generiek

bijv.naamw.

Uitspraak:	[xenə'rik]
Afbreekpatroon:	ge·ne·riek

kenmerkend voor een categorie

Voorbeeld:	`generieke competenties die overal in de zorgsector nodig zijn`
generieke concurrentie	(concurrentie tussen bedrijven die voorzien in dezelfde behoeften van de klant)
generieke naam (van een geneesmiddel)	(officieel vastgestelde naam) Antoniem: merknaam
generiek geneesmiddel	(later ontwikkeld geneesmiddel met dezelfde werking als het oorspronkelijke) `Een generiek geneesmiddel mag pas gemaakt worden als het octrooi op het oorspronkelijke middel verlopen is`

generisch   

• •(geneesmiddel) waarvan het patent is verlopen en dat zonder merknaam op de markt wordt gebracht. •algemeen, niet specifiek. • [biologie] behorend tot of gerelateerd aan een geslacht. (+audio)
• 1) Patentloos geneesmiddel 2) Eigen aan de soort 3) Eigen aan een soort 4) Eigen aan het geslacht 5) Patentloos 6) Generisch 7) Soorteigen
• Behorend tot eenzelfde groep. Generieke kennis is kennis die op veeler gebied inzetbaar is
• Eigen aan de soort. Eigen aan het eigen geslacht. Eigen aan het geslacht. Eigen aan een soort. Generisch. Soorteigen.
• eigen aan het geslacht of de soort

Toon uitgebreidere definities

• eindgeneriek• begingeneriek

1. generiek (in België: begin- en eindtitels van een film)
2. generiek = generisch

Wat betekent generiek?

'kenmerkend voor een categorie'

Hoe spel je generiek?

generiek spel je G E N E R I E K

Wat is een ander woord voor generiek?

Een ander woord generiek is generisch.

Zoek generiek op Woordenlijst.org
Zoek generiek op Google
Zoek generiek op Wikipedia