stichten

werkw.

Uitspraak:	[ˈstɪxtə(n)]
Afbreekpatroon:	stich·ten
Vervoegingen:	stichtte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gesticht (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat (iets) er komt

Voorbeelden:	`een gezin stichten`, `brand stichten`, `verwarring stichten`
Synoniem:	laten ontstaan

Zie ook:

sticht

aandoen   aanrichten   beginnen   ingesteld   instellen   instelling   invoeren   laten ontstaan   oprichten   oprichting   stichting   teweegbrengen   veroorzaken   vestiging   

• • [ov] de grondslag voor iets leggen, iets instellen
• het laten ontstaan vb: we gaan een gezin stichten vrede stichten [zorgen dat het vrede wordt] verwarring stichten [verwarring laten ontstaan]
• 1) Verwekken 2) Veroorzaken 3) Aanrichten 4) Grondvesten 5) Uiten 6) Uitwerken 7) Bedrijven 8) Insitueren 9) Instellen 10) Laten ontstaan 11) Stichting 12) Beginnen 13) Teweegbrengen 14) Iets verrichten 15) Oprichten 16) Oprichting 17) Doen ontstaan 18) Ontwerpen 19) Funderen 20) Instelling 21) Vestiging
• grondvesten, doen ontstaan
• grondvesten, doen ontstaan - Jaar van herkomst: 901-1000 (WPS ) stemmen tot vroomheid - Jaar van herkomst: 1546 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

• aanstichten• brandstichten

stichten (oprichten, doen ontstaan)

Wat is de verleden tijd van stichten?

De verleden tijd van stichten is 'stichtte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gesticht'.

Wat betekent stichten?

'zorgen dat (iets) er komt'

Hoe spel je stichten?

stichten spel je S T I C H T E N

Wat is een ander woord voor stichten?

Andere woorden voor stichten zijn aandoen, aanrichten, beginnen, ingesteld, instellen, instelling, invoeren, laten ontstaan, oprichten, oprichting, stichting, teweegbrengen, veroorzaken en vestiging.

Zoek stichten op Woordenlijst.org
Zoek stichten op Google
Zoek stichten op Wikipedia