)
  21. recht voor zijn raap (=zonder omwegen gezegd)
  22. regen in mei, dan is april voorbij (=de natuur kiest vanzelf de goede volgorde)
  23. ridder te voet geworden zijn (=rijkdom is verdwenen)
  24. rijd voort maar zie om (=doe verder maar blijf opletten)
  25. rijd voort voerman maar zie om (=doe verder maar blijf wel opletten)
  26. roep geen haring voor hij in het net is (=wees niet te voorbarig)
  27. roep geen mosselen voordat ze aan de wal zijn (=verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is)
  28. rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen (=geld of moeite verspillen aan iets nutteloos)
  29. rozen voor de varkens/zwijnen strooien (=iets goed doen voor mensen die dat niet waarderen)
  30. salvo honore (=met behoud van zijn eer) (Latijn)
  31. salvo honore et titulo (=met behoud van zijn eer en zijn titel) (Latijn)
  32. salvo titulo (=met behoud van titels) (Latijn)
  33. stank voor dank (=ondankbaarheid ervaren voor geboden diensten.)
  34. struisvogelpolitiek (=het negeren of ontkennen van een probleem in de hoop dat het vanzelf verdwijnt.)
  35. te dom zijn om voor de duvel/duivel te dansen (=heel erg dom zijn)
  36. te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
  37. te veel hooi op je vork nemen (=te veel werk aannemen, zodat je in moeilijkheden komt)
  38. ten voeten uit (=letterlijk: de volledige gestalte is afgebeeld; figuurlijk: een getrouwe persoonsbeschrijving)
  39. van geld voorzien zijn als een pad van veren (=arm zijn)
  40. van voor de zondvloed zijn (=erg oud zijn)
  41. van voren niet weten dat je van achteren leeft (=erg dom zijn)
  42. van voren niet weten of men van achteren leeft (=erg dom zijn / erg ziek zijn)
  43. van zijn voetstuk stoten (=de macht ontnemen - ontmaskeren)
  44. van zijn voetstuk vallen (=ontmaskerd worden - de macht ontnomen worden)
  45. vang vossen met vossen (=je moet een slimme persoon vangen door slim te zijn)
  46. vaste grond onder de voeten hebben (=weten waar men op steunt - in een goede positie verkeren)
  47. vaste voet aan de grond krijgen (=iets gedaan krijgen en/of als gebruikelijk beschouwd gaan worden)
  48. veel voeten in de aarde hebben (=veel moeite en tijd kosten)
  49. verkoop de huid niet voordat de beer geschoten is (=je moet niet geld uitgeven voordat je het hebt verdiend)
  50. vertrouwen komt te voet en gaat te paard (=het is makkelijker om iemands vertrouwen te schaden, dan te verkrijgen)

798 betekenissen bevatten `vo`

  1. het vet is van de ketel. (=het meeste voordeel is al verdwenen.)
  2. in iemands kielzog varen (=het net zo doen als iemands voorganger)
  3. niet kunnen heksen (=het niet zo snel afkunnen - er meer tijd voor nodig hebben)
  4. een kort liedje is gauw gezongen (=het onaangename gaat snel genoeg voorbij)
  5. oude schoenen wegwerpen voor men nieuwe heeft (=het onzekere voor het zekere nemen)
  6. het klopt als een zwerende vinger (=het past goed; het is logisch; het is volkomen juist; er is niets tegen in te brengen. (Equivalent aan: het sluit als een bus.))
  7. de sigaar zijn (=het slachtoffer zijn / de doodstraf krijgen (een sigaar wordt `onthoofd` voor gebruik))
  8. weinig om het lijf hebben (=het stelt niet veel voor.)
  9. iets uit het hoofd laten (=het vaste voornemen hebben om iets na te laten, iets niet doen)
  10. de vis wordt duur betaald (=het vergt veel opoffering ( je moet er wat voor over hebben) om te krijgen wat je wilt)
  11. niemand genoemd, niemand gelasterd. (=het vermijden van het noemen van namen voorkomt onnodige ruzie)
  12. iemand uit de tent lokken (=het voor elkaar krijgen dat iemand ergens een uitspraak over doet)
  13. de kap aan de haag hangen (=het voor gezien houden)
  14. de lakens uitdelen (=het voor het zeggen hebben, de baas spelen)
  15. een lans breken voor iemand (=het voor iemand opnemen, voor iemand de best doen diegene ergens mee te helpen iets te verkrijgen)
  16. je eigen glazen ingooien (=het voor zichzelf bederven)
  17. je eigen graf graven/delven (=het voor zichzelf bederven)
  18. de vruchten van iets plukken (=het voordeel van iets hebben)
  19. als hamerstuk behandelen (=het voorstel zonder discussie aannemen)
  20. corpus delicti (=het voorwerp van de misdaad)
  21. het kaf van het koren scheiden (=het waardevolle van het waardeloze scheiden)
  22. de kroon op het werk zetten (=het werk prachtig voltooien)
  23. het is maar een strovuurtje (=het ziet er erg uit, maar het is snel voorbij)
  24. met hem kan je paarden stelen. (=hij is overal voor te vinden)
  25. boontje komt om zijn loontje (=hij krijgt wat hij verdient, de gevolgen zal iemand altijd wel een keer moeten gaan dragen)
  26. het is hem (hoog) in de bol geslagen. (=hij voelt zich ver boven anderen verheven)
  27. dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
  28. het huilen staat hem nader dan het lachen (=hij ziet er vooral de trieste kant van)
  29. hij zoekt zijn paard en hij zit er op (=hij zoekt iets wat voor zijn neus is, wat iedereen ziet)
  30. ter wereld is er geen dodelijker venijn, dan vriend te schijnen en vijand te zijn (=hoed je voor onoprechte vrienden)
  31. van hoop alleen kan men niet leven. (=hoop is belangrijk maar niet voldoende om te slagen in het leven)
  32. het kruis nageven (=hopen dat hij vooral nooit meer weerkomt)
  33. hutje bij mutje leggen (=ieder draagt bij voor het deel dat die kan)
  34. ieder trekt aan zijn streng (=ieder kiest voor zichzelf)
  35. het muist al wat van katten komt (=ieder volgt zijn karakter)
  36. `s Lands wijs, `s lands eer (=ieder volk is gehecht aan zijn eigen gewoonten, hoewel anderen ze maar raar vinden)
  37. elk is een dief in zijn nering (=ieder zoekt zijn voordeel)
  38. men vindt geen molenaar of hij at gestolen koren. (=ieder zoekt zijn voordeel, ook al is het ten koste van anderen.)
  39. maak je bed zoals je wilt slapen (=iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen daden)
  40. ieder is zichzelf het naast (=iedereen kiest in het slechtste geval voor zichzelf)
  41. men heeft hem de hoorns opgezet (=iemand (vooral een bekende) heeft een relatie met zijn vrouw)
  42. iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
  43. iemand iets in de schoenen schuiven (=iemand aanwijzen als de schuldige of als de verantwoordelijke voor een mislukking)
  44. iemand doodverven met iets (=iemand bestemd voor een post achten, iemand als de dader van iets afschilderen (doodverf is grondverf)[1])
  45. een kind van zijn tijd (=iemand die leeft volgens de in zijn tijd heersende opvattingen)
  46. een kale kip kan nog leggen (=iemand die niets heeft, kan nog voor je werken)
  47. de dorsende os zult gij niet muilbanden (=iemand die voor je werkt moet je goed behandelen)
  48. een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
  49. een profeet die brood eet (=iemand die waardeloze voorspellingen doet)
  50. een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen