457 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vo`
- hoe later op de avond, hoe schoner volk. (=vriendelijke of juist schertsende verwelkoming van late bezoekers)
- hoe later op de avond/dag hoe schoner volk (=schertsend gezegd bij het laat binnenkomen van vrienden of familie)
- hoogmoed komt voor de val (=iemand die erg trots is of hoogmoedig, krijgt gauw de bijbehorende ellende)
- ieder voor zich en God voor ons allen (=niemand helpt elkaar)
- iemand (aan) de pols voelen (=iemand uithoren)
- iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)
- iemand achter de broek/veren/vodden zitten (=iemand aansporen/opjagen / nauwlettend volgen)
- iemand de huid vol schelden (=iemand uitschelden)
- iemand de voet dwars zetten (=tegenwerken)
- iemand de voet kussen (=erg onderdanig naar iemand doen)
- iemand de voet lichten (=iemand op gemene manier de baan afnemen)
- iemand de voeten spoelen (=iemand doen verdrinken / in zee verdrinken)
- iemand een rad voor de ogen draaien (=iemand iets wijsmaken / iemand op gemene wijze bedriegen)
- iemand een worst voorhouden (=iemand een voordeeltje in het vooruitzicht stellen, teneinde hem te bewegen ergens mee akkoord te gaan)
- iemand ergens voor warm maken (=iemands interesse voor iets opwekken)
- iemand het gras voor de voeten wegmaaien (=iemand alle kansen ontnemen)
- iemand het volle pond geven (=uitvoerig en duidelijk antwoorden)
- iemand het voordeel van de twijfel gunnen (=een onzekere factor voor hem zo gunstig mogelijk laten meetellen)
- iemand iets voor de voeten gooien (=iemand met iets confronteren)
- iemand iets voor de voeten werpen (=iemand beschuldigen van iets)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand op zijn voorman zetten (=iemand nadrukkelijk op zijn plicht wijzen)
- iemand uitmaken voor rotte vis (=iemand uitschelden voor alles wat mooi en lelijk is)
- iemand van het hoofd tot de voeten meten (=iemand heel nauwkeurig onderzoeken)
- iemand vol lood pompen (=iemand genadeloos neerschieten)
- iemand voor het hoofd stoten (=iemand beledigen of kwetsen)
- iemand voor het lapje houden (=iemand iets wijs maken of voor de gek houden)
- iemand voor het naadgaren zetten (=iemand voor de schulden laten opdraaien)
- iemand voor paal zetten (=iemand belachelijk maken of vernederen.)
- iemand voor vol aanzien (=iemand serieus nemen en respecteren.)
- iemands hete adem in je nek voelen (=merken dat een ander je bijna inhaalt; opgejut of opgejaagd worden)
- iemands voetstappen drukken (=iemands voorbeeld volgen of hetzelfde beroep gaan doen)
- iemands voetveeg zijn (=iemands slaaf zijn (zich alles moeten laten welgevallen))
- iets in zijn schild voeren (=iets van plan zijn, een geheim hebben, stilzwijgend een plan uitvoeren)
- iets mannetje voor mannetje doen (=iets strikt volgens plan uitvoeren)
- iets voetstoots aannemen (=iets geloven zonder bewijs)
- iets voor de boeg hebben (=nog werk te doen hebben. / Nog iets mee moeten maken)
- iets voor de kat zijn viool doen (=iets voor niets doen)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- iets voor geen goud willen doen (=iets absoluut niet willen doen)
- iets voor het voetlicht brengen (=iets onder de aandacht brengen)
- iets voor Jan Joker doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- iets voor Jan Lul doen (=moeite doen zonder enig resultaat of waardering)
- iets voor zijn verantwoording nemen (=iets op zich nemen)
- iets voor zoete koek aannemen (=iets geloven wat je hoort of ziet zonder kritisch te zijn.)
- iets voor zoete koek slikken (=iets zomaar geloven)
- ik vond het niet zo bie (=ik vond het niet zo geweldig)
- in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
- in mei leggen alle vogels een ei (=weerspreuk: aanduiding dat in mei het broedseizoen begint)
- in voce (=op dat woord) (Latijn)
798 betekenissen bevatten `vo`
- er dienen geen twee masten op een schip (=er kan er maar één het bevel voeren)
- er koksgast van blijven (=er niets van krijgen , er geen vooruitgang mee maken)
- er een schepje opdoen (=er nog wat aan toevoegen)
- met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
- er de handen voor op elkaar krijgen (=er steun (applaus) voor krijgen)
- er een melkkoetje aan hebben (=er veel voordeel uit kunnen halen)
- de dood of de gladiolen (=er vol voor gaan, zonder compromissen.)
- feestelijk danken (=er voor danken maar het zeker niet aannemen)
- er zijn hoed voor afnemen (=er voor in bewondering staan)
- er voor piet snot bij zitten (=er voor niets bijzitten)
- er voor spek en bonen bij zitten (=er voor niets bijzitten)
- er een punt achter zetten (=er voorgoed mee stoppen)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er voor geknipt zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
- er voor in de wieg gelegd zijn (=er zeer geschikt voor zijn)
- voor elk wat wils (=er zit voor iedereen wel wat bij)
- een brave Hendrik zijn (=erg braaf zijn of zich zo voordoen)
- iets wikken en wegen (=erg lang over iets nadenken en alle voors- en tegens afwegen)
- aan de leiband lopen (=erg volgzaam zijn)
- bang zijn zich aan koud water te branden (=erg voorzichtig zijn)
- met knikkende knieën (=erg zenuwachtig zijn voor iets)
- goed en bloed voor iets offeren (=ergens alles voor over hebben (goed=bezittingen, bloed=het leven))
- naar iets talen (=ergens belangstelling voor hebben)
- zeeën van tijd hebben (=ergens erg veel tijd voor hebben)
- genade vinden (=ergens geen straf voor krijgen of iets niet toegerekend worden)
- lont ruiken (=ergens het vermoeden toe hebben / het gevaar tijdig aanvoelen)
- in de termen vallen (=ergens in aanmerking voor komen)
- een vreemdeling in Jeruzalem zijn (=ergens niet bekend zijn met de gang van zaken of zich ergens niet thuis voelen)
- er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
- dat raakt mijn koude kleren niet (=ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren)
- voor iemand of iets zijn petje afnemen (=ergens respect voor hebben)
- het voor de deuren van de hel weghalen. (=ergens veel moeite voor doen)
- kruis of munt gooien (=ervoor loten)
- iemand iets door de neus boren (=ervoor zorgen dat iemand iets niet krijgt)
- iets in goede banen leiden (=ervoor zorgen dat iets goed verloopt)
- er de angel uittrekken (=ervoor zorgen dat iets minder gevaarlijk wordt door het meest gevaarlijke deel onschadelijk te maken; iets minder pijnlijk maken)
- iets aan banden leggen (=ervoor zorgen dat iets zich niet verder kan uitbreiden)
- acte de présence geven (=ervoor zorgen dat je ergens aanwezig bent)
- een wig drijven tussen twee personen (=ervoor zorgen dat ze ruzie krijgen)
- aan de ene voet een schoen, de ander blootvoets (=evenwicht is voornaamst)
- getelde schapen lopen het hok uit. (=exact alles van tevoren weten)
- de bocht achter/onder de arm houden (=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- jezelf tegenkomen (=geconfronteerd worden met de gevolgen van je eigen acties.)
- de reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent (=geef niet op voor het doel geheel is bereikt)
- er geen been in zien (=geen bezwaar onderkennen. Er niet voor terugschrikken)
- te groot voor een servet en te klein voor een tafellaken (=geen kind meer, maar nog te jong voor volwassen zaken)
- uit de kleine kinderen zijn (=geen kleine kinderen meer hoeven opvoeden)
- iets aan je laars lappen (=geen notitie nemen van regels, wet of voorschriften)
- in de piepzak zitten (=geen oplossing weten, Bang zijn voor de gevolgen)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen