Spreekwoorden met `op één`

Zoek


65 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `op één`

  1. Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd (=voor een uitgebreide klus heb je meer tijd nodig)
  2. alle gekheid op een stokje (=maar nu liever ernstig)
  3. alles op één kaart zetten (=een groot risico nemen door op slechts één kans te gokken)
  4. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  5. als een slak op een teerton (=erg traag zijn)
  6. als een tang op een varken passen/sluiten (=niet bij elkaar passen)
  7. als een tang op een varken slaan (=iets heeft totaal niets met een besproken onderwerp te maken)
  8. als een vlag op een modderschuit (=dat is veel te mooi voor die situatie)
  9. als Ieren en Britten op één land (=twee aartsvijanden in één ruimte)
  10. als Pasen en Pinksteren op één dag vallen (=iets wat nooit zal gebeuren)
  11. dat heb ik nog nooit op een klomp horen spelen (=dat is al te gek)
  12. dat scheelt een slok op een borrel (=dat scheelt heel wat)
  13. dat slaat als een knots op een kangoeroe (=dat choqueert je)
  14. dat slaat als een tang op een varken (=dat slaat nergens op)
  15. de meitak op een werk zetten (=het werk afmaken)
  16. een druppel op een gloeiende plaat (=een zeer kleine bijdrage aan iets groters)
  17. een leventje als een luis op een zeer hoofd (=een heerlijk leventje)
  18. een nieuwe lap op een oud kleed (=een zinloze toevoeging)
  19. een pleister op een houten been (=een nutteloos voorstel)
  20. een slok op een borrel schelen (=een groot verschil maken)
  21. er dienen geen twee masten op een schip (=er kan er maar één het bevel voeren)
  22. er is maar een grote mast op een schip (=er is er maar één de baas)
  23. geen twee hanen op een erf/werf (=geen twee bazen voor hetzelfde werk)
  24. geen twee kapiteins op één schip (=er moet maar één persoon de leiding hebben, anders gaat het niet goed)
  25. het is altijd vet op een andermans schotel (=een ander heeft het schijnbaar altijd beter)
  26. het is een pleister op een zere wonde (=het is bedoeld om het leed wat te verzachten)
  27. het is op een oor na gevild (=het is bijna klaar. Het is bijna achter de rug)
  28. het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manier aan te pakken)
  29. het varken is op een oor na gevild/gewassen (=het is bijna klaar)
  30. iemand iets op een briefje geven (=ergens heel zeker van zijn)
  31. iets op een procrustesbed leggen (=een regeling zo toepassen dat hij er voordeel van heeft)
  32. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)
  33. je op een afstand houden (=je niet te veel met de zaak bemoeien)
  34. je woorden op een goudschaaltje wegen (=uiterst weloverwogen spreken)
  35. Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd (=grote projecten kosten tijd (en vergen geduld))
  36. mensen vertellen veel op een zomerse dag. (=verhalen kloppen niet altijd)
  37. met een kanon op een mug schieten (=ophef maken om niks / overdreven zware maatregelen nemen)
  38. op een andere leest schoeien (=op een andere manier aanpakken)
  39. op een apostelpaard rijden. (=lopen)
  40. op één been kan je niet lopen. (=gezegd als je één drankje gehad hebt en meer wilt)
  41. op een blind paard wedden. (=je inzetten voor iets wat gedoemd is te mislukken)
  42. op een droogje zitten (=op visite zijn en niks te eten of drinken krijgen)
  43. op een gladde baan/weg zijn (=zijn ondergang tegemoet gaan)
  44. op een goudschaaltje leggen/wegen (=heel voorzichtig afwegen)
  45. op een houtje bijten (=honger hebben)
  46. op een klein pitje zetten (=tijdelijk laten wachten, slechts langzaam laten verdergaan)
  47. op een kluitje (=dicht bij elkaar)
  48. op een kratje zitten als dat nodig is (=bereid zijn om je aan te passen aan minder luxe)
  49. op een letter doodblijven (=absoluut niets veranderd willen zien)
  50. op een oor na gevild zijn (=bijna in orde zijn)

35 betekenissen bevatten `op één`

  1. op de vingers kijken (=(Op een vervelende manier) scherp toezien hoe iemand iets doet, zodat elke fout direct opgemerkt wordt)
  2. als de ganzen (=achter elkaar op een rijtje)
  3. maak je borst maar nat (=bereid je voor op een zware klus (of op veel tegenstand))
  4. ik wil hogerop, zei de jongen en hij kwam aan de galg. (=bereik je doel op een eerlijke manier)
  5. vasthouden aan een strootje (=blijven hopen op een kleine kans.)
  6. dat komt als mosterd na de maaltijd (=dat komt op een moment dat het geen nut meer heeft)
  7. de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
  8. is de paus katholiek? (=een antwoord op een vraag waarvan het antwoord overduidelijk `Ja` is)
  9. een goed begin is het halve werk (=een goed begin vergroot de kans op een goede afwerking)
  10. arbeid is voor de dommen. (=gezegd als je liever op twijfelachtige wijze geld verdient dan op een eerlijk manier)
  11. wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
  12. het roer omgooien (=het op een heel andere manier proberen)
  13. elk vogeltje zingt zoals het gebekt is (=ieder laat zich uit op een wijze die door zijn eigen aard en opvattingen bepaald worden)
  14. ieder bakt zijn koek zoals hij hem eten wil. (=iedereen behartigt zijn zaken, op een manier zoals hij dat zelf wil.)
  15. iemand de handen zalven (=iemand een geschenk geven in de hoop een gunst te bekomen)
  16. iemands handen zalven (=iemand iets geven in de hoop een gunst te verkrijgen)
  17. in iemands zwak tasten (=iemand op een gevoelige plek raken)
  18. iemand een kool stoven (=iemand op een onprettige manier ertussen nemen)
  19. iemand op zijn nummer zetten (=iemand zeer nadrukkelijk op zijn fouten wijzen, op een wijze die voor die persoon beschamend is)
  20. van Lillo komen (=je dom houden. Volgens de overlevering vindt dit gezegde zijn oorsprong in het (ontkennende) gedrag van de inwoners van Fort Lillo na een aan hen toegeschreven roofoverval op een boerderij te Waarde in 1579)
  21. het op een akkoordje gooien (=met elkaar afspreken iets op een bepaalde manier aan te pakken)
  22. de bui over laten drijven. (=niet reageren op een moeilijke situatie)
  23. door de achterdeur weer binnenkomen (=onverwacht terugkomen op een afgeronde situatie)
  24. op een andere leest schoeien (=op een andere manier aanpakken)
  25. de steven wenden (=op een andere manier de dingen gaan aanpakken)
  26. een andere toon aanslaan (=op een andere manier tegen iemand gaan praten)
  27. met een hete aardappel in de keel praten (=op een bekakte manier praten)
  28. iets door een gekleurde bril zien (=op een bevooroordeelde manier naar de zaak kijken)
  29. door een donkere bril bekijken (=op een pessimistische manier bekijken)
  30. onder de hamer komen (=op een veiling verkocht worden)
  31. de bal terugkaatsen (=op een vraag die gesteld wordt geen antwoord geven, maar een tegenvraag stellen; op een kritische opmerking van iemand reageren door zelf ook meteen een kritische opmerking te maken over de ander)
  32. komen waar de duivel zijn staart keert (=op een zeer onherbergzame plaats aankomen.)
  33. het hoofd breken over iets (=trachten een antwoord te vinden op een moeilijke vraag)
  34. als een luis op een teerton (=vorderen als een luis op een teerton: niet opschieten)
  35. in het veen kijkt/ziet men niet op een turfje (=wie rijk is let niet op een euro meer of minder)

50 dialectgezegden bevatten `op één`

  1. 'n kosj inleggen (=een kaats inleggen op een maaltijd overvloedig eten) (Meers)
  2. 'n murre, 'n kèze (=harde trap op een bal) (Waregems)
  3. 't Komt op een dood peerd ok gien steek meer an (=Dat kan er ook nog wel bij) (Zaans)
  4. 't Reegent d'r ip lik ip een oande: hij / zij is ongevoelig voor berisping, kritiek, vermaning of goede raad (='t Regent erop gelijk op een eend) (Klemskerks)
  5. 't steekt nie op een adzuunpelle (=het komt niet zo nauw) (Wesdurps)
  6. 't Steekt nie op een jûûnpelle (=Het komt niet zo nauw) (West Zeeuws Vlaams)
  7. 't Vriest makkelek op een oud skotsie. (=Jong geleerd, oud gedaan.) (Zaans)
  8. 't Zölfde gaoren op een aander klossie. (=Oude wijn in nieuwe zakken) (Drents)
  9. ‘t een steek nie op een andzjuunpelle (=het steekt niet zo nauw) (Kaprijks)
  10. ' k ben dun besten van de klas op een oar nô (=ik ben bijna de beste van de klas) (Sint-Niklaas)
  11. ' t Steekt nie op een jûûnpelle (=Het komt niet zo nauw) (Zeeuws)
  12. a ee zèn tong verloren (=hij zwijgt en geen antwoord geeft op een vraag) (Meers)
  13. a èèt er mur drou en nen bezekoek (=hij heeft ze niet allemaal op een rijtje) (Meers)
  14. aa moe op een liere stoan om eerbeeze te trekken (=hij is klein) (Gents)
  15. alles op één koart zett'n (=alles op één ding inzetten) (Westerkwartiers)
  16. as 'n hóngd óp 'n zieke koo (=als een bok op een haverkist) (Huizers)
  17. As ' n kraai op ' n kreng (=Als een bok op een haverkist) (Westfries)
  18. As een bok op een haeverkiste (=Ergens tuk op zijn) (Giethoorns)
  19. as een bok op een haverkiste (=ergens erg happig op zijn) (drents)
  20. As een hond op een zieke koe (=Ergens tuk op zijn. Als een bok op een haverkist) (Giethoorns)
  21. as een luus op een teertonne (=Niet opschieten) (Giethoorns)
  22. As ek ni kom moet ek nie keeren (=Niet op een verzoek ingaan) (Bevers)
  23. as haer óp een hóngd (=druk of erg veel) (Huizers)
  24. asset toerës nie kons keire, moessët nie op een aandër gon leire (=als jet het thuis niet kan uithouden moet je anderen niet gaan vervelen) (Munsterbilzen - Minsters)
  25. auen dop op een ander ooitschidd'n (=overspel plegen) (Ninoofs)
  26. autkoeëme mèt de verkiezinge (=op een kieslijst gaan staan) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. Bankwerken (=Op een bank slapen) (Amsterdams)
  28. Bankwerker (=Iemand die geregeld op een bank slaapt) (Amsterdams)
  29. Beter rood haor op goeie grond, dan zwart op een ezelskont (=Het uiterlijk doet er niet toe) (Giethoorns)
  30. bienspannen (=twee handen op één buik) (Koersels)
  31. d' er is serieus nen ' oek af (=Hij heeft ze niet op een rijtje) (Melseels)
  32. da geet kneep koste (=zie maar niet op een inspanning) (Munsterbilzen - Minsters)
  33. daaj hult hërre portemënei tèsse hër knieë (=zij zit liever op geld dan op een man) (Munsterbilzen - Minsters)
  34. dae haet eine kop wie eine tujerpoes (=op een ‘tujerpoes’ wordt met een grote hamer geslagen, waardoor de bovenkant splijt en kapot gaat: je hoofd lijkt op deze paal (niet bepaald complimenteus dus)) (Heitsers)
  35. dae kan de kis nau al nimei tau hage (=die zit op een massa geld !) (Munsterbilzen - Minsters)
  36. danaade meer kaans dattur eentje tussen zaat die nie goed waar (=dan was er meer kans op een afwijking) (Oudenbosch)
  37. dao esse mét kwaoj hang aan gekaome (=daar is iemand niet op een eerlijke manier aan gekomen) (Weerts)
  38. Das een GWK'tje (goed-wies-kapot) (=Die heeft ze niet allemaal op een rijtje.) (Arnhems)
  39. das en ronne taufel, door isj gienen iejnen hoek nimier oon (=ze niet meer alle vijf op een rijtje hebben) (Aalsters)
  40. dat benn'n twee hand'n op één buuk (=die twee zijn het altijd met elkaar eens) (Westerkwartiers)
  41. dat gebeurt as poas'n en pikster'n op één dag vaal'n (=dat zul jij nooit meemaken) (Westerkwartiers)
  42. Dat geef ik je op een brieffie (=Dat weet ik heel zeker, Dat bevestig ik, Ik verzeker het je, Ik garandeer je) (Amsterdams)
  43. dat hélp hauze (=dat scheelt een slok op een borrel) (Bilzers)
  44. dat krigst as poas'n en pinkster'n op één daag vaal'n (=dat krijg je nooit) (Westerkwartiers)
  45. Dat staat er op as haor op een hond (=At staat heel dicht, b.v. gras) (Giethoorns)
  46. dat verdient gien schoonheidspries (=dat is op een niet leuke manier uitgevoerd) (Westerkwartiers)
  47. dat wordt dreuge eerabbels eet' n (=dat wordt op een houtje bijten) (Westerkwartiers)
  48. daudloope (=uitlopen op een sisser) (Munsterbilzen - Minsters)
  49. De deu oep e spletje zette (=De deur op een kier zetten) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  50. de deur' ip 'n gerre (=de deur op een kier) (Waregems)




Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen