Eén spreekwoord bevat `scheut`
- alle scheuten zijn geen rozen. (=uiterlijk bedriegt; niet alles is van hoge kwaliteit.)
12 dialectgezegden bevatten `scheut`
- 'n geute azijn of 'n scheut azijn (=een kwak azijn) (Overmeers)
- der t scheut van kreegen (=iets niet langer kunnen verdragen) (Maldegems)
- Gènne scheut plover wèrd zien (=Voor niks deugen) (Genneps)
- Goe.d op scheut zien (=Schot in zitten) (Genneps)
- Hij scheut de balle in de rechter (of linker) bovenhoek (=Hij schoot de bal in de kruising) (Hoogeveens)
- Hij scheut de balle tegen de paole (=Hij schoot de bal op de paal) (Hoogeveens)
- ne scheut krijëge (=kind dat snel groeit) (Diesters)
- ne scheut krijge (=fel groeien (persoon) ) (Diesters)
- scheut schiete (=knikkeren) (Lummens)
- unne scheut òf un schutje, dè schilt unne kwak. (=een scheut of een scheutje, dat scheelt een heleboel.) (Tilburgs)
- veruit bie de scheut (=vooruit) (Zeeuws)
- zis al ne eule tijd op scheut (=zij is al een hele tijd zwanger) (Oudenbosch)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen