68 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kop`
- als een kip zonder kop (=zonder beraad, onbesuisd)
- als het geld op is, is het kopen gedaan (=zonder liquide middelen zijn er geen uitgaven meer mogelijk)
- anderhalve man en een paardenkop (=weinig aanwezigen)
- appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
- appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
- daar is kop noch staart aan te vinden (=daar geraak je niet uit wijs)
- de bout op de kop krijgen. (=een geschil verliezen)
- de dingen op hun kop zetten (=de dingen verkeerd of omgekeerd bekijken)
- de haring over de kop varen (=het doel voorbijschieten)
- de huid van de beer niet verkopen voor hij geschoten is (=je moet niet al willen genieten van wat men nog niet verworven heeft)
- de kop in het zand steken (=doen alsof er geen gevaar dreigt en er niets aan doen)
- de kop is eraf (=er is een begin gemaakt)
- de kop van jut (=het slachtoffer, het zwarte schaap)
- de koperen ploert (=de zon)
- de koppen bij elkaar steken (=overleggen)
- de spijker op de kop slaan (=de kern van de zaak benoemen)
- de vis begint te stinken bij de kop (=het loopt het eerst mis bij de leiding)
- een bord voor de kop hebben (=niet voor andere zienswijzen openstaan)
- een deksel op de kop hebben (=de verantwoordelijkheid voor iets nemen)
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- een koperen bruiloft (=een 12½-jarig huwelijk)
- een schollekop (vissenkop) hebben (=een boeventronie hebben)
- een speld heeft ook een kop. (=kinderen doen het liefst wat ze zelf willen)
- goed voordoen doet verkopen. (=presentatie is belangrijk als je iets wil verkopen)
- hals over kop (=ondoordacht snel)
- iemand een hengst verkopen. (=iemand een harde klap geven)
- iemand een kopje kleiner maken (=iemand vermoorden)
- iemand knollen voor citroenen verkopen (=iemand wat wijsmaken, met praatjes foppen)
- iemand kunnen verraden en verkopen (=iemand veel te slim af zijn)
- iets bij de roes kopen (=iets kopen in de staat zoals het is)
- iets bij de roes verkopen (=iets verkopen in de staat zoals het is)
- iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- je huid duur verkopen (=het niet gemakkelijk opgeven)
- je kan geen kaalkop bij het haar vatten (=bij de arme valt niets te rapen)
- je kop erbij houden (=blijven opletten, aandacht vasthouden)
- je kop houden (=stil zijn, niet praten)
- je kop in het zand steken (=doen alsof iets (een probleem) er niet is)
- je vel duur verkopen (=het slechts onder de grootste druk opgeven)
- je voor de kop schieten (=inzien dat men een grote stommiteit gedaan heeft - zelfmoord plegen)
- je wel voor de kop kunnen slaan (=kwaad zijn op jezelf over het feit dat men ergens niet aan gedacht heeft)
- je ziel en zaligheid verkopen (=absoluut alles opofferen)
- job krijgt op zijn kop (=kaartspel: als klaveren heer wordt afgetroefd)
- kop over bol (=ondoordacht snel)
- kunnen zakken en verkopen (=in handigheid ver overtreffen)
- met de kop door de muur willen (=het onmogelijke willen)
- met de kop tegen de muur lopen (=nutteloos geweld gebruiken)
- met de kous op de kop thuiskomen (=teleurgesteld thuiskomen)
- met de sok op de kop gezet (=er onbewust door toedoen van anderen voor joker bijlopen)
- op de boom verkopen (=boomvruchten verkopen voor ze geplukt zijn)
36 betekenissen bevatten `kop`
- bij gebrek aan brood eet men korstjes van pasteien (=bij gebrek aan het goedkope, het dure gebruiken)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- op de boom verkopen (=boomvruchten verkopen voor ze geplukt zijn)
- dat raak je aan de straatstenen niet kwijt (=dat is niet te verkopen)
- de boer op gaan (=de (niet-fysieke) markt opgaan om iets te verkopen / verdwalen / de stad verlaten)
- een uil zijn (=een dwaas zijn, een stomkop zijn)
- een koopman een loopman. (=een goede verkoper gaat bij zijn klanten langs)
- een mooi span voor een bokkenwagen (=een zonderling koppel)
- wat baten kaars of bril, als de uil niet zien en wil. (=gezegd als een koppig iemand advies of hulp negeert)
- iemand iets aansmeren (=iemand iets (weinig waardevols) verkopen)
- iets bij de roes kopen (=iets kopen in de staat zoals het is)
- op de pof komen (=iets kopen zonder direct te betalen)
- een kat in de zak kopen (=iets kopen zonder het gezien te hebben - bedrogen worden)
- de vlag dekt de lading niet (=iets onder een goede naam verkopen zonder dat het ook die kwaliteit heeft)
- iets aan de man brengen (=iets verkopen)
- iets bij de roes verkopen (=iets verkopen in de staat zoals het is)
- iets van de hand doen (=iets weggeven of verkopen)
- iets tegen de penning zestien verkopen (=iets zeer duur verkopen)
- je maag wel aan de kapstok kunnen hangen. (=in moeilijke financiële omstandigheden verkeren waardoor men weinig eten kan kopen.)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- van koper blijf je proper en van ijzer word je niks wijzer (=koper is veel waard, ijzer niet)
- met de hakken in het zand (=koppig blijven)
- geef een ezel haver en hij loopt naar de distels. (=mensen zijn soms koppig en willen geen hulp of advies)
- uit zijn nek praten (kletsen) (=onzin verkopen)
- je slag slaan (=op het goede moment de kansen benutten, bijv. dingen kopen)
- ervan lusten (=op zijn kop krijgen)
- goed voordoen doet verkopen. (=presentatie is belangrijk als je iets wil verkopen)
- een garnaal heeft ook een hoofd (=schertsend gezegd van een kind dat koppig aan zijn mening vasthoudt)
- aan de man brengen/helpen (=verkopen)
- met een zilveren hengel vissen (=vis kopen in plaats van vangen. Ook: doel bereiken met bedrog)
- iets voor een appel en een ei verkopen (=voor een erg lage prijs verkopen)
- op de kop tikken (=voor een goede prijs iets kopen)
- voor een prikje kopen (=voor een zeer lage prijs kopen)
- geen bokkensprongen kunnen maken (=weinig geld hebben om extra dingen te kunnen kopen)
- als warme broodjes over de toonbank gaan (=zeer goed verkopen)
- op de lat kopen (=zonder te betalen iets kopen en daarmee schulden maken)
50 dialectgezegden bevatten `kop`
- 'k em d'uuëgen uit mèene kop geschrieëd (=ik heb de ogen uit mijn hoofd gehuild) (Wichels)
- 'n kieken zonder kop (=een dwaas persoon) (Wevelgems)
- 'n kop as un slegge (=Een heel groot hoofd) (Flakkees)
- 'n Mot op zijne kop geven. (=Een slag op het hoofd geven.) (Bevers)
- 'n skoer deur de beên krieg'n; 'n skoer deur de latten krieg'n (=verbaal flink op zijn kop krijgen) (Twents)
- 'ne kop wi-j 'n mooshödje (=iemand met een dik hoofd) (Weerts)
- 'ne kop wie ein ziej / zeef höbbe (=Vergeetachtig zijn) (Steins)
- 'ne kop wie eine ríéthamer höbbe (=flinke hoofdpijn, of drukkend gevoel in het hoofd) (Steins)
- 't blift in zènne kop steken (=hij kan het niet vergeten) (Sint-Niklaas)
- 't groeijtem buve de kop uut (='t wordt hem te veel) (Opglabbeeks)
- 't hoog ien de kop hèbbe (=verwaand zijn) (Genneps)
- 't ligt ier kop over kloojtn (=Wat een puinhoop) (Avelgems)
- 't Scheepken / de kop van de voart (=hoek Plein met Vaartstraat) (Kaprijks)
- 't Vroegjaor ien de kop krie.ge (=Schoonmaakwoede) (Genneps)
- 't zwit brobbelde em toe de kop uut (=het zweet borrelde uit zijn gezicht) (Westerkwartiers)
- 't zwit brobbelt mij toe de kop uut (=het zweet gutst uit mijn voorhoofd) (Westerkwartiers)
- ‘k ém dur wa zottegét rond ménnen kop g’at (=ik heb daar kopzorgen gehad) (Meers)
- ‘t Is uit mijne kop gegaan (=Ik ben het vergeten) (Opvelps)
- ‘t sa nog nie sijn (=de nagel op de kop) (Kaprijks)
- ' k goa maane kop deure mijn gat schaaten / ket vliegend schijt (=Ik heb diarree) (Gents)
- ' k wil ' em niet veur de kop steut' n (=ik wil hem niet beledigen) (Westerkwartiers)
- ' t groeit mij boov' m de kop (=ik heb het overzicht niet meer) (Westerkwartiers)
- a ès op zèbre kop gevall'n en blijven bosj'n (=hij is stapelzot) (Meers)
- A-j botter op 'n kop hebt, mu-j nich in de zunne loop'n (=Wie geen zuiver geweten heeft, kan zich beter koest houden) (Twents)
- A'j gin kop hebt, kö'j nich oet 't raam kiek'n (=Als je geen kop hebt, kun je niet uit het raam kijken) (Twents)
- ai geen kop heb kun ie ook nie uut roam kiekn (=als je geen hoofd hebt kun je ook niet uit het raam kijken) (Sallands)
- aj gek word, komt joe in de kop an (=als je gek wordt, gebeurt het in je hoofd) (Klazienaveens)
- Aj gin kop hebt, ku'j nig noar boet'n kiek'n. De koo is vergett'n dat he kalf is west. (=Boven je stand leven) (Twents)
- al geeste op zëne kop stoën (=neen is neen !) (Munsterbilzen - Minsters)
- al geeste op zene kop ston (=voor geen geld ter wereld) (Munsterbilzen - Minsters)
- al geeste op zene kop ston... (=al doe je alle moeite van de wereld, ik geef niet toe) (Bilzers)
- al geise op diene kop staon (=al ga je op je hoofd staan) (Venloos)
- al steeste op zene kop (=voor geen geld ter wereld) (Munsterbilzen - Minsters)
- al stès dich op zenne kop (=al doe je alle moeite van de wereld) (Vlijtingens)
- aoën de kop vaege (=tegen het hoofd slaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- aotend in zne kop eet, eetnd nie in ze gat, tis èèn med aor up zn tandn (=hij heeft een sterk karakter) (Kortemarks)
- aotnd in zne kop eet eetnd nie in ze gat (=het is een doordrijver) (Kortemarks)
- As 't kop van de rompe is eske'jn, is 't biest dood. (=Als de kop van het lichaam is geschieden, is het dier dood.) (Sallands)
- As dae ziene kop op ei vêrreke stông, lösdje neemes gein spek mieër (=Geen hoge pet van iemand hebben) (Weerts)
- As dich neet luusters zet ik diene kop tösse twië oëre. (=Als je kind niet luistert.) (Venloos)
- as dit neet good is lègks se d’r de kop mer bie neer (=als je dit niet lust dan heb je pech) (Heitsers)
- as emet in zenne kop het dan etem et ni in zen gat (=hij houdt er koppig aan vast) (Diesters)
- as ermoej on de dieër kump kloppe, sprink de liefde al on alle vinsters aut (=waar armoede de kop opsteekt, komt vaak ruzie) (Munsterbilzen - Minsters)
- as eure kop op 'n vêrreke stong, lözje neemus geine huidkieës mieër (=iemand met een lelijk uiterlijk) (Weerts)
- as eure kop op 'n vêrreke stông, lözje neemus geinen huidkieës mieër (=wordt gezegd tegen iemand die erg lelijk is) (Weerts)
- As g' em wolt dueschieten moedde ne meter boven zijne kop mikken, ten èdem recht in zijn pritènse (=Over een hovaardig iemand) (Lokers)
- as gij oewe kop mar houw (=als jij je mond houd) (Geldermalsens)
- As hi'j het in de kop ef,dan ef hi'j het niet in de konte (=Hij zet wel door zo hij het wil) (Giethoorns)
- as oewe kop op un vaarke ston zouwe ze ze-gge datt beesje ziek waar (=jij ziet er niet uit) (Oudenbosch)
- as te nie wiës bau beginne, begin dan mér on de kop (=begin maar aan 't begin) (Bilzers)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen