Zoek

het bezoek

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [bəˈzuk]
Afbreekpatroon:  be·zoek
Verbuigingen:  bezoeken (meerv.)

1) de keer dat je iemand bezoekt
Voorbeelden:  `een bezoek afleggen/brengen aan een oude vriend`,
`op bezoek gaan bij opa en oma`,
`bezoekuur`,
`theaterbezoek`

2) de mensen die bezoeken
Voorbeeld:  `Het bezoek is gearriveerd.`


Synoniemen
aanloop   visite   

Spreekwoorden en zegswijzen
• bezoek en vis blijven drie dagen fris (=je moet geen gasten te lang laten logeren want dan ga je je aan hun gewoonten ergeren)
• alle kusten bezoeken (=met allerlei slecht volk omgaan)
Naar de spreekwoorden

5 definities op Encyclo
  • •het bezoeken. •de personen die op visite zijn of komen.
  • het naar iemand toe gaan vb: we gaan op bezoek bij Ahmed Synoniem: visite de mensen die naar iemand toe gaan vb: het bezoek bleef niet lang Synoniem: visite
  • 1) Over de vloer 2) Waardschap 3) Visite 4) Loop 5) Volk 6) Volk in huis 7) Aanloop 8) Aanloop van gasten 9) Eters 10) Opwachting 11) Gasten
  • Bij marketing verwijst 'bezoek' naar het totaal aantal keren dat een webpagina of site is bezocht. Dit cruciale webanalyseaspect helpt bij het bepalen van de populariteit en relevantie van een pagina.
  • visite
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bezoek:
• bezoekadres• bezoekcijfer• bezoekdag• bezoekduur• bezoeken• bezoeker• bezoekersaantal• bezoekerscentrum• bezoekersrecord• bezoekersruimte• bezoekersstoel• bezoekersstroom• bezoekersvisum• bezoekfrequentie• bezoeking• bezoekrecht• bezoekster• bezoektijd• bezoekuur

Deze woorden eindigen op bezoek:
• bliksembezoek• blitzbezoek• kraambezoek• ziektebezoek• ziekenhuisbezoek• ziekenbezoek• werkbezoek• toiletbezoek• theaterbezoek• tegenbezoek• tandartsbezoek• strandbezoek• stadionbezoek• staatsiebezoek• staatsbezoek• schoolbezoek• saunabezoek• rouwbezoek• restaurantbezoek• raambezoek

Taaladvies
Is Zuid-Afrikabezoek correct geschreven? Zie Zuid-Afrikabezoek

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bezoek' of 'het bezoek'?
Het is 'het bezoek', want bezoek is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat bezoek'.
Wat is het meervoud van bezoek?
Het meervoud van bezoek is 'bezoeken'. Eén bezoek, twee bezoeken.
Wat betekent bezoek?
'de keer dat je iemand bezoekt' en 'de mensen die bezoeken'
Hoe spel je bezoek?
bezoek spel je B E Z O E K
Wat is een ander woord voor bezoek?
Andere woorden voor bezoek zijn aanloop en visite.

Op andere websites
Zoek bezoek op Woordenlijst.org
Zoek bezoek op Google
Zoek bezoek op Wikipedia