Eén spreekwoord bevat `strak`
- strak houden (=streng opvolgen - weinig toelaten)
Eén betekenis bevat `strak`
- het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)
12 dialectgezegden bevatten `strak`
- aste nie gees wërke, konste strak op zën kin kloppe (=wie niet werkt, niets eet) (Munsterbilzen - Minsters)
- de knoop strak frete (=veel eten) (Bildts)
- den buuk strak hebbe (=veel gegeten hebben) (Genneps)
- kiek nie so ster (=strak aan kijken) (Zeeuws)
- m'n bôks zit te eng (=mijn broek zit te strak) (Liessents)
- mèt viël mikke en maetë, hëbbë vër strak nog get te aetë (=als ik een beetje overleg en afmeet, is er nog wat eten voor straks) (Munsterbilzen - Minsters)
- sterlieng kiek' n (=strak kijken) (Veurns)
- strak in ut pak zitten (=er netjes uitzien) (Westlands)
- strak kop eraf (=straks gaan we veel drinken.) (hessels)
- strak kump daaj dikke flots wir aongewaggeld (=straks is dat dit wijf weer daar) (Munsterbilzen - Minsters)
- Tot strak of dan! (=Tot later!) (Bilzers)
- ziet mér daste strak nie te mieg bès (=luie zweet is gauw gereed) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen