terugbellen

werkw.
Uitspraak:  [tə'rʏxbɛlə(n)]
Afbreekpatroon:  te·rug·bel·len
Vervoegingen:  belde terug (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft teruggebeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bellen naar iemand die je op een vorig tijdstip heeft gebeld
Voorbeeld:  `een berichtje inspreken op je vaders antwoordapparaat en vragen of hij je zo snel mogelijk terugbelt`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van terugbellen?
De verleden tijd van terugbellen is 'belde terug'. Het voltooid deelwoord is 'heeft teruggebeld'.
Wat betekent terugbellen?
'bellen naar iemand die je op een vorig tijdstip heeft gebeld'
Hoe spel je terugbellen?
terugbellen spel je T E R U G B E L L E N

Op andere websites
Zoek terugbellen op Woordenlijst.org
Zoek terugbellen op Google
Zoek terugbellen op Wikipedia