Spreekwoorden met `de`

Zoek


2743 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `de`

  1. alle hens aan dek (=met alle beschikbare mensen of alle middelen)
  2. alle hoop de bodem in (laten) slaan (=door iets geen enkele hoop meer (laten) hebben)
  3. alle wegen leiden naar Rome (=er zijn veel manieren om je doel te bereiken / de uitkomst is altijd hetzelfde)
  4. alle winden hebben hun weerwinden. (=soms zit het mee, soms zit het tegen)
  5. allemans vriend is iedermans nar (=je kan niet voor iedereen goed doen)
  6. alles komt uit al moesten de kraaien het uitbrengen (=de waarheid komt altijd uit)
  7. alles over de vloer halen (=alles verplaatsen)
  8. als `t schip zinkt dan zinkt ook de lading (=als een zaak bankroet gaat, dan is men meestal ook alles kwijt)
  9. als aan de grond genageld staan (=perplex staan)
  10. als bijen naar de honing komen (=met velen komen en sterk gemotiveerd zijn)
  11. als bliksemafleider fungeren (=iemand die of iets dat de boze bui van iemand kan afleiden)
  12. als David zijn volk telde verloor hij de strijd (=tel de winst pas uit bij het einde van de strijd)
  13. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  14. als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan (=genoegen nemen met wat er beschikbaar/mogelijk is)
  15. als de boeren niet meer klagen en de pastoors niet meer vragen, dan nadert het einde der dagen (=sommige mensen veranderen nooit)
  16. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  17. als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
  18. als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
  19. als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
  20. als de dood zijn voor iets (=heel erg bang zijn voor iets)
  21. als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht (=wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren gaat het fout)
  22. als de ene hand de andere wast worden ze beide schoon (=de taak wordt gemakkelijk als je elkaar helpt)
  23. als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)
  24. als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
  25. als de kalveren op het ijs dansen (=nooit)
  26. als de kan vol is, loopt zij over. (=als je te veel drinkt komt het er weer uit)
  27. als de kat om de hete brij heen draaien (=iets wel willen, maar het niet durven)
  28. als de kat van honk is dansen de muizen op tafel (=als er geen toezicht is, doen de ondergeschikten hun zin)
  29. als de kat zich wast, komt er gewis een gast (=als de kat zich wast komt er visite.)
  30. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  31. als de nood aan de man komt (=als het ernstig wordt)
  32. als de nood het hoogste is, is de redding nabij (=in hoge nood komt er vaak plotseling een oplossing)
  33. als de ragebol rust werkt de spin (=zonder onderhoud raakt `n huis (de omgeving) snel in verval)
  34. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)
  35. als de stok stijf staat is de uil gaan vliegen (=zit je eenmaal met een erectie, dan is de wijsheid ver zoeken)
  36. als de vis goedkoop is stinkt ze (=de herkomst ergens van is niet te vertrouwen)
  37. als de vos de passie preekt boer pas op je ganzen (=een huichelaar is niet te vertrouwen)
  38. als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan (=drank verdringt gezond verstand)
  39. als door een adder gebeten zijn (=opeens fel reageren)
  40. als een blad van een boom veranderen/omkeren (=geheel anders gaan gedragen)
  41. als een blinde over de kleuren oordelen (=spreken alsof men een kenner is, over iets waar men niets van weet)
  42. als een bok op de haverkist (=wakend om de gelegenheid niet te laten voorbijgaan)
  43. als een donderslag bij heldere hemel (=een onverwachte gebeurtenis, die een grote schok teweeg brengt)
  44. als een feniks uit de as herrijzen (=na de totale vernietiging opnieuw opbouwen)
  45. als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
  46. als een lam ter slachtbank geleid worden (=weerloos zijn)
  47. als een muis in de val zitten (=geen uitweg meer hebben)
  48. als een olifant in de porseleinkast (=buitengewoon onvoorzichtig of tactloos)
  49. als een pijl uit de boog (zijn) (=snel vertrekken)
  50. als een snoek op zolder (=totaal uit zijn element)

2390 betekenissen bevatten `de`

  1. als de boter duur wordt, leert men het brood droog eten. (=als het niet anders kan, is men ook met minder tevreden.)
  2. als het schip lek is, gaan de ratten van boord. (=als het verkeerd loopt, laten valse vrienden je in de steek)
  3. allemans werk is niemands werk. (=als iedereen verantwoordelijk is, doet niemand het daadwerkelijk.)
  4. als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
  5. dan moet de wal het schip maar keren (=als iemand niet vooraf rekening houdt met een naderend probleem, dan moet het probleem maar daadwerkelijk in volle omvang ontstaan, en dan alsnog worden opgelost)
  6. als een warm mes door de boter (=als iets erg makkelijk of geleidelijk gaat)
  7. lieg ik, dan lieg ik in commissie (=als ik niet de waarheid vertel komt dat omdat ik niet beter weet of vertel wat anderen vertellen)
  8. als honden konden bidden zou het kluiven regenen (=als is een niet ter zake doende opmerking)
  9. wie zijn ogen sluit, waant zich in Rome (=als je de realiteit negeert, ben je niet bewust van wat er werkelijk gaande is.)
  10. laat je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet (=als je een ander geld geeft kun je dat beter stilhouden want anderen hoeven het niet te weten)
  11. wie kaatst kan/moet de bal verwachten (=als je een ander plaagt, kun je verwachten dat die jou terug gaat plagen)
  12. een pakje wordt een zakje. (=als je een probleem niet aanpakt kan het zich uitbreiden en erger worden.)
  13. een vliegende kraai/vogel vangt/vindt altijd wat (=als je er maar op uit gaat, vind je altijd wel wat in je voordeel)
  14. kunst baart gunst. (=als je ergens bedreven in bent zijn anderen toegevender en welwillender)
  15. wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest (=als je ergens nauw bij betrokken bent, geniet je het meeste voordeel ervan)
  16. opgestaan is plaats vergaan (=als je even wegloopt kan iemand anders op je stoel gaan zitten)
  17. wie niet wil, die niet zal (=als je geen interesse hebt, moet je er ook geen deel van uitmaken)
  18. wie appelen vaart, die appelen eet (=als je handelt in bepaalde goederen, dan zul je deze zelf waarschijnlijk ook gebruiken. / Iemand die bepaalde werkzaamheden voor een ander moet verrichten, geniet daar doorgaans zelf ook van)
  19. mejen kan geen paard al lopende beslaan. (=als je het werk goed wil doen, moet je er de tijd voor nemen)
  20. elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar (=als je iedere dag een beetje doet komt het karwei uiteindelijk klaar)
  21. allemans vriend is allemans gek. (=als je iedereen te vriend wil houden, zal men misbruik van je maken.)
  22. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  23. wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten (=als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen))
  24. waar een wil is is een weg (=als je iets echt wilt, dan zul je ook slagen /de weg vinden naar je doel)
  25. een man een man, een woord een woord (=als je iets hebt beloofd, dan moet je je daar ook aan houden)
  26. je woorden worden weer thuisgebracht. (=als je iets negatiefs zegt kan dat leiden tot negatieve gevolgen voor jezelf)
  27. in de nood eet de duivel vliegen. (=als je in nood verkeert, stel je je tevreden met dingen die je anders zou weigeren.)
  28. wee de wolf die in een kwaad gerucht staat (=als je je goede naam verliest is die haast niet terug te winnen)
  29. die in het voorjaar niet zaait, in het najaar niet maait. (=als je jong bent moet je sparen voor je eigen oude dag)
  30. hoop doet leven (=als je kan hopen op betere tijden, dan krijg je toch weer levenslust / zo lang je nog hoop hebt zijn er ook nog mogelijkheden)
  31. wie een hond wil slaan, vindt altijd wel een stok (=als je kritiek wil hebben op iemand, vind je altijd wel een reden)
  32. alle havens schutten wind (=als je meedoet deel je mee in de winsten)
  33. veel varkens maken de spoeling dun (=als je met veel bent, moet je ook met veel delen)
  34. gereed geld dingt scherp. (=als je meteen betaalt gaat de verkoop sneller)
  35. waar geen aardappelen gepoot worden, zullen er ook geen groeien (=als je niet een goed begin voor iets legt, zal er ook niets van worden)
  36. een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
  37. ouderdom komt met gebreken (=als je ouder wordt ga je van alles mankeren)
  38. gedeelde smart is halve smart (=als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken / door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen)
  39. kalmte zal je redden (=als je rustig blijft gaan de dingen beter)
  40. de liefde kan niet van één kant komen (=als je samen iets doet zal ieder moeten bijdragen)
  41. wie zijn klomp breekt, schiet gemakkelijk uit zijn slof (=als je wordt teleurgesteld, kun je gemakkelijk boos worden)
  42. goed voorgaan doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  43. goed voorbeeld doet goed volgen (=als je zelf op de goede manier handelt, nemen anderen dat vanzelf over)
  44. oude liefde roest niet (=als men al lang verliefd is, verdwijnt die liefde niet meer)
  45. wie vuur eet schijt vonken (=als men iets gevaarlijks onderneemt krijgt men nare gevolgen)
  46. men moet de schapen scheren maar niet villen (=als men uit hebberigheid de inkomstenbron opoffert heeft men niets meer voor in de toekomst)
  47. de appel wegdragen/winnen (=als schoonste erkend worden)
  48. als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
  49. twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen (=als twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat het zelden goed)
  50. wanneer twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen (=als twee strijdende personen of partijen zich richten op elkaar, kan een ander daarvan profiteren door zich datgene toe te eigenen waar om gestreden wordt)

50 dialectgezegden bevatten `de`

  1. 'k ze gjeiren een broek ein op 't gedacht van doan (=ik zou graag een broek hebben zoals de uwe) (Sint-Niklaas)
  2. 'k zeg maar niks / antwoord: / Maor God hoort ju bromme . (=ik zeg maar niets.. en dan antwoordt de ander: (maar je denkt het er het jouw van)) (Utrechts)
  3. 'k zen d'r gaire boa! (=Ik ben er graag bij, ben graag van de partij) (Willebroeks)
  4. 'k ziet 't al, de lâmp hânk scheef / Dat ken bruintjie niet meer trekku / me schort is bijna leeg / 't zwartu zoad is ook al op / 'k het niks meer te makkuh / ik het/hep/heb pijn aan me portemonnaie / portemetniks (=het geld is bijna op...) (Utrechts)
  5. 'k zoen achterwoars over de baulde springen (=Ik zou alles aankunnen) (Maldegems)
  6. 'kbin an de scheit (=ik heb diaree) (Doornspijks)
  7. 'kep eur alle oeke van de slopkaomer loate zing (=ik ben met haar naar bed geweest) (Antwerps)
  8. 'keun'een pird de rug'uiteet'n. (=Ik heb grote honger) (Zelzaats)
  9. 'n appel val nie ver van den buuëm (=de appel valt niet ver van de boom) (Wichels)
  10. 'n beedje paaz'n en meet'n (=woekeren met de kleine ruimte) (Westerkwartiers)
  11. 'n bij de haand kiend (=een pienter kind) (Westerkwartiers)
  12. 'n Dudsel (=Vrouw die de weg een beetje kwijt is) (Wells)
  13. 'n en kaffiezak (=lid van de KSA) (Deinzes)
  14. 'n foutje deur de vingers kiek'n (=opzettrelijk een fout over het hoofd zien) (Westerkwartiers)
  15. 'n Gat met vuuste slaon. (=Zich vervelen, met zijn ziel onder de arm lopen.) (Aaltens)
  16. 'n geetjen bozzen in de mangelenkoele (=zinloze bezigheid) (Achterhoeks)
  17. 'n geev'm peerd moe'j niet ien 'e bek kiek'n (=een gegeven paard moet je niet in de bek kijken) (Westerkwartiers)
  18. 'n geev'n peerd maag je niet ien 'e bek kiek'n (=geven - 'n gegeven paard mag je niet in de bek kijken) (Westerkwartiers)
  19. 'n Hond in 'n hok (=de hond in het hok) (Vechtdals)
  20. 'n hond uutlaotn (=de hond uitlaten) (Sallands)
  21. 'n Is mé 'n aorige sies (zuid-beveland) (=Hij springt van de hak op de tak) (Zeeuws)
  22. 'n kat 'n kat nuum'm (=precies zeggen hoe de vork in de steel zit) (Westerkwartiers)
  23. 'n kers opstaeke vör d'n duûvel (=aan de verkeerde persoon eer bewijzen) (Weerts)
  24. 'n kiend ien de bongeljoar'n (=een kind in de pubertijd) (Westerkwartiers)
  25. 'n Kiendje póngele. (=Een klein kind op de armen dragen.) (Gelaens (Geleens))
  26. 'n kleur of ge de hel ágeblaoze hed (=een rode kleur) (Horster)
  27. 'n kôw lektj gein vreemdje kaover (=als iemand voor de 2e keer trouwt en er al kinderen zijn) (Weerts)
  28. 'n Langsten dag hef ok nen oamd (=de langste dag heeft ook een avond) (Twents)
  29. 'n oogje ien 't zeil holl'n (=iets in de gaten houden) (Westerkwartiers)
  30. 'n Peerd en un hond hinkt um de stront (=Wanneer een paard of een hond maar iets aan hun poten hebben, lopen ze mank) (Achterhoeks)
  31. 'n pisboodschapke doen (=een boodschap doen om iets anders aan de weet te komen) (Westerkwartiers)
  32. 'n proof bringe (=na de slacht werd vroeger een stuk worst of balkenbrij naar de pastoor gebracht) (Weerts)
  33. 'n raere drooier (Tholen ) (=Hij spring van de hak op de tak) (Zeeuws)
  34. 'n rundie mit 't hundie. (=de hond uitlaten.) (Sallands)
  35. 'n schêj wi-j de verlingdje beekstraot (=de scheiding in het haar is niet recht) (Weerts)
  36. 'n schelle van d'n eur (=een sneetje van de uier) (Zeels)
  37. 'n siepeljangt (Schouwen-Duivenland) (=Hij springt van de hak op de tak) (Zeeuws)
  38. 'n skoer deur de beên krieg'n; 'n skoer deur de latten krieg'n (=verbaal flink op zijn kop krijgen) (Twents)
  39. 'n Snee pap mi 'n hoondenaa (=Op de vraag `wat gaan we eten` indien er niets is) (Bevers)
  40. 'n snee van de griep (=griepaanval, begin van een griepaanval) (Meers)
  41. 'n steltje op de kast. (=rijkeluiswens (een zoon en een dochter ) ) (Westfries)
  42. 'n stuk de rugge uutdrukkn (=poepen) (Vechtdals)
  43. 'n stuk ien de kloote hèbbe (=Dronken zijn) (Genneps)
  44. 'n toernee zjinneraol (=rondje voor de hele zaak) (Mestreechs)
  45. 'n vaalze Judas (=iemand die de boel verraadt) (Westerkwartiers)
  46. 'n verhoal uut de olle deus (=een verhaal van vroeger tijden) (Westerkwartiers)
  47. 'n Voes in de tesj make (=Zijn woede niet tonen) (Gelaens (Geleens))
  48. 'n vrouw di-j völ in de deur stieët, zuuët neet wi-j 't binnen gieët (=een luie vrouw) (Weerts)
  49. 'n zoak de grond ienboor'n (=een zaak laten mislukken) (Westerkwartiers)
  50. 'ne aezel haat neet ummer lang oere (=aan de buitenkant is niet te zien of iemand dom is) (wijlres)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen