Spreekwoorden met `or`

Zoek


790 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `or`

  1. elk ziet door zijn eigen bril (=ieder ziet het op zijn eigen manier)
  2. elke bos stro waait voor de wind (=onder makkelijke omstandigheden kan iedereen welvaren of iets uitvoeren)
  3. er behoort meer tot een huishouden dan het zoutvat. (=er zijn veel bijkomende kosten)
  4. er de hand voor in het vuur steken (=heel zeker weten dat iets zo is)
  5. er de handen voor op elkaar krijgen (=er steun (applaus) voor krijgen)
  6. er de vingers voor durven opsteken (=iets durven aanvaarden - zijn verantwoordelijkheid durven opnemen)
  7. er een muisje van hebben horen piepen (=er iets van gehoord hebben)
  8. er een stokje voor steken (=iets verhinderen)
  9. er een streepje door lopen (=erg vreemd zijn/gedragen)
  10. er geen oog voor hebben (=er niet op letten)
  11. er geen woorden aan vuilmaken (=er niets eens over spreken)
  12. er heet noch koud van worden (=zich nergens iets van aantrekken)
  13. er is geen doorkomen aan (=je geraakt er niet door)
  14. er is nog nooit een kok gevonden die koken kan voor alle monden (=je kunt het niet iedereen naar de zin maken)
  15. er kan nog een kabeljauw onderdoor (=er is ruimte genoeg (brug, speling))
  16. er komt een dominee voorbij (=er valt een plotselinge stilte in een rumoerig gezelschap)
  17. er komt moord en doodslag van (=het komt tot grote problemen)
  18. er loopt bij hem een streep door (=hij is een beetje gek)
  19. er mee voor de draad komen (=zeggen wat de precieze bedoeling is)
  20. er naar uitkijken als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=iets vol verwachting tegemoet zien)
  21. er onderdoor gaan (=ziek worden, bankroet gaan, oververmoeid raken)
  22. er oog voor hebben (=er de waarde van inzien of aandacht voor hebben)
  23. er oren naar hebben (=er wel iets in zien)
  24. er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
  25. er voor gaan (=besluiten aan een onzekere onderneming te beginnen en zich er volledig voor in te zetten)
  26. er voor geknipt zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
  27. er voor in de wieg gelegd zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
  28. er voor opdraaien (=het werk van een ander doen)
  29. er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  30. er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
  31. er voor tekenen (=het met plezier willen aanvaarden)
  32. er wordt een erfenis verdeeld. (=gezegd als iets erg lang duurt)
  33. er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
  34. er zijn hoed voor afnemen (=er voor in bewondering staan)
  35. er zijn neus voor optrekken (=zich te goed vinden om iets te doen)
  36. er zijn pink wel voor willen geven (=iets heel graag willen hebben)
  37. er zouden geen achterklappers zijn waren er geen aanhoorders (=er wordt alleen geroddeld als er ook naar geluisterd wordt)
  38. erbij staan voor Jan met de korte achternaam (=geen zinvolle activiteit hebben)
  39. eruit zien om door een ringetje te halen (=er keurig uitzien)
  40. eten uit de korf zonder zorg (=geen zorgen meer hebben over zijn levensonderhoud)
  41. ex tempore (=onvoorbereid) (Latijn)
  42. fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
  43. gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim doorvertelt is het geen geheim meer)
  44. geen a voor een b kennen (=erg dom zijn)
  45. geen blad voor de mond nemen (=precies zeggen hoe er over iets gedacht wordt)
  46. geen dag zonder zorgen (=er is altijd wel iets om je zorgen over te maken.)
  47. geen ding betert door ouderdom (=alles verslijt door de ouderdom)
  48. geen ezel en kan zijn eigen oren afbijten. (=het onmogelijke hoef je niet te doen.)
  49. geen hand voor ogen zien (=zich in totale duisternis (of dichte mist) bevinden)
  50. geen knip voor de neus waard zijn (=zijn vak niet kennen en er geen verstand van hebben)

1299 betekenissen bevatten `or`

  1. door vragen wordt men wijs (=door het stellen van vragen kun je veel te weten komen en veel kennis opdoen)
  2. buurmans leed troost (=door het verdriet of de pijn van een ander kun je je eigen verdriet en pijn beter verdragen)
  3. tijd slijt (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  4. tijd heelt alle wonden (=door het verloop van tijd worden herinneringen zwakker en de erge dingen minder erg)
  5. aan iemands leiband (=door iemand geleid)
  6. een spaak in het wiel steken (=door iemands ingrijpen gaat een plan van de ander niet door)
  7. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  8. de regen schuwen en in de sloot vallen (=door iets onaangenaams te ontwijken in nog groter problemen komen)
  9. al doende leert men (=door iets vaak te doen, leert men hoe het moet.)
  10. de nekslag geven (=door iets wordt de situatie een te groot probleem waardoor men het niet meer aan kan)
  11. ondervinding is de beste leermeester (=door iets zelf mee te maken of te oefenen leert men het snelst)
  12. aan de hand van (=door middel van)
  13. met gesloten beurs betalen (=door middel van een wederzijdse schuld het bedrag verrekenen)
  14. met vallen en opstaan (leren) (=door mislukkingen leren)
  15. het paard van Troje binnenhalen (=door onnadenkendheid of onnozelheid de vijand toelaten)
  16. eigen roem/lof stinkt (=door over jezelf op te scheppen maak je een nare indruk)
  17. oefening baart kunst (=door veel te oefenen verbeteren de prestaties)
  18. liefde is blind (=door verliefdheid de gebreken van een ander niet zien)
  19. alle vrijers zijn rijk. (=door verliefdheid de negatieve dingen van je partner niet zien)
  20. de gestage drup holt de steen (uit) (=door vol te houden wordt uiteindelijk wel het doel bereikt)
  21. voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
  22. voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast (=door voorzichtig te zijn, gaan tere zaken langer mee)
  23. men vangt meer vliegen met honing/stroop dan met azijn (=door vriendelijk te zijn bereik je meer bij iemand dan met lelijke woorden)
  24. de ochtendstond/morgenstond heeft goud in de mond (=door vroeg te beginnen kan men meer werk verrichten)
  25. door het lint gaan (=door woede je emoties niet (meer) onder controle kunnen houden)
  26. alleen een piepend wiel krijgt olie (=door zich opvallend te gedragen bekomt men aandacht)
  27. zuinigheid met vlijt, bouwt huizen als kastelen (=door zuinig en ijverig te zijn, kan men veel bereiken)
  28. over lijken gaan (=doordouwen zonder oog voor ethiek of moraal)
  29. de draad oppakken (=doorgaan van de plaats waar je was gestopt)
  30. iets/iemand in de gaten hebben/krijgen (=doorkrijgen hoe dingen in elkaar steken of zicht houden op de situatie)
  31. met een waterzeil thuiskomen (=doornat zijn)
  32. spijkers met koppen slaan (=doortastend optreden)
  33. korte metten maken (=doortastend optreden)
  34. doorgaan tot het gaatje (=doorzetten tot het einde is bereikt)
  35. door de mand vallen (=doorzien worden)
  36. een stuk in je kraag drinken (=dronken worden)
  37. met een rode letter aangetekend staan (=duidelijk vermeld , zodanig dat het zeker niet vergeten wordt)
  38. onder de neus wrijven (=duidelijk zeggen wat er van gevonden wordt)
  39. leven als een god in Frankrijk (=een aangenaam en zorgeloos leven hebben)
  40. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
  41. de knoop doorhakken (=een beslissing forceren. (Afgeleid van het verhaal van de Gordiaanse knoop))
  42. voor paal/schut staan (=een blunder begaan voor de ogen van anderen (en schamen))
  43. een natte deken (=een borrel)
  44. een pannetje lusten (=een borrel lusten)
  45. een kringetje drinken. (=een borreltje drinken.)
  46. een slaapmutsje nemen (=een borreltje nemen voor het slapen gaan)
  47. het laken door het oog van de schaar halen. (=een deel voor jezelf houden.)
  48. een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
  49. een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
  50. dat is opgelegd pandoer (=een duidelijke van te voren afgesproken zaak)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen