8 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wild`
- als de bruid verpatst is wordt zij gewild. (=wat niet meer beschikbaar is lijkt aantrekkelijker voor anderen)
- een wild haar in de neus hebben (=onbezonnen en wild zijn)
- het is bij de (wilde) beesten af (=het is verschrikkelijk; het is schandalig)
- in het wild lopen (=ongeregeld verlopen)
- in het wilde weg (=zonder overleg)
- je kinderen in het wild laten opgroeien (=zijn kinderen geen (of een slechte) opvoeding geven)
- je wilde haren verliezen (=ouder en rustiger worden)
- wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten (=soort zoekt soort)
8 betekenissen bevatten `wild`
- Poolse landdag (=een wilde, ongeregelde bijeenkomst)
- er Spaans aan toe gaan (=erg wild en rumoerig aan toe gaan)
- dat is koren op zijn molen (=hij zal dat meteen gebruiken als argument voor wat hij toch al wilde)
- iets op je buik kunnen schrijven (=iets wel kunnen vergeten, dat wat je wilde gaat niet door)
- eieren voor je geld kiezen (=met minder genoegen nemen dan men eerder wilde)
- een wild haar in de neus hebben (=onbezonnen en wild zijn)
- een Poolse landdag (=wilde, ongeregelde vergadering)
- de koe is vergeten dat hij kalf geweest is. (=zeurende ouderen vergeten dat ze vroeger ook wild waren)
20 dialectgezegden bevatten `wild`
- dae is foekswildj (=hij is hartstikke wild) (Heitsers)
- de bès joenk en de wilds tër mér op los (=als je jong bent leef je wild en onbezonnen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de jaoger daasde noë de pijpe van de bosgard (=de jager was gezocht wild voor de jachtopziener) (Munsterbilzen - Minsters)
- die joeng zen wee den battevie oant joage / droan (=die jeugd is weeral wild / druk aan het spelen) (Heist-op-den-Berg)
- Dór zulle de heur vliege, zei kletskop (=Het zal er ruig, wild aan toe gaan) (Genneps)
- hoe wild is de wereld aigeluk? (=zeg, doe 's effe relaxed man!) (Westfries)
- ic hëb zau get waaj ë wild verkë èn mich zitte, mèr ich loêt ëm nie ielke daog aut (=ik heb een wild varken in me zitten, maar hij mag niet iedere dag los) (Munsterbilzen - Minsters)
- ieëvër de roje goën (=over de lijn van het fatsoen gaan, wild tekeer gaan) (Munsterbilzen - Minsters)
- je moe nog zn wild oar verliezn (=hij moet nog volwassen worden) (Lichtervelds)
- je moe zn wild aor nog verliezn (=hij is nog niet volwassen) (Kortemarks)
- joentbient zn duuvels (=hij gaat wild tekeer) (Lichtervelds)
- jonk, 't za nog onweern (=wanneer kinderen te wild zijn) (Kaprijks)
- lieëlik doon (=wild tekeer gaan) (Heitsers)
- roend rieëstern (=wild rondrennen) (Veurns)
- Un goei bêêst leg in de pan!!! (=Ik heb een hekel aan overstekend wild) (Bredaas)
- Wie jong is wild wa en wie wild is jongt wa (=Wie jong is wilt wat en wie wild is jongt wat) (Brakels (gld))
- Zèn hoar es wêwullig (=Zijn haar ziet er wild uit) (Heusdens)
- zoe briesëtëg as ne leiëf (=zo wild en bezeten als een leeuw) (Munsterbilzen - Minsters)
- zoe brul assën koe (=wild en uitgelaten) (Munsterbilzen - Minsters)
- zoea bröl wie ein koo zeen (=Erg wild en uitgelaten zijn) (Steins)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen