2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `metten`
- korte metten maken (=doortastend optreden)
- van vreemde smetten vrij (=onafhankelijk, bevrijd)
22 dialectgezegden bevatten `metten`
- bloeës nie te hêl aste métten zwakke bloës zits (=de trompetist heeft ernstige blaas-problemen) (Munsterbilzen - Minsters)
- dae mèttën hond slup, kraajg ook zën laaëjs (=je wordt snel besmet door de persoon met wie je omgaat) (Munsterbilzen - Minsters)
- de kantenier, iës Vanheusde van Miëseme, en ternoë Gus Stas van on de staose èn Minster, onderhoele de waeg en de slaute van Minster, zaumèr èn hun ééntsje opte viloo mètten sjoep enne bessem...en twor ammel goed onderhaage (=de respektievelijke kantoniers, Vanheusden van Meershoven en Guust Stas van Munster, onderhielden de straten en grachten van Munster zomaar in hun ééntje, met schop en bezem op de fiets...en het was netter dan nu.) (Munsterbilzen - Minsters)
- die mokt er korte metten mee (=bij die man duurt het niet lang) (Sint-Niklaas)
- Ie goa 'tr mee de groovn bustle deure (=Hij maakt er korte metten mee) (Harelbeeks)
- iemes blaaj maoke mètten doj mèsj (=zich gemakkelijk laten afschepen) (Munsterbilzen - Minsters)
- Ik rein nie geire metten doenkere (=Ik rijd niet graag (met de auto) als het donker is) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
- kette mette moke (=korte metten maken) (Leuvens)
- körte mett'n moaken mee (=korte metten maken met) (Wichels)
- mètte groeëve bossel dürgon (=korte metten mee maken) (Munsterbilzen - Minsters)
- mètten doaver opze lijf zitte (=bang zijn) (Munsterbilzen - Minsters)
- métten lang lip (=met tegenzin) (Bilzers)
- métten sjeef oog bezien (=er twijfel over hebben) (Bilzers)
- mètten stroëtlengte viërsproeng (=met grote voorsprong) (Munsterbilzen - Minsters)
- mètten vaus konste geen hand gaeve (=bereid zijn tot openheid) (Munsterbilzen - Minsters)
- métten ziever laaj beginne (=een nieuwe kans krijgen) (Munsterbilzen - Minsters)
- sjee aut métten hond te faredzieje, seffes bitterdech nog (=treiter de hond zo niet, dadelijk bij hij u) (Bilzers)
- te vaul vër métten tang aoën te riere (=afgrijselijk vuil) (Munsterbilzen - Minsters)
- tés geen daudzin métten sjaun vroo te sloëpe, waol dërter wakker lengs te blijve ligge (=gemiste kansen nemen geen keer) (Bilzers)
- tés geen daudzin métten vroo te sloëpe, waol dërter wakker blijve lengs te ligge (=Laat nooit een kans onbenut waarvan je later spijt kan hebben) (Bilzers)
- waandële sjikke mètten doj mèsj (=iemand afwimpelen) (Munsterbilzen - Minsters)
- wae méttën hond slup, kraajg ook zën laajs (=wie met de hond slaapt, krijgt ook zijn luizen je krijgt de manieren van hen waarmee je omgaat) (Munsterbilzen - Minsters)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen