Spreekwoorden met `zoveel`

Zoek

3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zoveel`

  1. van iets zoveel verstand hebben als een koe van saffraan eten (=ergens geen verstand van hebben)
  2. zoveel geven om iets als een boer om een kers (=er totaal niets om geven)
  3. zoveel hoofden, zoveel zinnen (=iedereen heeft een eigen mening waarbij men moeilijk samen tot een oplossing kan komen)

7 betekenissen bevatten `zoveel`

  1. wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft (=als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten)
  2. over het paard getild zijn (=te veel eigendunk hebben of een naar karakter hebben, doordat je zoveel geprezen of verwend bent)
  3. als katten muizen, mauwen ze niet (=wanneer je aan het eten bent, praat je niet zoveel)
  4. een Pyrrhusoverwinning behalen (=winnen wat zoveel heeft gekost dat je de volgende ronde niet meer aan kan)
  5. naar zijn meug eten (=zoveel eten als men lust)
  6. geen kip meer kunnen zeggen (=zoveel hebben gegeten dat je niets meer kan eten. Volkomen verzadigd)
  7. quantum libet (=zoveel men wil)

39 dialectgezegden bevatten `zoveel`

  1. 't lopt over zoveul schiev'm (=er bemoeien zich zoveel mensen mee) (Westerkwartiers)
  2. a volanté (=zoveel als je wil) (Brugs)
  3. alle zeil'n biezett'n (=doen zoveel als je kunt) (Westerkwartiers)
  4. allô (=uitdrukking die zoveel betekent als 'ga weg' 'laat mij met rust') (Leefdaals)
  5. Als Canadeze net zoveel zoude keze als Chineze, zoude er meer Canadeze dan Chineze wezen. (=Als iemand 'als' zegt) (Rotterdams)
  6. as een aa sjieër èn brand steet, ès ze moeilëk te blèssë (=zoveel te ouder, zoveel te gekker) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. aste viël zups, laefste nie lang, mèr de zies wol alles draajdobbel (=drinken halveert je leven, maar je ziet dubbel zoveel) (Munsterbilzen - Minsters)
  8. bin je klootn a nat aje nog gin vis (=zoveel moeite voor niets) (Zeeuws)
  9. Da's niet veel beschuitjies, geun ene flikker, noppes, nou daar ken je wel veul mee, ken het er af? (=Da's niet zoveel / bijzonders) (Utrechts)
  10. daajdoech zoe lëlëk dat ich mekan sjrik krieëg (=ze maakte zoveel opstand dat ik er van schrok) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. dah he'k een broertjie/broergie doad an (=daar heb ik niet zoveel zin in) (Utrechts)
  12. das een aofgelebberde (=die heeft al zoveel mannen gehad) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. das zoveel as pist er ies tegen (=het helpt niet) (Sint-Niklaas)
  14. dat schöt 't de leste tied ter nog wel bi-j in (=daar is tegenwoordig niet zoveel tijd meer voor) (Vechtdals)
  15. Ek ken me bord nie meer op (=Ik heb zoveel gegeten, dat ik een restje moet laten staan) (Dordts)
  16. ge moet ni zoë van oewen théoater moake (=Je moet niet zoveel drukte maken) (Antwerps)
  17. hè hò zunèège ongaans gegeete (=hij had zoveel gegeten dat hij misselijk werd) (Tilburgs)
  18. het sjüpsel ho zoviël appeteit datter viël te viël sjroep klaende op zen snieë (=het menske had zoveel eetlust dat het zijn boterhammen dik besmeerde met siroop) (Munsterbilzen - Minsters)
  19. ich geleef dat ze ë vèrke zin aoênt slachte (=die maakt zoveel lawaai alsof ze hem aan 't slachten zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. ich hub zoevuul aan dich gegeave (=ik heb zoveel aan jou gegeven) (Limburgs)
  21. ich kannem nie laaje en doevër gon ich altijd èn e biëgske rond em (=ik kan hem niet verdragen en daarom mijd ik hem zoveel mogelijk) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. iemand gerieven (=iemand zoveel geven als hij nodig heeft) (Sint-Niklaas)
  23. iemes dèè dènkt dat er veel wèt, wèt nie zoeveel as iemes dèè wèt, dat er nie veel wèt. (=Iemand die meent dat hij veel weet, weet niet zoveel als iemand die weet dat hij niet veel weet.) (Genker)
  24. Ig hem ginnen ezel dieje geld schet zenne (=Ik heb niet zoveel geld hoor!) (Beverloos )
  25. Inne keer zòveul (=Twee keer zoveel) (Helenaveens)
  26. kakkemoiskes: Ge moeit er zoeëveel kakkemoiskes ni over verkoeëpen (=Je moet er zoveel tierlantijntjes niet over maken) (Lebbeeks)
  27. keppukkik geen ezelken da gaalt schit zulle (=ik heb zoveel geld niet hé) (Sint-Niklaas)
  28. kleen kindsjes kakke kleen kieëtëlkës (=van kleine kinderen kan je niet zoveel verwachten (als van grote mensen)) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. Me dobbel kroët schroëven (=Nog zoveel aanrekenen) (Moorsel)
  30. Nét zo lief................ ( daarbij wordt een afkeurende houding aangenomen) (=Je lijkt wel gek ( dat je zoveel uit hebt gegeven) . of een negatief bedankje als iemand je bijv. een slecht baantje aanbiedt. ( net zo lief.. blijf liever nog in de arremoei)) (Utrechts)
  31. tès nie zoe moeilëk nen oëlëfant te sjiete aste ë kënon hëbs bauste mèt kons sjiete (=zoveel te groter je mond, zoveel te grotere onzin je kan uitkramen) (Munsterbilzen - Minsters)
  32. tralala: Ge moeit er zoeëveel tralala ni over mauken (=Je moet er zoveel tierlantijntjes niet over maken) (Lebbeeks)
  33. Wie wie, denont van nellebie, nou witte nonnie wie. (=niet zoveel vragen stellen) (Bergs)
  34. ze dronk'n teeg'n de klipp'm op (=ze dronken zoveel ze maar opkonden) (Westerkwartiers)
  35. zën ooge worre grutter dan zëne maog (=hij had zoveel op zijn bord dat hij het niet op kreeg) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. zich erges aan taege aete (=zoveel van iets eten dat je er tegenzin aan hebt) (Sevenums)
  37. zit toch nie te koette (=zever niet zoveel) (Munsterbilzen - Minsters)
  38. zit zau nie rond te triepële (=loop niet zoveel rond) (Munsterbilzen - Minsters)
  39. zunnerkloas is wel goed moar niet gek (=zoveel mag je nou ook weer niet vragen) (Westerkwartiers)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen