Spreekwoorden met `strak`

Zoek

Eén spreekwoord bevat `strak`

  1. strak houden (=streng opvolgen - weinig toelaten)

Eén betekenis bevat `strak`

  1. het is beter de bakkers te paard, als de dokters. (=je kunt beter voldoende en gezond eten, dan straks naar de dokter te moeten)

12 dialectgezegden bevatten `strak`

  1. aste nie gees wërke, konste strak op zën kin kloppe (=wie niet werkt, niets eet) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. de knoop strak frete (=veel eten) (Bildts)
  3. den buuk strak hebbe (=veel gegeten hebben) (Genneps)
  4. kiek nie so ster (=strak aan kijken) (Zeeuws)
  5. m'n bôks zit te eng (=mijn broek zit te strak) (Liessents)
  6. mèt viël mikke en maetë, hëbbë vër strak nog get te aetë (=als ik een beetje overleg en afmeet, is er nog wat eten voor straks) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. sterlieng kiek' n (=strak kijken) (Veurns)
  8. strak in ut pak zitten (=er netjes uitzien) (Westlands)
  9. strak kop eraf (=straks gaan we veel drinken.) (hessels)
  10. strak kump daaj dikke flots wir aongewaggeld (=straks is dat dit wijf weer daar) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. Tot strak of dan! (=Tot later!) (Bilzers)
  12. ziet mér daste strak nie te mieg bès (=luie zweet is gauw gereed) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen