3 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `te komen`
- denken met kousen en schoenen in de hemel te komen (=denken dat men zich niet moet inspannen)
- het moet uit de lengte of uit de breedte komen (=het moet hoe dan ook uitgespaard worden)
- in een goed blaadje proberen te komen (=een goede reputatie proberen te verkrijgen)
11 betekenissen bevatten `te komen`
- geld stinkt niet (=alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan)
- zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
- armoede zoekt list. (=armoede dwingt om op zoek te gaan naar alternatieve manieren om rond te komen)
- in het gevlij komen (=doen wat iemand graag ziet om in de gunst te komen)
- een eed met boter bezegeld. (=een belofte zonder echte intentie om de belofte na te komen)
- er komen met krabben en bijten (=er met heel veel moeite komen)
- er een balletje over opgooien (=er voorzichtig over beginnen te praten om erachter te komen wat anderen ervan vinden)
- er geen speld tussen kunnen krijgen (=iets klopt precies, geen gelegenheid krijgen in een gesprek ertussen te komen)
- de rijzende/opgaande zon aanbidden (=in de gunst trachten te komen van iemand die succesvol is)
- iemand op sleeptouw nemen (=omdat iemand het alleen niet lukt diegene helpen, iemand steeds maar dingen beloven zonder die na te komen, iemand gebruiken voor eigen belang zonder dat die het doorheeft)
- het paard ruikt de stal (=opschieten om gauw thuis te komen)
15 dialectgezegden bevatten `te komen`
- 'n pisboodschapke doen (=een boodschap doen om iets anders aan de weet te komen) (Westerkwartiers)
- daaj moet hél krétse vër rond te koëme (=die moet hard werken en besparen om rond te komen met zijn geld) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae waertj nog neet vèt al zit se ‘m op eine weiteberm (=hij kan eten wat hij wil zonder aan te komen (weiteberm = een stapel tarwe)) (Heitsers)
- de höbs malsjaos as ich tich tësse lich en doenkel tiëgekoëm (=ik hoop je met valavond niet tegen te komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- de komplemènte van ons moeder èn ze lòt vraoge òf dè ge èfkes wilt kôome (=mijn moeder laat u groeten en vraagt om even langs te komen) (Tilburgs)
- de wèèg noë den hiemel es bergop, dae noë de hel lûp bergaof (=is moeilijk in de hemel te komen) (Bilzers)
- deurejager (=Iemand die veel eet zonder bij te komen) (Ostêns)
- doë zit get te brieë da nie nermaol ès (=er zit een ziekte aan te komen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ich huib mich onnuzel gespékkuleid. (=Zich onnozel denken om tot een oplossing te komen) (Walshoutems)
- Kóm maar binne, dao hingk d'r genne achter de deur (=Wordt gezegd tegen iemand die aarzelt om binnen te komen) (Venloos)
- lutsen (=op een lepe maniier iemand ondervragen om achter de waarheid te komen) (Sint-Niklaas)
- nun ouwe pap rentenier (=iemand die met weinig geld probeert rond te komen met zo weinig mogelijk werk) (Zunderts)
- platte bruëkes bakken (=in ’t gevlei trachten te komen) (Meers)
- veget nit wehr te komen; verget 't wierkom'n nich (=vergeet niet weer te komen) (Twents)
- vur un goej en lèkker mènneke gonge de mèskes vruuger ter bèèvert naor ut Meuleschots, St. Anneke's kepèlleke. (=Om aan de man te komen gingen vroeger (maar ook nu nog) de dames op bedevaart naar het Sinte Anna's kapelleke te Molenschot) (Tilburgs)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen
