Spreekwoorden met `wie de`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `wie de`

  1. wie de naam heeft, krijgt de daad (=wie bekend staat als misdadiger, krijgt de schuld)
  2. wie de pastoor niet eert, wie zijn absolutie riskeert (=om je ambitie te bereiken, moet je extra aardig zijn voor de hoge heren)
  3. wie de pot breekt betaalt de scherven (=de veroorzaker van schade moet de situatie zelf rechtzetten.)
  4. wie de schoen past trekke hem aan (=wie schuldig is mag zich aangesproken voelen)
  5. wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (=blijf altijd aandachtig en geconcentreerd)

Eén betekenis bevat `wie de`

  1. weten uit welke hoek de wind waait (=weten hoe het in elkaar zit, wie de baas is)

18 dialectgezegden bevatten `wie de`

  1. As ge goit, kriedum vaneiges terug in ou gezeecht (=wie de bal kaatst, kan de bal terug verwachten) (brabants)
  2. dae haet ‘t zoeë drök wie de pan mèt vastelaovendj (=hij heeft het druk; met vastelaovendj wordt er namelijk veel gebakken) (Heitsers)
  3. dae kiektj wie de doeëd van Iepere (=hij ziet er heel slecht uit (in Ieper zijn duizenden soldaten gestorven in de loopgraven tijdens WOI)) (Heitsers)
  4. Dae rauk wie de sjouw van Tiglia (=Iemand die veel rookt) (Tegels)
  5. det is zoeë aod wie de waeg nao de pieël (=dat is heel oud) (Heitsers)
  6. die de noam het vroeg op te stoan, ken wel uutsloap'm (=wie de naam heeft braaf te zijn kan een potje breken) (Westerkwartiers)
  7. Fieëste wie de bieëste (=Feesten als beesten) (venrays)
  8. t waer is wie de minse (=mensen zijn net zo wisselvallig als het weer) (Heitsers)
  9. ut kump zoeë langsaam wie de milk bei der os (=dat duurt wel erg lang) (Sjeeter plat)
  10. wae de hoëning wilt pikke, moet de bienëstieke ook mér slikke (=wie de voordelen wil, moet ook de nadelen erbij nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Waem de gek trouwtj veur d'n drek, verluustj d'n drek en hiltj de gek! (=wie de gek huwt voor de drek, verliest de drek en houdt de gek!) (Kinroois)
  12. wel 't eerst vernemt, het 't zelf ien 't hemd (=wie de scheet het eerst ruikt, heeft die zelf laten waaien) (Westerkwartiers)
  13. wel met de dochter trouw'n wil, moet vrij'n met de moeke (=wie de dochter als vrouw wil, moet aanpappen met de moeder) (Westerkwartiers)
  14. wie de os het hongerliéu gewend waar ging hé kepot (=ergens gewend aan raken) (Maasbrees)
  15. wie de poes nie scheâht, is de beuâht nie weâhd (=Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert) (Haags)
  16. Zoa vrech wie de sjtraot (=Hondsbrutaal) (Gelaens (Geleens))
  17. zoa vrech wie de sjtroat (=heel brutaal) (Susters)
  18. Zoea vrech wie de straot (=brutaal zijn) (Steins)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen