Spreekwoorden met `meisje`

Zoek

4 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `meisje`

  1. een paard dat stormt en een meisje dat wil trouwen zijn niet tegen te houwen. (=niet tot iets anders te bewegen)
  2. je kan niet alle meisjes haten om één (=als je bent getrouwd wilt dat niet zeggen dat vrouwen je niet meer interesseren)
  3. meisjes die bloemen dragen, mag je kussen zonder te vragen (=een aanmoediging om meisjes met bloemen te kussen)
  4. zaken gaan voor het meisje. (=verplichtingen zijn belangrijker dan plezier)

5 betekenissen bevatten `meisje`

  1. de beste paarden staan op stal. (=de leukste meisjes gaan niet uit)
  2. meisjes die bloemen dragen, mag je kussen zonder te vragen (=een aanmoediging om meisjes met bloemen te kussen)
  3. je mag wel ergens anders honger krijgen, als je thuis maar komt eten. (=een getrouwde man mag wel met knappe meisjes flirten, daar moet het bij blijven.)
  4. een oude bok lust nog wel een jong/groen blaadje (=een oude man is nog wel seksueel geïnteresseerd in een jong meisje)
  5. als de rechte Adam komt gaat Eva mee (=gezegd van `n meisje dat liever niet wil trouwen)

50 dialectgezegden bevatten `meisje`

  1. 'n mooi ding (=een knap meisje) (Sallands)
  2. 'n muurbloemke (=een oud vrijgezel meisje) (Westerkwartiers)
  3. 'n skuën mokke (=een mooi meisje) (Meers)
  4. 'ne aafgelèkdje boterham (=een meisje dat al veel vriendjes had) (Weerts)
  5. 't Hooi lopt achtern woagen (=Dat meisje zit achter die jongen aan) (Poperings)
  6. 't ooëi lopt achter de vorke (=dat meisje loopt te veel een jongen achterna) (Veurns)
  7. ' t is liek een ontjn die aht' r eur hat lopt (=die jongen is niet van dat meisje weg te slaan) (Izegems)
  8. A schon keuntje (=Mooi meisje) (West-vlaams)
  9. armpie over 't skoertje (=Met je arm om het meisje haar schouder wandelen) (Noordwijks)
  10. As ut hoi ut perd noalupt wil ut gevrète zien (=Als een meisje een jongen naloopt in plaats van andersom) (Zurriks)
  11. asset hoj et piëd noëlöp, wiltet gefraete wiëne!!! (=als een meisje een jongen naloopt.....) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. Ater 'ne ouwe sjtok is 't good sjoele. (WT) (=Als een meisje een oudere man trouwt met veel geld) (Mechels (NL))
  13. azzuë een oenjer (=een dom meisje of vrouw) (Meers)
  14. bis te wer ant sjanse. (WT) (=Een meisje proberen te versieren) (Mechels (NL))
  15. Biste wir an 't sjanse. (WT) (=Een meisje proberen te versieren) (Mechels (NL))
  16. brullende koei zèn zelden goei (=je bent beter af met een stil meisje) (Arendonks)
  17. da meske issun baomiskatje (=dat meisje is tenger uitgevallen) (Oudenbosch)
  18. da vos mokke, die vosse, die rosse (=dat roodharig meisje) (Willebroeks)
  19. da's 'n kaant nuver wichtje (=dat is een heel mooi meisje) (Westerkwartiers)
  20. da' s ' n echt nufke (=dat is een eigenwijs meisje) (Westerkwartiers)
  21. da' s wa ' n skier wichke (=Dat is een mooi meisje) (Twents)
  22. daddistureen mee mos achter de knieje (=een meisje met geld) (Oudenbosch)
  23. dae kump in het ossebook (=jongen die nog steeds geen meisje heeft) (Venloos)
  24. dao hétter wir get opgesjaard! (=wat een meisje heeft hij nu?) (Bilzers)
  25. Das 'n seutebees (=Dat is een simpel of schuchter meisje) (Bevers)
  26. das een seut (seutebees, seutemie) (=dat is een eenvoudig meisje) (Sint-Niklaas)
  27. das nogal e pateéken (=dat is een losbandig meisje) (Sint-Niklaas)
  28. Dat moidje het hoogwater. Gaat over een jongen met één broek, met te korte pijpen. (=Dat meisje heeft hoogwater (als je lange broek te kort of boven enkels was) .) (Westfries)
  29. dat wichtje het 'n baarg snöt ien 'e kop (=dat meisje is pienter) (Westerkwartiers)
  30. dat wichtje is nogal trugholl'nd (=dat meisje houdt zich op de vlakte) (Westerkwartiers)
  31. dat wichtje ken je niet zunner handschoen'n aanpakk'n (=dat meisje laat niet met zich sollen) (Westerkwartiers)
  32. dat wichtje zit ien de bongeljoar'n (=dat meisje zit in de puberteit) (Westerkwartiers)
  33. de duvejongen zitten op den boord van t'nest (=een meisje met haar borsten ver bloot) (Roeselaars)
  34. De kiekns zitten deur de stekkerdroad (=Dat meisje draagt geen beha) (Roeselaars)
  35. de reip d'r umlègke (=een meisje omarmen) (Weerts)
  36. Det heet e paar schoeën rûngelkes oppen haam (=Een meisje met mooie borstjes) (Weerts)
  37. Det is ein aafgelekde bóttram (=Een meisje dat veel jongens gehad heeft) (Venloos)
  38. det is geine pongel (=dat is een goed uitziend meisje) (Heels)
  39. det's ein motje (=meisje dat zwanger is voor het huwelijk die moet trouwen) (Venloos)
  40. Die deern' weet ok nog nie wat ze d' r op kriege zal, hoar of veeruh (=Dat meisje is nog lang niet volwassen) (Voorthuizens)
  41. die hat inne haan d'r kop aafgebieëte (=meisje of vrouw met lippenstift) (Sjeeter plat)
  42. die vant glaze kaske (=meisje dat niet vuil mag worden) (Olens)
  43. domme triene (=dom meisje) (Knesselaars)
  44. dozienegoeëd (=matig mooi meisje) (Veurns)
  45. dwoaze gèite (=scheldwoord tegen een dom meisje / vrouw) (Brugs)
  46. e bieke mee en hoemmelegat (=een meisje met een dik gat) (Diesters)
  47. e droef keun (=een ondeugend meisje) (Kortemarks)
  48. e joenge klette (=een jong meisje) (Veurns)
  49. e maske teige zaën gilei trekke (=dicht tegen een meisje aan dansen) (winksels)
  50. e perrek sjèkloat (=een mooi meisje) (diepenbeeks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen