bellen

werkw.
Uitspraak:  [ˈbɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  bel·len
Vervoegingen:  belde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) iemand per telefoon bereiken
Voorbeelden:  `bellen met een collega`,
`een arts bellen`,
`bellen naar het buitenland`
Synoniemen:  opbellen, telefoneren

2) met een bel een signaal geven, vooral om te laten weten dat je voor de deur staat
Voorbeelden:  `3 x bellen`,
`Er wordt gebeld.`
Synoniem:  aanbellen

Zie ook:  bel


Synoniemen
aanbellen   door de telefoon praten   iemand opbellen   luiden   opbellen   schellen   telefoneren   

11 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 d'hop staat in heur bellen.
  • luid roepen, luid klinken, galmen, met een volle, krachtige stem spreken, zingen - Voorbeeld: ‘Jan was alweer bezig bij de peerden en zijn eigen schuifeldeuntje verging in 't bellend gezang van de melkende meiden’ (Langs Wegen 13) - Voorbeeld: ‘Nu mochten ze hun bellende lach uitlaten naar beliefte’
  • 'Bellen' is een gemeente ('commune') in de regio Ségou in Mali.
  • • [inerg] de deurbel over laten gaan. •door middel van een bel een signaal geven. • [ov] iemand opbellen, telefoneren naar iemand. •door middel van een bel roepen.
  • helder geluid laten klinken vb: Doe de deur eens open, er wordt gebeld door middel van een apparaat (de telefoon) op afstand met iemand praten vb: ik bel je vanavond Synoniemen: opbellen telefoneren
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bellen:
bellenbadbellenblazenbellenvat

Deze woorden eindigen op bellen:
aanbellenafbellenopbellenterugbellentoeters en bellennaambelleninternetbellen

Taaladvies
  1. (het belt / de bel gaat) Is het belt correct? Zie Bellen
  2. Is sim-onlyabonnement correct geschreven? Zie sim-onlyabonnement
  3. Tijdens telefoongesprekken is het soms handig om klanken te omschrijven; bijvoorbeeld `de b van Bernard`. Welke omschrijvingen worden voor de andere letters gebruikt? Zie Telefoonalfabet: B van Bernard


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bellen?
De verleden tijd van bellen is 'belde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebeld'.
Wat betekent bellen?
'iemand per telefoon bereiken' en 'met een bel een signaal geven, vooral om te laten weten dat je voor de deur staat'
Hoe spel je bellen?
bellen spel je B E L L E N
Wat is een ander woord voor bellen?
Andere woorden voor bellen zijn aanbellen, door de telefoon praten, iemand opbellen, luiden, opbellen, schellen en telefoneren.

Op andere websites
Zoek bellen op Woordenlijst.org
Zoek bellen op Google
Zoek bellen op Wikipedia