4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `schol`
- een schollekop (vissenkop) hebben (=een boeventronie hebben)
- hij droomt van schol maar eet graag platvis (=hij verwacht te veel)
- van december tot maart is de schol de pan niet waard (=platvis moet je in de zomer eten)
- ze is zo plat als een botje (scholletje) (=ze heeft bijna geen borsten)
Eén betekenis bevat `schol`
- boerenverstand (=zonder scholing toch slim zijn)
6 dialectgezegden bevatten `schol`
- ' t schol nie veele, ' t schildege nie veele (=het was nipt) (Gents)
- Da schol gieën aur (=Dat scheelde bijna niets) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- da schol gieën hoar (=dat scheelde geen haar) (winksels)
- da schol nie veel (=het scheelde niet veel) (Sint-Niklaas)
- Da schol nie vol (=Dat scheelde niet veel) (Berghems)
- Spets op ui muile (=schol) (Oudenaards)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen