411 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `ver`
- een huis met zilveren pannen. (=een huis waar een hoge hypotheek op rust)
- een koopje leveren (=iets onaangenaams doen)
- een liedje van verlangen (=iets nog even proberen uit te stellen)
- een liedje van verlangen zingen (=op allerlei manieren een wens uitspreken)
- een oude boom moet je niet verpoten. (=ouderen houden niet van veranderingen)
- een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
- een rollende steen vergaart geen mos. (=voortdurende verandering werpen vaak geen vruchten af)
- een schop van een ezel kunnen verdragen (=je moet het aankunnen dat iemand zonder verstand van zaken kritiek geeft)
- een slak op de goede weg, wint het van een haas op de verkeerde weg (=je kunt beter iets langzaam en goed doen, dan snel en niet goed)
- een stoel in de hemel verdienen (=je door een goed werk onderscheiden)
- een verborgen agenda hebben (=een doel hebben dat voor de anderen verborgen gehouden wordt, bijvoorbeeld in een samenwerkingsverband)
- een verdieping op zijn huis zetten (=hypotheek nemen)
- een verschil van dag en nacht. (=een heel groot verschil.)
- een visje verschalken (=een kleinigheid meepikken)
- een vogel kent men aan zijn veren (=het uitwendige zegt ook iets over de aard, het karakter)
- een vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken (=mensen veranderen zelden echt)
- een vriendelijk gezicht brengt overal licht (=een vrolijk persoon weet vaak meer te bereiken dan een nors persoon)
- een zilveren dak op het huis hebben (=wonen in een huis dat gebouwd is met geleend geld)
- een zuiver geweten is het beste oorkussen. (=als je eerlijk bent slaap je gerust)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er een nachtje over willen slapen (=er eerst over na willen denken)
- er een plasje overheen doen (=ergens een kleine wijziging in aan (laten) brengen, dat wel duidelijk laat zien dat de afzender iemand van belang is)
- er geen gras over laten groeien (=onmiddellijk profiteren, uitvoeren)
- er je eigen plasje overheen doen (=iets een beetje veranderen zodat helemaal naar je zin is. In werksituaties kan dit soms uit de hand lopen, als er veel belanghebbers zijn die allemaal hun eigen plasje over een document willen doen. Het kan dan resulteren in een onleesbare tekst.)
- er loopt hem een luis over de lever (=hij windt zich al over het minste op)
- er niet over uit kunnen (=er niet over kunnen zwijgen, er zwaar door getroffen zijn)
- er over oordelen als een blinde over de kleuren (=erover oordelen zonder kennis van zaken)
- er over vallen (=zich een probleem aantrekken)
- er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
- er verstand van hebben als een kraai van een zaterdag (=er geen verstand van hebben)
- er wordt een erfenis verdeeld. (=gezegd als iets erg lang duurt)
- ergens over inzitten (=zich zorgen over maken over iets)
- ergens verzeild raken (=ergens onbedoeld terechtkomen)
- fiolen van toorn over iemand uitstorten (=aan iemand duidelijk laten blijken dat je kwaad op diegene bent)
- gedeeld geheim, verloren geheim. (=als je een geheim doorvertelt is het geen geheim meer)
- geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
- geef een ezel klaver hij loopt naar de distels/biezen. (=sommige mensen zijn nooit tevreden met wat ze hebben)
- geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
- geen heil verwachten (=niets positiefs zien)
- geen klaviertje over slaan (=alle bijzonderheden in acht nemen)
- geen man over boord zijn (=iets is niet zo erg, het had veel erger gekund)
- geen spier vertrekken (=zonder enige emotie over zich heen laten gaan)
- geen spreker die een zwijger verbetert. (=als je niets zegt zeg je niets verkeerds)
- geen vin verroeren (=heel stil zonder beweging zijn)
- geen voet verzetten (=niet bewegen - niets willen doen)
- geen zuivere koffie (=er is iets niet in orde)
- geld over de balk gooien (of smijten) (=geld verspillen, zonder nadenken uitgeven)
- geld verzoet de arbeid (=geld dat je krijgt maakt het harde vervelende werk weer goed)
- getrouwd zijn over de puthaak (=onwettig samenwonen)
- goed uit de verf komen (=beter tot uiting komen of succesvoller zijn dan verwacht.)
1116 betekenissen bevatten `ver`
- dat is zo breed als het lang is (=dat verandert niets aan de zaak)
- de natuur is sterker dan de leer (=datgene wat aangeleerd is wordt gauw vergeten)
- de kraan dichtdraaien (=de (financiële) hulp sterk verminderen of stopzetten)
- de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
- uit het oog, uit het hart (=de aandacht voor iemand verliezen, als die persoon niet meer in de nabijheid is)
- het bloed kruipt waar het niet gaan kan (=de aard verloochent zich nooit)
- de broek aan hebben (=de baas spelen (van een vrouw over haar man), het voor het zeggen hebben)
- de touwtjes in handen hebben (=de controle hebben over een situatie.)
- het stuur kwijt zijn (=de controle verloren hebben)
- mastiek maken (=de dagelijkse schoonmaak verrichten)
- het kastje bij het muurtje laten blijven (=de dingen niet gaan overdrijven)
- de dingen op hun kop zetten (=de dingen verkeerd of omgekeerd bekijken)
- het waren allebeiden vuilaards. (=de een verwijt de ander iets waaraan hij zich)
- als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
- de rokende vlaswiek niet uitblussen (=de ijverigheid niet doven)
- de jongste ezel moet het pak dragen (=de jongste moet de vervelende klusjes opknappen)
- aan een zijden draadje hangen (=de kansen zijn nog niet verkeken, maar het scheelt erg weinig)
- de bazuin steken (=de lof verkondigen)
- de draad kwijt zijn (=de loop van het verhaal niet meer kunnen volgen)
- eerste viool willen spelen (=de meest prominente taak willen vervullen, bijvoorbeeld als leider of woordvoerder van de groep)
- door de bril van een ander zien (=de mening van een ander blind vertrouwen)
- de wind waait uit een andere hoek (=de meningen/omstandigheden zijn veranderd)
- geen zorgen voor morgen, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad (=de moeilijkheden van vandaag zijn genoeg om je zorgen over te maken)
- iemand kunnen maken en breken (=de mogelijkheid hebben te beslissingen over iemands leven en dood en welbevinden)
- niet door de beugel kunnen (=de norm overschrijden van wat aanvaardbaar of behoorlijk is)
- de bordjes zijn verhangen (=de omstandigheden zijn veranderd)
- de grote vissen eten de kleine (=de ondergeschikten moeten doen wat de baas zegt / het slachtoffer worden van overmacht.)
- het middel is erger dan de kwaal (=de oplossing veroorzaakt nog meer schade)
- een streep door de rekening halen (=de schuld van iemand kwijtschelden en het er niet meer over hebben)
- van de wal in de sloot (helpen) (=de situatie verergeren in plaats van verbeteren)
- eind goed, al goed (=de tegenslagen zijn gauw vergeten als het goed afloopt)
- een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)
- het moeras insturen (=de verkeerde richting op sturen)
- de rode cijfers (=de verliescijfers)
- wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
- de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
- er geen doekjes om winden (=de waarheid onverbloemd vertellen)
- een draai aan iets geven (=de waarheid verdraaien)
- het pleit beslechten/beslissen/verliezen (=de zaak definitief verliezen)
- de ossen achter de ploeg spannen (=de zaak verkeerd aanpakken)
- oude wijn in nieuwe zakken (=de zaken zijn anders gepresenteerd, maar niet wezenlijk veranderd)
- als men van de duivel spreekt trapt men hem op zijn staart (=degene waarover men spreekt, laat zich dikwijls op dat moment zien)
- bezint eer ge begint (=denk goed na over de gevolgen voordat je actie onderneemt)
- de waarheid in pacht hebben (=denken de enige te zijn die de waarheid kent of vertelt)
- dat zaakje zal wel doodbloeden (=die kwestie zal geleidelijk aan wel worden vergeten)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- wiens brood men eet, diens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- uit wiens hand men eet wiens woord men spreekt (=diegene bij wie we ons geld verdienen geven we meestal gelijk)
- sijmen betaalt (=diegene die het minste verdient draagt de kosten)
- moet is een bitter kruid. (=dingen die men moet doen kunnen onaangenaam of vervelend zijn.)
50 dialectgezegden bevatten `ver`
- de duvejongen zitten op den boord van t'nest (=een meisje met haar borsten ver bloot) (Roeselaars)
- De eppel valle nit wied van d'r boom. (=De appels vallen niet ver van de boom.) (Kerkraads)
- de goej moettën ët gemeinlëk vër de koj besnietë (=zij die fatsoenlijk leven, moeten gewoonlijk boeten voor zij die hun voeten eraan vegen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hëbsët raech vër stoem en lëlëk te zin, mér dich iëvërdraajfs wol ën heil bitsje (=je mag van mij zowel dom als lelijk zijn, maar ik vind dat jij ferm overdrijft) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hoes geen mëlk te gaeve, vër ën koe te zin (=aan het uiterlijk zie je niet steeds of iemand slim of dom is.) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hoes nie den heilen trap te zien vër den ieëste stap te zètte (=één minuut bestaat uit zestig seconden) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hübs et vër et zègge (=aan u de beslissing) (Munsterbilzen - Minsters)
- de hülset nie vër miëglek (=ongelooflijk!) (Bilzers)
- de is wijt zat (=dat is ver genoeg) (Heezers)
- de këstônzjëlë aut ët vieër haolë vër nen aandrë (=geen risico nemen voor iemand anders) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons nie vër alleman goed doen...kiek mèr ës noeë Slievenheir, dat wor zau ne goejë mins en toch hëbbë zë dae nog aoën ët kreis genèchëld (=je kan zoe goed zijn als je wil, als het tegenzit ben je toch de peaneut) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons wol zen ooge slaute vër feite, mè nie vër zen memoere (=zijn kop in het zand steken zal niet veel uithalen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kons zau mèr nie gek wiëne aste wilts, do¨*e moeste aoënlèg vër hëbbe (=gek word je zo maar niet vanzelf, daar word je mee geboren) (Munsterbilzen - Minsters)
- de loes nën echten oêlefant zin, vër zau ne këmeil te sjiete (=zulke blunder is ondenkbaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- de maajs lligge daud vêr de brauddaus (=alle eten is op, er is armoede) (Munsterbilzen - Minsters)
- de maus tich nauts autdoen vër dastë op stervë liks (=geef niets weg alvorens je zo goed als dood zijt) (Munsterbilzen - Minsters)
- de misiëre kumptich tiëge on de diër (=je ziet de armoede al van ver) (Bilzers)
- de moes mich nie vër ieder hondsgezeek lêstëg valle (=je moet me niet voor ieder akkefietje komen storen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nën echten oêlefant zin, vër zau ne kiëmël te sjiete (=zulke blunder is ondenkbaar) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes nie aon de blaedsjës zitte te trèkke vër een bloem of plant te doen wasse (=met forceren bereik je niets) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes noch x jaore dabbe vër mich èn te haole (=de bent x jaren jonger dan ik) (Munsterbilzen - Minsters)
- de moes tich nie autdoen vër daste gees sloëpe (=als je nog niet op sterven ligt, moet je nog niet alles wegschenken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de natuur éster vër gezien te wiëne (=vrouwen letten op details, mannen op de taille) (Bilzers)
- de viëgel ston viërdeg vër aut te vliege (=hare docolleté laat niets aan de verbeelding over) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wèddeman goeng poeskes plëkke vêr daaj wèddevroo (=de weduwnaar ging wilgenkatjes plukken voor de weduwe) (Munsterbilzen - Minsters)
- de wieës aad attet langer doert vër aut te rèste as vër miech te wiëene (=oud ben je pas als de tijd om uit te rusten langer wordt dan die om je moe te maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zits haaj nie vër vliege te vange (=steek de armen maar uit de mouwen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zits werm! (=je bent er niet ver vanaf) (Munsterbilzen - Minsters)
- de zos vër minnër janke (=je zou voor minder gaan huilen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dëë geeste noch vër blieë (=dat gaat nog (geld) kosten) (Bilzers)
- deeste dat effe (kes) vër mich (=wil je me helpen) (Munsterbilzen - Minsters)
- den derde keir dat ich vër ët zinge de kërk autgoeng, moch ich nimei bènne en dan bèn ich noë ën aander kërk op zik gegon (=toen ik me de derde keer terugtrok, mocht ik niet meer binnen en ben ik op zoek gegaan naar een andere) (Munsterbilzen - Minsters)
- den hiemël ès hauch, mèr vër trèn te geraoke moeste dich toch boekkë (=je moet altijd nederig blijven) (Munsterbilzen - Minsters)
- Dendienn wor strontraupere agter den treen (=Gezegd van iemand die niet veel kan en het nooit ver zal schoppen) (Maldegems)
- dès mar enen bòlscheut wèèd (=dat is niet ver weg) (Tilburgs)
- des mer un goèj (=dat is niet ver) (Brakels (gld))
- Des zjust einen taxi mètte deuren oop! (=Hij heeft de oren nogal ver van het hoofd staan!) (Kinroois)
- dich bès gegaeve te dier, alleen al vër de kos (=je kan je eten nog niet eens terug verdienen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dich doogs vër geen sjink (=je bent een hopeloos geval) (Munsterbilzen - Minsters)
- dinke moeste ieëverloeëte aon ze pieëd, dat hèt ter de kop vër (=daar ben jij te dom voor!) (Munsterbilzen - Minsters)
- dinke moeste iëverlotte on ze piëd, dae hètter de kop vër (=denken moet je aan anderen overlaten die dat kunnen) (Bilzers)
- dinke moeste iëverlotte on ze piëd, dae hètter de kop vër (=denken moet je overlaten aan mensen die dat kunnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Doe bis óch wied van d'r sjlaag af. (WT) (=Jij bent ook ver van huis!) (Mechels (NL))
- doë doên ich m'nen hoêd vér aof (=daar doe ik mijn petje voor af) (Bilzers)
- doë doen ich menen hoed vër aof (=dat is lovenswaardig) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë gaef ich geen sjink vër (=dat is me niets waard) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë geeste nie wijd mèt springe (=met dat weinige geld ga je niet ver komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë gon ich m'ne slop nie vér lotte (=daar lig ik niet wakker van) (Bilzers)
- doë hoeste zen K. nog nie vër op te lichte (=dat is een kleine moeite) (Munsterbilzen - Minsters)
- doë koe¨me vër nie mèt rond (=daar hebben we met zijn allen niet genoeg mee) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen