afscheiden

werkw.
Uitspraak:  ['ɑfsxɛidə(n)]
Afbreekpatroon:  af·schei·den
Vervoegingen:  scheidde af (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft afgescheiden (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) van zich uit laten gaan
Voorbeeld:  `De wond scheidt vocht af.`

2) (uit iets) verwijderen
Voorbeeld:  `vuil afscheiden uit de vloeistof`


Synoniemen
afsplitsen   afvoeren   afzonderen   isoleren   lozen   produceren   scheiden   separeren   splitsen   uitscheiden   uitstoten   uitwerpen   

4 definities op Encyclo
  • 1.afscheid nemen van, scheiden van, weggaan van Voorbeeld: ‘De dag zien afscheiden van de nacht’ Voorbeeld: ‘Hij scheidt er van af gelijk een hond van zijn stront’ 2.weg-, heengaan, sterven: zie: afgescheiden. 3.ophouden Voorbeeld: ‘Achter de tweede duinenreek die in golvende lijn dieper 't land in...
  • • [ov] afzonderen, uit de aanwezigheid van iets verwijderen. • [refl] "zich ~": een apart (kerk)genootschap gaan vormen.
  • er iets tussen zetten vb: ik wil mijn tuin afscheiden van die van de buurman een vloeistof aanmaken en afgeven vb: de melkklieren van de koe scheiden melk af je ervan losmaken vb: deze groep heeft zich afgescheiden van de hervormde kerk
  • 1) Uitzijgen 2) Splitsen 3) Uitzeven 4) Uitwerpen 5) Afvoeren 6) Scheiden 7) Afzonderen 8) Separeren 9) Produceren 10) Uitscheiden 11) Verwijderen 12) Segregeren 13) Uitstoten 14) Afschutten 15) Afsluiten 16) Afsnijden 17) Afsplitsen 18) Losmaken 19) Lozen 20) Isoleren
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met afscheiden:
afscheiden van

Taaladvies
  1. Is spin-off correct geschreven? Zie spin-off
  2. Schrijf je afscheid met ei of ij? Zie afscheid / afschijd


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van afscheiden?
De verleden tijd van afscheiden is 'scheidde af'. Het voltooid deelwoord is 'heeft afgescheiden'.
Wat betekent afscheiden?
'van zich uit laten gaan' en '(uit iets) verwijderen'
Hoe spel je afscheiden?
afscheiden spel je A F S C H E I D E N
Wat is een ander woord voor afscheiden?
Andere woorden voor afscheiden zijn afsplitsen, afvoeren, afzonderen, isoleren, lozen, produceren, scheiden, separeren, splitsen, uitscheiden, uitstoten en uitwerpen.

Op andere websites
Zoek afscheiden op Woordenlijst.org
Zoek afscheiden op Google
Zoek afscheiden op Wikipedia