• tegen de vleug strijken (=prikkelen, boos maken) • met de winst strijken. (=winnen) • iemand onder de kin strijken (=vriendelijke of vleiende dingen tegen iemand zeggen) • het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen) • er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand) Toon alle 10 spreekwoorden die rijken bevatten