6 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `zolder`
- als een snoek op zolder (=totaal uit zijn element)
- een papieren zoldertje (=een dunne ijskorst)
- een snoek op zolder zoeken (=iets onmogelijks zoeken, vergeefse moeite doen)
- kijken als een snoek op zolder (=zeer verbaasd zijn)
- op een papieren zoldertje lopen (=grote risico`s nemen)
- op je achterste zolder jagen (=beledigen, bang maken)
Eén betekenis bevat `zolder`
- in de hanenbalken (=zeer hoog , op zolder)
12 dialectgezegden bevatten `zolder`
- 't haor op zolder (=haar opsteken) (Nunspeets)
- ank zoon muis op zolder oai, dan sloak de kat dood. (=een mooie vrouw tegenkomen) (Graauws)
- aste zolder èn brand steet, steet te kalder onder watter (=een goede rosse vrouw is sexueel hevig) (Munsterbilzen - Minsters)
- de botter gao tege de zolder (=we gaan uit ons dak) (Nieuw-vossemeers)
- Den tas (=zolder of schuur waar gedorste graanschoven lagen) (Walshoutems)
- mit schynvat en hosefurdels de beun opgoan (=Op pantoffels met lantaarn naar zolder gaan) (Gronings)
- Moet, moet …moetje zit op zolder (=had ik dat maar gedaan of als ik dit of dat had gedaan) (Zurriks)
- ne zolder groan (=een zolder graan) (Overmeers)
- nun bakzak op zolder hemmen (=geld achter de hand hebben) (Zunderts)
- op hosevurrels over de beune mit schienvat in d`aand sjilotn zuikn (=op sokken over de zolder met het zaklicht in de hand sjalotten zoeken) (Gronings)
- oppe zoller ligt nogwl tienentaaner (=op de zolder ligt nog wel iets) (Heusdens)
- vastelaovëd, aaë gek-aon de zolder hink et spek-aon de zolder hink te wos-kèster hëbste genen dos (=bedellied voor vastenavond) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen