25 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `mens`
- alle mensen moeten leven (=gun de anderen ook wat)
- bomen ontmoeten elkaar niet, mensen wel (=de kans dat je iemand toevallig tegenkomt is groot)
- de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- de nieuwe mens aandoen (=zijn gewoonten en zeden verbeteren)
- de oude mens afleggen (=(en de nieuwe aantrekken) een nieuw leven beginnen - beterschap beloven)
- de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens (=veel goede voornemens hebben zonder ze daadwerkelijk uit te voeren)
- een brutaal mens heeft de halve wereld (=iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar)
- een gewaarschuwd mens telt voor twee (=iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden)
- een krul meer in zijn staart hebben dan een gewoon mens (=zich een beetje aanstellen)
- een mens is alleen onmisbaar bij zijn begrafenis (=niemand is onmisbaar.)
- een mens is geen aardappel (=iedereen heeft zo nu en dan behoefte aan ontspanning)
- een mens moet werken voor de brok en voor de rok. (=je moet werken om te kunnen eten en kleding te kunnen kopen.)
- een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
- er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
- geen mens is zijn eigen maker. (=beoordeel iemand niet om hun uiterlijk.)
- geen mens zo gek of hij heeft een goeie trek. (=zelfs vreemde mensen hebben goede eigenschappen)
- het is moeilijk de oude mens af te leggen. (=gewoonten zijn moeilijk af te leren)
- mensen vertellen veel op een zomerse dag. (=verhalen kloppen niet altijd)
- niet door mensenhanden gebouwd (=door God of natuur tot stand gebracht)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- sinds mensenheugenis (=al lange tijd)
- van God en alle mensen verlaten (=afgelegen; stil)
- vis laat de mens zoals hij is (=van vis eten wordt je niet dik)
- wat de mens zaait zal hij maaien (=je moet er iets voor doen, als je wat wil krijgen)
130 betekenissen bevatten `mens`
- een kleine aardappel moet je niet schillen (=aan mensen die weinig geld hebben, moet je niet veel geld vragen)
- als de herder dwaalt dolen de schapen (=als de leider het verkeerd doet weten de mensen die hem volgen niet wat ze doen moeten)
- er is geen ijs of het kost mensenvleis (=als er ijs op de sloten en vijvers ligt, verdrinken er altijd mensen)
- hoe meer vis, hoe droever water (=als er meer mensen komen valt er minder te verdelen (erfenissen))
- als oude honden blaffen, is het tijd om uit te zien (=als ervaren mensen waarschuwen moet je luisteren)
- een geplaveide weg is des duivels oorkussen (=als je niets doet en lui bent, doe je ook niks goeds / mensen die zich vervelen omdat ze niets te doen hebben, kunnen tot de slechts dingen komen daardoor)
- als twee honden vechten om een been loopt de derde ermee heen (=als twee mensen ruzie maken, profiteert een derde ervan.)
- de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee (=altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens)
- op de magerste paarden bijten de dazen. (=arme mensen hebben vaak pech)
- dat is een echte haai (=assertief en bijdehand mens)
- geef het veulen geen haver en het kind geen brandewijn. (=behandel kinderen niet als grote mensen)
- heeft de duivel het paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in de macht van slechte mensen, dan wordt het alleen maar erger)
- heeft de duivel `t paard gegeten, dan neemt hij de toom ook nog. (=ben je eenmaal in handen van slechte mensen gevallen, dan verlies je alles.)
- geen slapende honden wakker maken (=beter niet over een bepaald onderwerp beginnen / aan mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen)
- ons kent ons (=betrekkelijk afgesloten clubje mensen dat onderling de zaken regelt)
- het is kwaad kammen daar geen haar is. (=bij arme mensen valt niets te halen)
- elk zijn meug, zei de boer en hij at paardenkeutels in plaats van vijgen. (=boeren zijn koppige mensen die hun eigen zin doen)
- onder de mensen komen (=buitengaan , mensen ontmoeten)
- dat is een paard van een daalder. (=dat is een trots mens)
- dat maakt van Jezus nog een ketter (=dat is zelfs bij de meest integer mens een schanddaad)
- dat is het geheim van de smid. (=dat specifieke kennis die alleen vakmensen kennen)
- die de minste tanden hebben, kauwen het meest (=de domste mensen voeren gewoonlijk het hoogste woord)
- herenzonden boerenleed. (=de gewone mensen boeten voor de fouten van de mensen met macht)
- homo homini lupus (=de mens benadert zijn medemens als een wolf)
- de mens wikt, maar God beschikt (=de mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt)
- de vrucht der ervaring rijpt niet aan jonge takken (=de verstandigste opmerkingen komen van oudere mensen)
- tussen die twee was er geen chemie (=die twee mensen hadden te veel karakterverschillen om goed te kunnen samenwerken)
- zoete broodjes bakken (=dingen zeggen om een goede indruk achter te laten bij mensen met invloed)
- volle krop, dolle kop. (=dronken mensen doen gekke dingen)
- de gekken krijgen de kaart (=dwaze en onverstandige mensen krijgen hun gelijk of ze dat hebben of niet)
- de mens zal bij brood alleen niet leven. (=een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.)
- door schade en schande wordt men wijs (=een mens leert het beste van z`n fouten)
- een gouden zadel maakt geen ezel tot paard. (=een mens verandert niet door uiterlijkheden)
- altijd brood eten verdriet ook. (=een mens wil ook eens een verzetje.)
- een ridder zonder vrees of blaam (=een moedig mens)
- het hart op de goede plaats hebben (=een oprecht en menslievend karakter hebben)
- een paar mensen optrommelen (=een paar mensen laten komen)
- verandering van spijs doet eten (=eens iets anders te doen doet de mens goed)
- uit zuivere bronnen vloeit zuiver water. (=eerlijke mensen praten geen kwaad)
- onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers (=er bestaan nu eenmaal merkwaardige mensen)
- er verdrinken er meer in het glas dan in de zee (=er gaan veel mensen dood door het drinken van alcohol)
- er zijn meer hondjes die Fikkie heten (=er zijn meer mensen/etc. met dezelfde naam)
- een oude vogel is niet licht te vangen. (=ervaren mensen laten zich niet makkelijk foppen.)
- een oude rat vindt licht een gat. (=ervaren mensen weten vaak een oplossing te vinden)
- aan de strijkstok blijven hangen (=geld dat aan een goed doel wordt besteed verdwijnt voor een groot deel bij mensen die oneerlijke onkosten maken)
- gelijke monniken gelijke kappen (=gelijke mensen verdienen/krijgen een gelijke behandeling)
- praten als Brugman (=gemakkelijk mensen kunnen overtuigen en vlot en boeiend kunnen vertellen)
- een goede gevel versiert het huis. (=gezegd over mensen met een grote neus)
- men wordt wel door een mestkar maar niet door een rijtuig overreden (=goed opgevoede mensen beledigen anderen minder)
- wie werkt als een paard zal haver eten. (=hard werken is voor de meeste mensen geen garantie op een goed inkomen)
50 dialectgezegden bevatten `mens`
- 'n meanse is nooit te old umme te leern (=een mens is nooit te oud om te leren) (Vechtdals)
- 'n mens is moar één joar kaalf, moar blift altied ezel (=een mens blijft tijdens zijn leven fouten maken) (Westerkwartiers)
- 'n mens is zien eig'n moaker niet (=lach niet om een gehandicapt medemens) (Westerkwartiers)
- 'n mens moet doen wat 'er leert het (=handel maar naar eigen inzicht) (Westerkwartiers)
- 'n sjroet van é vrómmesj (=Een lelijk, luidruchtig mens) (Mechels (NL))
- 'n skaop bleert, 'n mense reerd! (=Een schaap mekkert, en een mens jankt!) (Zalks)
- 't is stoer de olle mens oaf te schudd'n (=ingesleten gewoontes zijn moeilijk af te leren) (Westerkwartiers)
- Biej edere mins is eigelik e kentjen aaf! (=Bij ieder mens is eigenlijk een kantje af!) (Kinroois)
- Bij het ieëste wieëd het e lemmëkë, bij het tweide ne leif en as het derde glaos lieëg ès wieëd het ë vêrke (=drank verandert de mens in een beest) (Munsterbilzen - Minsters)
- boîmtje groît vintje doîd (=een boom leeft langer dan een mens) (Kortemarks)
- boîmtje groît, vintje doîd (=een boom leeft langer dan een mens) (Lichtervelds)
- d'r is gien pot zo scheef, of d'r paast wel 'n deksel op (=voor elk mens bestaat er een passende partner) (Westerkwartiers)
- Da meesj kost è stikske kreften en zougen (=Dat mens kon een stukje zagen) (Nieuwerkerks)
- da wit gin mens (=er is hier niemand die dat weet) (Bredaas)
- da wit gin mens (=dat weet niemand) (Eindhovens)
- da's den iejste varkespuujt da'k vandoag vast pak (=gij zijt de eerste mens die ik vandaag een hand geef) (lenniks)
- daar zoek iuk mijën pap nie keuën mee kookn (=dit is geen makkelijk mens) (Kaprijks)
- Dae neet staeltj of örftj, môt wêrke totte störftj (=een eerlijk mens moet werken tot zijn dood) (Weerts)
- das ne goeie loebas (=dat is een brave mens) (Sint-Niklaas)
- das ne sprinkoan (spierink) (=dat is een magere mens) (Sint-Niklaas)
- dasoek un portret oor (=dat is een typisch mens) (Zaamslags)
- dat mins is ' n steekje an lös (=dat mens is niet helemaal goed) (Westerkwartiers)
- dat mins is onleesboar (=dat mens is niet te doorgronden) (Westerkwartiers)
- dat mins wil 't midd'nste en de beide end'n (=dat mens is erg hebberig) (Westerkwartiers)
- de bès mich een natuurramp (=je bent een onverbeterlijk mens) (Munsterbilzen - Minsters)
- De goede mèns lacht met ' t harte, de kwaoie met de mond (=De goede mens lacht met het hart, de slechte met de mond) (Drents)
- de wilde is e kwao bièèste (=de weelde maakt een mens niet gelukkig) (Kortemarks)
- Den dy van enne mins (=Het lot van een mens) (Walshoutems)
- det is 'ne gooje kloeët (=dat is een goed mens) (Weerts)
- det is ein aoj mik zónger sjummel (=dat is een vitaal oud mens) (Heitsers)
- di heit stroengt anzn schoenen (=een hoogmoedig mens) (Flakkees)
- die geboor'n is veur de galg, verzupt niet (=van ieder mens is het lot al bepaald) (Westerkwartiers)
- die is mè geen tang vast te pakken (=vuile, vieze, onverzorgde mens) (Sint-Niklaas)
- die kikt as 'n boer met kuuspien (=dat is een onvriendelijk mens) (Westerkwartiers)
- Dweize achterwetsouver (=Moeilijk mens) (Hoeilaart)
- e tchutten (=slecht ontwikkelde plant, dier of mens) (Veurns)
- Edere mins heet 'r recht op óm gelökkig te zeen! (=Ieder mens heeft er recht op om gelukkig te zijn!) (Kinroois)
- Een kwaoien errepel (=Een opstandig mens) (Hoeksche Waards)
- eine garetige (=een moeilijk mens) (Nuths)
- Eine minsj is geine Rommedoe, toch sjtink heer af en toe (=Ieder mens heeft wel eens een luchtje) (Berg en Terblijts)
- erm luis (=arme mens) (Wolvertems)
- Ge wordt zô mar nie gek (=Een mens kan veel lijden) (Genneps)
- gien lozer goed as meens'n (=niets is slimmer dan een mens) (Westerkwartiers)
- gien mens het zichzulf moakt (=drijf nooit de spot met iemand die een handicap heeft) (Westerkwartiers)
- goo taan maoke vannen iëzël nog gee piëd (=omdat je veel geld hebt word je nog geen beter mens) (Munsterbilzen - Minsters)
- graos konste zaeë, graos konste maeë, mér alleen de zon kan ët dreige (=een mens heeft de natuur nodig) (Munsterbilzen - Minsters)
- guwd as botermelk (=brave mens) (Arendonks)
- haaj ès gene godsetëge mins te zien (=hier is geen mens te bekennen) (Munsterbilzen - Minsters)
- het tij wacht op gien mens (=de natuur gaat zijn eigen zekere gang) (Westerkwartiers)
- hij ies een grôôt missoal (=hij is een gelovig mens) (Kaatsheuvels)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen