strijken

werkw.
Uitspraak:  [ˈstrɛikə(n)]
Afbreekpatroon:  strij·ken
Vervoegingen:  streek (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gestreken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (kleren) gladmaken met een strijkbout
Voorbeeld:  `Ik heb de hele avond staan strijken.`

2) (iets) laten zakken
Voorbeelden:  `een gehesen vlag strijken`,
`de mast van een zeilboot strijken`
Synoniem:  neerhalen

3) met je hand of een voorwerp zacht (op, langs of door iets) bewegen
Voorbeelden:  `met je hand door je haar strijken`,
`met een strijkstok over de snaren van je viool strijken`


Synoniemen
doorhaling   gladstrijken   neerhalen   opstrijken   persen   scheren   schrapping   uitstrijken   vegen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• tegen de vleug strijken (=prikkelen, boos maken)
• iemand onder de kin strijken (=vriendelijke of vleiende dingen tegen iemand zeggen)
• het zeil strijken (=het opgeven / flauw vallen / van iemand verliezen)
• er is geen zalf aan te strijken (=ergens niets aan kunnen doen of geen enkel zinvol advies mogelijk voor iemand)
• een vaantje strijken (=flauw vallen, sterven, het opgeven)
Toon alle 9 spreekwoorden die strijken bevatten

12 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 met een vijl over de scherpe tanden der zaag strijken.
  • [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Strijken``] 1o. Achterwaarts roeijen zie Roeijen. 2o. De vlag S., kenteeken dat een schip buiten gevecht gesteld is en zich aan den vijand overgeeft
  • •over een oppervlak laten glijden. •wasgoed desinfecteren en gladmaken met hulp van een heet ijzer.
  • glad maken met een heet ijzer vb: dit overhemd moet gestreken worden er zachtjes overheen gaan vb: ik streek met mijn hand langs zijn wang laten zakken vb: vanwege de harde wind moesten we de zeilen strijken
  • (van papier) Papier kan in de papierfabriek worden gestreken. Vaak in combinatie met het aanbrengen van een laag krijt (een coating).
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op strijken:
afstrijkenbestrijkenneerstrijkenverstrijkenwegstrijkenuitstrijkenpluimstrijkenplatstrijkenopstrijkeninstrijkengladstrijkenaanstrijken

Herkomst volgens etymologiebank.nl
strijken (langs of over iets gaan; glad maken)

Taaladvies
  1. Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen? Zie recht strijken / rechtstrijken
  2. Schrijf je deze combinatie van een zelfstandig naamwoord en een werkwoord losofaaneen? Zie gladstrijken / glad strijken
  3. Schrijf je gladstrijken met ei of ij? Zie gladstrijken / gladstreiken


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van strijken?
De verleden tijd van strijken is 'streek'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gestreken'.
Wat betekent strijken?
'(kleren) gladmaken met een strijkbout' en '(iets) laten zakken' en 'met je hand of een voorwerp zacht (op, langs of door iets) bewegen'
Hoe spel je strijken?
strijken spel je S T R I J K E N
Wat is een ander woord voor strijken?
Andere woorden voor strijken zijn doorhaling, gladstrijken, neerhalen, opstrijken, persen, scheren, schrapping, uitstrijken en vegen.

Op andere websites
Zoek strijken op Woordenlijst.org
Zoek strijken op Google
Zoek strijken op Wikipedia