aanrichten

werkw.
Uitspraak:  [ˈanrɪxtə(n)]
Afbreekpatroon:  aan·rich·ten
Vervoegingen:  richtte aan (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft aangericht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(iets vervelends) veroorzaken
Voorbeelden:  `schade aanrichten`,
`een bloedbad aanrichten`


Synoniemen
aandoen   aanstichten   arrangeren   brengen   ordenen   organiseren   regelen   stichten   teweegbrengen   veroorzaken   

3 definities op Encyclo
  • 1) Regelen 2) Teweegbrengen 3) Aandoen 4) Aanstichten 5) Veroorzaken 6) Stichten 7) Organiseren 8) Ordenen 9) Brengen 10) Toebrengen 11) Arrangeren
  • Aanrichten is een ander woord voor veroorzaken . Het woord wordt gebruikt als de gevolgen negatief zijn. ( De orkaan richtte veel schade in de stad aan. ) [basiswoordenlijst groep 7]
  • veroorzaken
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
aanrichten (iets noodlottigs veroorzaken)

Taaladvies
Wat is juist: een feestmaal aanrichten of een feestmaal aanrechten? Zie Aanrichten / aanrechten

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van aanrichten?
De verleden tijd van aanrichten is 'richtte aan'. Het voltooid deelwoord is 'heeft aangericht'.
Wat betekent aanrichten?
'(iets vervelends) veroorzaken'
Hoe spel je aanrichten?
aanrichten spel je A A N R I C H T E N
Wat is een ander woord voor aanrichten?
Andere woorden voor aanrichten zijn aandoen, aanstichten, arrangeren, brengen, ordenen, organiseren, regelen, stichten, teweegbrengen en veroorzaken.

Op andere websites
Zoek aanrichten op Woordenlijst.org
Zoek aanrichten op Google
Zoek aanrichten op Wikipedia