I de echt

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:

[ɛxt]

in de echt verbonden zijn	(getrouwd zijn)
in de echt treden	(trouwen)

II echt

bijv.naamw.

Uitspraak:

[ɛxt]

niet vals, geen namaak

Voorbeelden:	`echte parels`, `je echte naam`
Antoniem:	onecht
Synoniem:	authentiek
Het is net echt.	(het lijkt alsof het echt is)
een echte held zijn	(een held zijn met alle eigenschappen van een held)

III echt

bijwoord

Uitspraak:

[ɛxt]

werkelijk, heus

Voorbeelden:

`Meen je dat echt?`, `Ik heb het echt niet gedaan.`, `Die bloes is echt iets voor jou.`

authentiek   beslist   echtverbintenis   eerlijk   effectief   geheid   gewis   heus   huwelijk   in hart en nieren   inderdaad   menens   metterdaad   onvervalst   oprecht   rechtgeaard   reëel   ronduit   stellig   vast en zeker   voorzeker   waar   waarachtig   waarlijk   warempel   wel degelijk   welzeker   werkelijk   zeker   onecht (antoniem)   vals (antoniem)   

• in de echt verbinden (=huwen, trouwen)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met echt een ander begrip versterken?
echt waar; echte vriend
Hoe kun je echt krachtiger uitdrukken?
rasecht;

• [I] huwelijk [II] wettig, werkelijk
• •de huwelijkse staat: "in de echt verbonden". •waarachtig, juist, niet vervalst: "dit zijn echte parels".
• geen namaak vb: deze armband is echt goud Synoniemen: zuiver puur authentiek Tegenstelling: vals precies als in de werkelijkheid vb: is het echt gebeurd? echt iets voor jou [het past goed bij je] net echt [het kan voor echt doorgaan] echt waar [het is niet verzonnen]
• [Vergeten woorden] (v.) 1) bezit, eigendom, vermogen 2) vermogen, kracht 3) familie, sibbe, bloedlijn, ras [= IJslands ætt, van egen ‘bezitten’]
• 1) Genuïen 2) Legitiem 3) Innerlijk 4) Geloofwaardig 5) Realistisch 6) Leuk 7) Letterlijk 8) Lekker 9) Echtverbintenis 10) Bittere ernst 11) Metterdaad 12) Oorspronkelijk 13) Niet gefingeerd 14) Werkelijk 15) Niet namaak 16) Niet nep 17) Niet te verbeteren 18) Niet vals 19) Authentiek 20) Geen imitatie

Toon uitgebreidere definities

• echtbreker• echtbreuk• echtelieden• echtelijk• echteloos• echter• echtgenoot• echtgenote• echtheid• echtpaar• echtscheiding• echtscheidingsbemiddeling• echtscheidingsperikelen• echtscheidingsprocedure• echtscheidingsproces• echtscheidingsregeling• echtscheidingszaak• echtverbintenis• echtvereniging• echtverklaring
• Toon alle woorden die beginnen met echt

• aankooprecht• aanrecht• alleenrecht• auteursrecht• averecht• beslissingsrecht• bestaansrecht• bestuursrecht• bevoorrecht• biecht• burgerrecht• emissierecht• gemeenschapsrecht• gerecht• gevecht• grondrecht• hecht• hoofdgerecht• invoerrecht• kaarsrecht
• Toon alle woorden die eindigen op echt

1. echt (huwelijk)
2. echt (werkelijk)

Is het 'de echt' of 'het echt'?

Het is 'de echt', want echt is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die echt'.

Hoe spel je echt?

echt spel je E C H T

Wat is een ander woord voor echt?

Andere woorden voor echt zijn authentiek, beslist, echtverbintenis, eerlijk, effectief, geheid, gewis, heus, huwelijk, in hart en nieren, inderdaad, menens, metterdaad, onvervalst, oprecht, rechtgeaard, reëel, ronduit, stellig, vast en zeker, voorzeker, waar, waarachtig, waarlijk, warempel, wel degelijk, welzeker, werkelijk en zeker.

Wat is het tegenovergestelde van echt?

Antoniemen van echt zijn onecht en vals.

Zoek echt op Woordenlijst.org
Zoek echt op Google
Zoek echt op Wikipedia