Spreekwoorden met `streng`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `streng`

  1. als de dagen lengen begint de winter te strengen. (=wanneer de dagen korter worden komt de winter eraan)
  2. als de dagen lengen, gaan de nachten strengen (=het koudste deel van de winter valt na de kortste dag)
  3. de derde streng houdt de kabel. (=alle goede dingen bestaan in drieën)
  4. ieder trekt aan zijn streng (=ieder kiest voor zichzelf)
  5. strenge heren regeren niet lang (=wanneer een baas niet een beetje soepel is wordt het voor hem erg moeilijk)

16 betekenissen bevatten `streng`

  1. de teugels laten vieren (=een minder streng beleid voeren)
  2. het touw wat vieren (=het iets minder streng aanpakken)
  3. wie een paard uit de wei wil halen, moet het beest niet eerst met het halster tegen de kop slaan. (=je bereikt meer met vriendelijkheid, dan met strengheid)
  4. je moet de snaren niet te sterk spannen (=je moet niet al te streng zijn, niet al te veel eisen)
  5. de hand met iets lichten (=niet scherp opletten, het niet te streng nemen)
  6. met twee maten meten (=niet voor alles of iedereen even streng zijn)
  7. iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)
  8. met los kruit schieten (=schijnbaar streng straffen met een straf die in feite geen nadeel oplevert)
  9. iemand de pen op de neus zetten (=streng ondervragen of aanpakken)
  10. op de vingers zien (=streng op iemand opletten)
  11. strak houden (=streng opvolgen - weinig toelaten)
  12. de lijn/teugels aanhalen (=strenger worden)
  13. je tanden laten zien (=tonen dat men niet bang is, van zich afbijten; stevig uitvaren; streng zijn)
  14. een paard met een zachte mond moet men met zachte toom besturen. (=zachtaardige mensen moet men niet streng behandelen)
  15. zachte winters, vette kerkhoven (=zachte winters geven vaak aanleiding tot meer ziekten dan strenge winters)
  16. zo fijn als gemalen poppenstront (=zeer streng rechtzinnig)

19 dialectgezegden bevatten `streng`

  1. 'n harteg woordje met één proat'n (=iemand streng toespreken) (Westerkwartiers)
  2. 'n stringe goaren (=een streng garen) (Overmeers)
  3. a trekt zèn streng (=zijn plan trekken) (Meers)
  4. aon één streng trèkke (=eensgezind zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  5. dae ès mèttë broekeriem grautgebraach (=die is streng behandeld geweest om hem goede manieren in te pompen) (Munsterbilzen - Minsters)
  6. Det haet ein sjnoet es Edeltruud (=Zij kijkt streng) (Roermonds)
  7. ei trekt goe zènne streng (=hij kan goed zijn plan trekken) (Sint-Niklaas)
  8. Etwieën in de piense zett'n (=Iemand streng aanpakken) (Veurns)
  9. fijn als gemalen poppestront (=streng gerefofmeerd) (Alblasserdams)
  10. ge moet er dn duum upoedn (=ge moet ze streng opvoeden) (Kortemarks)
  11. hae kan zene streng goed trèkke (=hij trekt zijn plan) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. ut vroor dattut kraokte (=het vroor erg streng) (Oudenbosch)
  13. z' ne plang trèkke (=zijn streng trekken) (Bilzers)
  14. ze biendt wat ien (=zij is niet meer zo streng) (Westerkwartiers)
  15. ze speult op heur poot (=zij wordt streng) (Westerkwartiers)
  16. zene streng trèkke (=zijn plan trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. zëne streng trèkke (=je plan trekken) (Munsterbilzen - Minsters)
  18. zènne streng (zè plang) trekken (=zijn werk goed doen) (Sint-Niklaas)
  19. zo fien as gemalen poppestront (=streng gereformeerd) (Klazienaveens)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen