Spreekwoorden met `vraag`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `vraag`

  1. dat is de hamvraag (=de vraag waar het om gaat)
  2. een vraagteken plaatsen achter (=in twijfel trekken)
  3. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  4. zo vraagt men de boeren de kunst af (=zo verneem je hoe het moet)

13 betekenissen bevatten `vraag`

  1. naar iemands pijpen dansen (=(onderdanig) alles doen wat iemand vraagt)
  2. ongevraagd, ongeweigerd (=als je iets doet waarvoor geen toestemming is gevraagd kan het achteraf niet meer geweigerd worden omdat het al gebeurd is)
  3. dat is de hamvraag (=de vraag waar het om gaat)
  4. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
  5. een schot voor de boeg (=een uitspraak of vraag als eerste aanzet tot een gesprek of discussie (eigenlijk: een waarschuwingsschot))
  6. iemand op zijn wenken bedienen (=iemand altijd en onmiddellijk geven waar hij om vraagt)
  7. een Salomonsoordeel vellen (=met een heel vraagstuk een zeer wijze en goede beslissing nemen)
  8. iemand gehoor geven (=naar iemand luisteren, gevolg geven aan zijn vraag)
  9. de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
  10. in het gareel lopen. (=precies doen wat er gevraagd wordt)
  11. het hoofd breken over iets (=trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag)
  12. in het huisje wegen (=uiterst nauwkeurig het gevraagde gewicht geven)
  13. voor iemand kruipen (=van iemand schrik hebben , slaafs alles doen wat hij vraagt)

50 dialectgezegden bevatten `vraag`

  1. `Gei n kom ni? ` - `Jokke 'doe` en verder: Joche'doet, joji'doe, 'josse'doe, jot'toet, 'jomme'doen, 'joche'doet, 'joñse'doen (=Bevestigning van vraag met ontkenning Bv. `Jij komt niet? ` - `Toch wel ik kom`) (oudenaards)
  2. `In zien vel, es er nog neet geströp is!! ` (=antwoord op de vraag `waar is die en die persoon?? `) (Steins)
  3. 'k (w) eet sondre (=ik vraag mij af) (Waregems)
  4. 'k ee 't s (w) ondre (=ik vraag mij af) (Waregems)
  5. 'k vroage kik mie da olle doagen of (=ik vraag me dit iedere dag af) (Harelbeeks)
  6. 'k wee 't zondre (=ik vraag me af) (Waregems)
  7. 'k wit 's wonder (=ik ben benieuwd, ik vraag het mij af) (Wevelgems)
  8. 'n Snee pap mi 'n hoondenaa (=Op de vraag `wat gaan we eten` indien er niets is) (Bevers)
  9. ' k ee ' t zondre ottie... (=ik vraag me af of hij...) (Waregems)
  10. " In ne karreslagn gepist zeker?" (=vraag aan iemand met een ontstoken oog) (Lokers)
  11. a ee zèn tong verloren (=hij zwijgt en geen antwoord geeft op een vraag) (Meers)
  12. as slumke doeëd is, kriegs dich zien möts (=reactie als iemand een domme vraag stelt) (Heitsers)
  13. Astekootsjes. "Wat zijn astekootsjes?" antwoord "Kluuëten van mastekootsjes" En daarmee was de vraag "Wat eten we" onbeantwoord (=Op de vraag :"Wat eten we") (Lokers)
  14. at waor is zienge ze in de kerk (=het is maar de vraag of dat waar is) (Oudenbosch)
  15. da zit nog in wije zakke (=het is nog maar de vraag) (Oudenbosch)
  16. da's de hamvroag (=dat is de belangrijkste vraag) (Westerkwartiers)
  17. de hëbs zëne mond toch bij dich (=als je het niet weet, vraag je het maar) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. deur vroag'n wor je wies (=vraag maar, daar leer je van) (Westerkwartiers)
  19. deur vroag'n word'n je wies (=vraag maar gerust, daar leer je van) (Westerkwartiers)
  20. He'j kniene? - Dan he'j ok köttels! (=gezegd als grapje tegen degene die op de eerste vraag met “ja” antwoordt) (Barghs)
  21. hoe is ut mennuku? heddur al un bintje in???? (=vraag aan jongen die zich hanig gedraagt) (Tilburgs)
  22. hoe komt 'n ezel aan twee lange oor'n (=geen antwoord weten op een vraag :) (Westerkwartiers)
  23. hoe zèè de gekoome meej de rêep is ut naa goet!! (=hoe ben je gekomen met de hoepel is het nu goed (antwoord op een vraag naar de bekende weg) !!) (Tilburgs)
  24. Huspot mit braipenne. (=Antwoord op de vraag `Wet gane me ete?`) (Zaans)
  25. iet: Emmek iet aun van a? (=Dit vraag je als iemand je aangaapt:) (Lebbeeks)
  26. ik bestelle ' n koepke sampanje (=ik vraag een glas champagne) (Waregems)
  27. ik vroag oe tog ok nig of ne koo gras lus? (=ik vraag je toch ook niet of een koe gras lust (iets onbenulligs vragen) (Twents)
  28. joekt a mijolleke? (=verdekte vraag naar sex) (Antwerps)
  29. kaat: Es ' t kaat ginder boven? (=Spottende vraag voor een lange man) (Lebbeeks)
  30. Kerjeuzeneuzn en vroagsteirtn (=Als antwoord op de vraag van een nieuwsgierig kind , b'.v. Wat is dat) (Maldegems)
  31. kuerieuzeneuzen en lange steerten (=men antwoordt op een ongelegen vraag :) (Werviks)
  32. Kuit van de vuit asker in ligt is te luit. (=Antwoord op de vraag hoe laat het is) (Teralfens)
  33. kwaffèir: Es a kwaffèir doeëd? (=Een vraag voor iemand met lang haar) (Lebbeeks)
  34. kwessondre (=ik vraag me af of) (Zomergems)
  35. kweszondre (=ik vraag mij af) (Sint-Laureins)
  36. kwets komt ij wal (=de vraag is of hij wel komt) (Lokers)
  37. kwit soenders (=ik vraag me af of) (Poperings)
  38. kwit soenders (=ik vraag me af...) (Veurns)
  39. Kwitzondrs (=Ik vraag het mij af) (Izegems)
  40. loj geen klok aste de klüppel nie wiës hange (=geef geen antwoord als je de vraag niet begrijpt) (Munsterbilzen - Minsters)
  41. Mukke bummele (=fictieve plaatsnaam, gebruikt als antwoord op de vraag waar men geweest is) (Venloos)
  42. Nou! 't Grondais loopt langs de goot. (=Antwoord op de vraag `Vriest het?`) (Zaans)
  43. Stront mit stientjes. (=Antwoord op de vraag `Wet gane me ete?`) (Zaans)
  44. Thee Daor jaogde ut vulle mee van 't pèrd. (= (Als reactie op de vraag of iemand thee wil.) ) (Ammeroois)
  45. verwijrmen; Kénda verwijrmen? (=Kan je je verwarmen? (veel gestelde vraag als het snikheet is buiten)) (Lebbeeks)
  46. vor mij en weat, vor joe en vraag (=zeg ik niet...) (Urkers)
  47. vraag me niet hoe of waarom (=Ik weet het niet) (Rotterdamse straattaal)
  48. Vraok oe iets? (=vraag ik je iets?) (Bredaas)
  49. Wa ligde tog te uiren (=Wat vraag je lang door.) (Ossies)
  50. Waat, hoond zien gaat, kat zieêne stuûver maaktj alles zuûver (=Reactie op de vraag WAT?) (Weerts)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen