2743 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de`
- bekend staan als de bonte hond met de blauwe staart (=berucht)
- belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
- beneden alle peil (=stijlloos)
- beproeft alle dingen en behoudt het goede. (=weet wat er allemaal is, maar doe alleen de goede dingen)
- berouw komt na de zonde (=als het eenmaal gebeurd is komt pas de berouw)
- betalen als de paus geus wordt (=nooit betalen)
- beter blode Jan dan dode Jan (=het is beter zich laf blood te gedragen, dan te sterven, dood te zijn)
- beter één ezel voor de ploeg dan twee paarden op stal. (=kiezen voor zekerheid.)
- beter een goede buur dan een verre vriend (=vriendschap op afstand is minder waardevol)
- beter één vogel in de hand dan tien in de lucht (=liever een beetje dan helemaal niets / kleine concrete resultaten zijn beter dan grootse plannen)
- beter hard geblazen dan de mond gebrand (=het is beter dat men zich inspant dan dat er door slordigheid of luiheid iets fout gaat)
- beter rapen aan eigen dis dan elders vlees of vis (=oost West thuis best)
- beter thuis rapen eten dan elders gebraad. (=thuis is het altijd nog het beste.)
- beurs op de knip / Hand op de knip (=geen geld (meer) uitgeven)
- bij de duivel te biecht gaan (=bij de vijand om raad gaan)
- bij de kladden krijgen (=te pakken krijgen)
- bij de mieren zijn (=dood)
- bij de neus hebben (=iets wijsmaken)
- bij de pakken neerzitten (=geen oplossing meer zoeken, niet meer verder doen)
- bij de pinken zijn (=snel dingen begrijpen, Handig en flink zijn, Vroeg opstaan)
- bij de roes (=alles door elkaar)
- bij de styx zweren (=styx is rivier in onderwereld)
- bij de tekst blijven (=bij het oorspronkelijke plan blijven)
- bij de vleet (=er is meer dan voldoende van (vleet was vroeger een groot visnet))
- bij het scheiden van de markt leert men de kooplui kennen (=iemands ware karakter blijkt pas als het erop aankomt)
- bij kleine lapjes leert men de hond leer eten. (=geleidelijk aan wen je zelfs aan de onmogelijkste dingen.)
- bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
- bij moeders pappot (=thuis)
- bij moeders pappot blijven (=thuis blijven - enkel spreken over iets waar men iets over weet)
- bij Neck om naar den Haag (=een onnodige omweg maken)
- bij Sint Joris in de kost zijn (=ergens gratis eten)
- bijl en blok zijn behouden. (=vrouw en kind hebben de bevalling overleefd.)
- binnen de kortste keren (=heel snel, bijna onmiddellijk)
- binnen de lijntjes kleuren (=netjes handelen, niets doen wat niet mag)
- binnen de perken blijven (=zodanig beperkt blijven dat het niet te veel overlast of schade veroorzaakt)
- bitter in de mond maakt het hart gezond (=ook wat minder aangenaam is, kan gezond of goed zijn)
- blaffende honden bijten niet (=zij die het hardst roepen, zijn het minst gevaarlijk)
- boeren en varkens worden knorrend vet (=een boer die klaagt heeft daar wellicht geen reden toe)
- borgen is geen kwijtschelden (=uitstel is geen afstel)
- boter aan de galg smeren (=tevergeefse moeite doen, iets zal niet helpen)
- boter bij de vis (=betaling bij de levering)
- botertje aan de boom zijn / het is botertje tot de boom (=alles gaat goed zonder problemen)
- boven aarde staan (=overleden zijn maar nog niet begraven)
- boven de pet gaan (=er niets van begrijpen)
- boven de wet staan (=niet gebonden zijn aan de wet)
- branden als een (tiere)lier (=een heel erg hevige brand)
- branden als een fakkel (=zeer fel branden)
- brandende kwestie (=een dringende, actuele zaak)
- brede schouders hebben (=veel kunnen verdragen)
- breek me de bek niet open (=begin daar maar niet over, want daar kan ik heel veel negatieve dingen over vertellen)
2390 betekenissen bevatten `de`
- aan het laatje zitten (=bij de bron zitten / geld hebben)
- op de poot spelen (=bij de kleinste tegenslag flink te keer gaan/razen)
- bij de duivel te biecht gaan (=bij de vijand om raad gaan)
- in andermans weide lopen de vetste koeien. (=bij een ander lijkt het altijd beter)
- vis moet (wil) zwemmen (=bij een goede maaltijd hoort een goed glas wijn (bier))
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien. (=bij gemis aan het gewone moet men zijn toevlucht soms wel tot iets duurders nemen.)
- waar er twee ruilen moet er een huilen (=bij het ruilen is de een altijd beter af dan de ander)
- bij kris en kras volhouden (=bij hoog en bij laag volhouden)
- wijd en zijd zijn (=bij iedereen bekend zijn)
- iemand in het zeer tasten (=bij iemand de gevoelige plek raken)
- nood breekt wet (=bij moeilijke omstandigheden is er meer geoorloofd)
- op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)
- gezouten scherts (=bijtende scherts)
- de koning te rijk zijn. (=bijzonder gelukkig zijn)
- in een goed blaadje staan (=bijzonder gewaardeerd worden)
- nijdig als een spin (=bijzonder nijdig)
- de lakense bril erbij opzetten (=bijzonder scherp toekijken)
- zo stijf als een bonenstaak (=bijzonder stijf)
- zo stil dat je een speld kunt horen vallen (=bijzonder stil)
- van luie Kees (=bijzonder traag)
- van een leien dakje gaan (=bijzonder vlot en zonder problemen verlopen)
- in het oog houden (=binnen het gezichtsveld houden)
- je kop erbij houden (=blijven opletten, aandacht vasthouden)
- op de been blijven (=blijven staan; niet ziek worden; niet verslagen worden)
- de ogen verblinden (=blind maken voor de waarheid)
- in den blinde (=blindelings)
- zo rood worden als een kalkoense haan (=bloedrood worden (van schaamte))
- in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
- de aardappelen komen niet voor de eikenblaren (=boerenregel. de aardappelplant begint te groeien als de eik in het blad komt)
- de gal loopt over (=boos worden)
- in de gordijnen klimmen (=boos worden)
- kinderen die vragen worden overgeslagen (=brutale kinderen die altijd overal om vragen, worden genegeerd)
- zin noch wit hebben (=buiten jezelf zijn van woede)
- ze waren fout (=collaborateurs en fascisten gedurende de Tweede Wereldoorlog)
- een daad stellen. (=concrete aktie ondernemen)
- voeling houden met (=contact houden met)
- daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie)
- dat kan het paard niet trekken. (=daar heb ik onvoldoende geld voor)
- het is daar armoe troef (=daar heerst grote armoede)
- daar valt wel een mouw aan te passen (=daar is wel een oplossing voor te vinden)
- daar zal wat zwaaien (=daar zal een hartig woordje gesproken worden)
- daar zit `em de kneep/knoop (=daar zitten de moeilijkheden/problemen)
- die snaar moet men niet aanroeren (=daarover moet niet gesproken worden)
- op de schobberdebonk leven (=dakloos zijn en/of bedelend leven)
- dat is een paal onder water (=dat brengt meer nadeel dan voordeel)
- daar kan de schoorsteen niet van roken (=dat brengt niets op / men kan niet alleen van vriendelijke woorden leven)
- dat staat op de agenda (=dat gaat nog gebeuren; dat gaat nog besproken worden)
- zo gaan er twaalf in het dozijn (=dat heeft weinig waarde)
- zo gaan er dertien in een dozijn (=dat heeft weinig waarde, is niet zo bijzonder)
50 dialectgezegden bevatten `de`
- 't es doar de grooëte luxe (=het gaat er luxueus aan toe) (Waregems)
- 't Es duvelkeskermis (=Als de zon schijnt en het regent) (Hulsters (NL))
- 't es echt dat 't woar es (=het is zeker de waarheid) (Waregems)
- 'T es een biëlle tussen die twië (=de verloving is afgesprongen (gedaan) ) (Harelbeeks)
- 't es een scheet in een fles (=het is de moeite niet) (Moes)
- 't es en remedie tegen de liefde (=een lelijke vrouw) (Gents)
- 't es ermój troef (=Zegt men o.a. als er niet veel meer in huis is en het hoogtijd is om naar de winkel te gaan) (Stals)
- 't es gènk (=het spel zit op de wagen) (Brakels)
- 't es gesketen, a liet ze zitten (=de verloving is verbroken) (Meers)
- 't es in de sacoche (=de zaak is voor mekaar) (Lovendegems)
- 't es in de sakkosj (=da's voor mekaar / de buit is binnen) (Wichels)
- 't es in de sakosj (=de zaak is afgehandeld) (Meers)
- 't ès jinne voer ip de kriekelaere te zetn (=Dat is een zeer lelijke vrouw) (Lauws)
- 't es kermes in d'hel (=het regent en de zon schijnt) (Overijses)
- 'T es kermesse in d'helle (=het regent terwijl de zon schijnt) (Oudenaards)
- 't ès kérmis èn de hél (=als het regent en de zon schijnt) (Bilzers)
- 't Es kirmess' in d' elle (=Het regent terwijl de zon schijnt) (Evergems)
- 't es nar de vantjes (=het is stuk) (Wichels)
- 't ès nie umdat zë pieëd daud lik èn de garaasj, daste de poeët moes loeëte oeëpe stoeën (=je gulp staat open) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't Es nie vier de wens, maer vier de cens. (='t is niet voor de wensen, maar voor de centen.) (Genker)
- 't es noa de kluud'n (=Het is om zeep) (Hansbeeks)
- 't es nor de vontjes (=onherroepelijk verloren zijn, naar de bliksem, om zeep zijn) (Meers)
- 't es on zè lijf gegoten (=het kledingstuk is de juiste maat, de job past hem volledig) (Meers)
- 't ès t'onuuzel om oan d'innen te brokkeln (=de moeite niet waard) (Brakels)
- 'T es te dunne vwur an de kiekens te geev'n (=Het is flauwe zever) (Harelbeeks)
- 't es van de ond zijn kluten (=het slaat tegen) (Wetters)
- 't es van den ond (=de zaak is om zeep) (Meers)
- 't es van'n trok dagge moetj leven (=je moet de gelegenheid te baat nemen) (Ninoofs)
- 't fas afsteken (=de nek oversnijden) (Moes)
- 't feestje viel totoal ien 't wodder (=de festiviteiten zijn mislukt) (Westerkwartiers)
- 't fluit os z'in de wint stoat (=zij is graatmager) (Kaprijks)
- 't Gae nie mi d'n staende waegen (=Het hoeft niet zo vlug, je kunt er de tijd voor nemen) (Zeeuws)
- 'T geit in de sjräöm, 't geit in de pepiere (=Het loopt in de papieren.) (Roermonds)
- 't geld blift ien de wereld, wij goan d'r uut (=men heeft geld nodig maar niet meer dan nodig) (Westerkwartiers)
- 't geld glid 'em deur de vingers hen (=hij geeft gemakkelijk veel geld uit) (Westerkwartiers)
- 't geldj op de struik leggen (=iets niet betalen) (Meers)
- 't geloof ès noë de botte (=daar kan ik moeilijk inkomen) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't geloof ès noeë de botte (=het is hopeloos !) (Munsterbilzen - Minsters)
- 't geluk het 'em de rug toekeerd (=het geluk heeft hem in de steek gelaten) (Westerkwartiers)
- 't gesproken dagblad (=het nieuws op de radio) (Turnhouts)
- 't gesproken dagblad; de gesproken gazet (=nieuws op de radio) (Geels)
- 't gevoar onner oog'n zien (=het gevaar proberen uit de weg te ruimen) (Westerkwartiers)
- 't gijt altied over de onneuzelst'n (=zwakke mensen zijn altijd het mikpunt) (Westerkwartiers)
- 't gijt om 't spel, niet om 'e knikkers (=het gaat er niet om wie wint, het gaat om de gezelligheid) (Westerkwartiers)
- 't Glim azz 'n hondekullechie in de maneschijn (=Het glimt / glanst heel erg) (Hoeksche Waards)
- 't go mollejoengn reegn, mollejoeng braakn (=de lucht wordt zwart en het zal hevig regenen) (Ostêns)
- 't Goa ree'nen, de verkens luup'n mee struut in uir muile (=Wanneer iemand een sigaar of sigaret rookt) (Lierdens)
- 't goar'n zit ien tuus (=het garen zit in de war) (Westerkwartiers)
- 't gopt link nen oovn (=dat ligt toch voor de hand) (Waregems)
- 't groeën stoet al in d'oeër'n (=de aren van het graan zijn reeds geschoten) (Meers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen