de vorm

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [vɔrm]
Verbuigingen:  vormen (meerv.)

1) de lijnen en vlakken die iets/iemand er op een bepaalde manier laten uitzien
Voorbeelden:  `De vorm van de maan verandert in de loop van de maand.`,
`vrouwelijke vormen`,
`een fotolijst in de vorm van een hart`

2) wijze waarop iets gedaan of voorgesteld is
Voorbeelden:  `een liefdesverklaring in de vorm van een gedicht`,
`briefvorm`,
`vorm en inhoud`,
`Wij veroordelen elke vorm van intimidatie.`,
`Een virus maken beschouwt hij als een vorm van kunst.`
Synoniemen:  verschijning, uiting, uiterlijk,
voor de vorm  (omdat het zo hoort, om een goede indruk te geven enz.) `Voor de vorm vroeg ik hoe het met haar ging.`

3) fysieke conditie of mate waarin je presteert
Voorbeelden:  `De vijfde plaats bevestigt zijn goede vorm.`,
`in vorm zijn`
in blakende vorm steken  (in uitstekende conditie zijn)


Synoniemen
aangezicht   aanzien   afgieting   afgietsel   buitenkant   conditie   contouren   figuur   formaliteit   gedaante   gelaat   gestalte   gietmal   gietsel   gietvorm   iemand zijn uiterlijk   in vorm zijn   leest   maat   mal   matrijs   modelvorm   omtrek   postuur   schijn   type   uiterlijk   verschijning   vertoon   voorbeeld   voorkomen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• in een andere vorm gieten (=anders voorstellen)
• een twistappel vormen (=een onderwerp van ruzie/conflict/onenigheid zijn)
Naar de spreekwoorden

Intensiveringen
Hoe kun je vorm krachtiger uitdrukken?
bloedvorm; in blakende vorm; topvorm;

13 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De vogelvangerstaal` 1914 toestel om de potaarden ballen mee te maken. Die vorm trekt wel op eene nijptang waar van voor potjes aan zijn, die de grootte hebben van eenen bal.
  • (vorm of vent) Formulering waarin de dichter J.C. Bloem in 1931 de tegengestelde uitgangspunten heeft vastgelegd van twee literatuur-(overwegend poëzie-)opvattingen, die in de jaren '30 met elkaar in botsing kwamen.
  • •ruimtelijke begrenzing van een voorwerp. •sjabloon of bak waarin iets gegoten of geperst kan worden. •lichamelijke conditie.
  • uiterlijke gedaante vb: zijn hoofd heeft de vorm van een ei ik ben niet in vorm [niet in goede geestelijke of lichamelijke conditie] het neemt vaste vorm aan [is bijna klaar] vorm geven aan een gedachte [die onder woorden brengen]
  • 1. In de taxonomie een neutrale term om individuele variatie of een lagere taxonomische eenheid aan te duiden.2. Een van de verschillende vormen van een soort in een populatie waarbinnen polymorfisme voorkomt. Alternatieven: vormen
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met vorm:
vormbaarvormbakvormbehoudvormcrisisvormeisvormelijkvormelijkheidvormelingvormeloosvormeloosheidvormenvormendvormervormfoutvormgevenvormgevervormgevingvormingvormingsstationvormingswarmte
Toon alle woorden die beginnen met vorm

Deze woorden eindigen op vorm:
ondernemingsvormpersoonsvormspelvormstaatsvormtopvormwerkvormwerkwoordsvormmeervoudsvormgrondvormzelfstandig-naamwoordsvormzandvormwoordvormwoonvormwij-vormwerkwoordvormvraagvormvoorzetselvormvoorwerpsvormverschijningsvormverkleinvorm
Toon alle woorden die eindigen op vorm

Herkomst volgens etymologiebank.nl
vorm (uiterlijke gedaante; matrijs)

Taaladvies
  1. (onder / in de - van) Wat is de correcte uitdrukking: onder de vorm van of in de vorm van? Zie Vorm
  2. Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen? Zie vormgeven / vorm geven


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de vorm' of 'het vorm'?
Het is 'de vorm', want vorm is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die vorm'.
Wat is het meervoud van vorm?
Het meervoud van vorm is 'vormen'. Eén vorm, twee vormen.
Wat betekent vorm?
'de lijnen en vlakken die iets/iemand er op een bepaalde manier laten uitzien' en 'wijze waarop iets gedaan of voorgesteld is' en 'fysieke conditie of mate waarin je presteert'
Hoe spel je vorm?
vorm spel je V O R M
Wat is een ander woord voor vorm?
Andere woorden voor vorm zijn aangezicht, aanzien, afgieting, afgietsel, buitenkant, conditie, contouren, figuur, formaliteit, gedaante, gelaat, gestalte, gietmal, gietsel, gietvorm, iemand zijn uiterlijk, in vorm zijn, leest, maat, mal, matrijs, modelvorm, omtrek, postuur, schijn, type, uiterlijk, verschijning, vertoon, voorbeeld en voorkomen.

Op andere websites
Zoek vorm op Woordenlijst.org
Zoek vorm op Google
Zoek vorm op Wikipedia