los

bijv.naamw.
Uitspraak:  [lɔs]

1) niet bevestigd aan iets anders
Antoniem:  vast

2) zonder samenhang met iets anders
Voorbeeld:  `een los nummer van een tijdschrift`
als los zand aan elkaar hangen  (geen geheel vormen of geen onderling verband hebben)

3) (van iemand) ontspannen
Voorbeeld:  `Pas na een paar glazen wijn kwam hij een beetje los.`
Antoniem:  krampachtig

4)
erop los leven  (leven zonder je aan (gewoonte)regels te houden)


Synoniemen
afgezonderd   afzonderlijk   apart   beweegbaar   bijzonder   gelost   individueel   lichtzinnig   losbandig   mobiel   mul   niet vast   ongebonden   ongedwongen   onsamenhangend   onvast   pulverig   rank   roerend   rul   verplaatsbaar   verschuifbaar   verzetbaar   vrijblijvend   wankel   wankelbaar   wankelend   

Spreekwoorden en zegswijzen
• van God los zijn (=gek zijn, boven de wet staan)
• met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
los in de mond zijn (=zichzelf goed kunnen uitdrukken en gedachten kunnen verwoorden)
• er zit een schroefje bij hem los (=hij is niet helemaal goed wijs)
• de hel breekt los (=de ruzie is begonnen.)
Toon alle 8 spreekwoorden die los bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met los een ander begrip versterken?
alles wat los en vast zit; als los zand aan elkaar hangen; te gek om los te lopen;

8 definities op Encyclo
  • 1.niet-openbare weg die toegang geeft tot een stuk land (VD III; DB, Lo) Voorbeeld: En als hij eindelijk, aan de los, waar hij keren moest, de twee heren in de bek liep en gevangen stond, scheen heel zijn wezen te zeggen, wel, wat moet ge hebben van mij? 2.onderbreking, het loslaten Voorbeeld: En 't...
  • scheel - Voorbeeld: Hun (= de stieren) grote, wellustige ogen keken vereend en los
  • [I] katachtige [II] niet gebonden
  • niet of niet stevig vast vb: de hond is los alles wat los en vast zit is weggehaald [alles dus] de beer is los [de narigheid is begonnen] er zit een draadje (schroefje) bij hem los [hij is niet goed bij zijn verstand] losse handen hebben [veel en gauw slaan] iets uit de losse pols doen [met groot gemak] op lo...
  • [Vergeten woorden] (m. lossen) lynx [= Duits Luchs, ~ lo vrouwelijke lynx]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met los:
los arbeiderlos van elkaarlos-vastlosarbeiderlosbaarlosbandiglosbandigheidlosbarstenlosbladiglosbollosbrekenlosceellosdagloserlosersvluchtloservluchtlosgaanlosgeldlosgespenloshangen
Toon alle woorden die beginnen met los

Deze woorden eindigen op los:
blosklosvlostadellosrücksichtsloskolosglosbetonkoloshosklos
Toon alle woorden die eindigen op los

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. los (niet gebonden)
  2. los (niet-openbare weg tot stuk land)
  3. los (roofdier)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent los?
'niet bevestigd aan iets anders' en 'zonder samenhang met iets anders' en '(van iemand) ontspannen' en ''
Hoe spel je los?
los spel je L O S
Wat is een ander woord voor los?
Andere woorden voor los zijn afgezonderd, afzonderlijk, apart, beweegbaar, bijzonder, gelost, individueel, lichtzinnig, losbandig, mobiel, mul, niet vast, ongebonden, ongedwongen, onsamenhangend, onvast, pulverig, rank, roerend, rul, verplaatsbaar, verschuifbaar, verzetbaar, vrijblijvend, wankel, wankelbaar en wankelend.

Op andere websites
Zoek los op Woordenlijst.org
Zoek los op Google
Zoek los op Wikipedia