30 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `luk`
- de vruchten van iets plukken (=het voordeel van iets hebben)
- die het geluk vindt, die mag het oprapen. (=geluk komt onverwachts)
- een geluk bij een ongeluk (=terwijl iets mis gaat, gaat iets anders goed)
- een ongeluk begaan (=zodanig kwaad zijn dat er `n ongeluk van komt)
- een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
- geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
- geld maakt niet gelukkig (=er is meer in het leven dan rijkdom)
- geluk en glas breekt even ras. (=geluk is niet vanzelfsprekend)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- het ene ongeluk kan niet op het andere wachten. (=ongeluk komt zelden alleen)
- het ene ongeluk roept het ander. (=ongeluk komt zelden alleen)
- het geluk komt in de slaap. (=geluk komt onverwachts)
- het geluk ligt in een klein hoekje (=geluk komt onverwachts)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=steeds verschillende baantjes hebben maar in geen enkel baantje succesvol zijn)
- je een ongeluk lachen (=hetzelfde als `In een deuk liggen`, niet meer bijkomen van het lachen)
- je kunt van een kale kikker geen veren plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- meer geluk dan wijsheid. (=dat was geluk hebben.)
- men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
- onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
- ongeluk komt zelden alleen (=een tegenslag wordt vaak gevolgd door nog meer problemen)
- ongelukkig in het spel gelukkig in de liefde (=wie tegenslag heeft in het spel heeft misschien wel geluk in de liefde)
- pluk de dag (Carpe diem) (=geniet van vandaag)
- pluk maar veren van een kikvors (=van een arme kan je niet veel geld eisen)
- scherven brengen geluk. (=dit zeg je om iemand zich minder schuldig te laten voelen)
- twaalf ambachten, dertien ongelukken (=wie telkens van beroep verandert, slaagt uiteindelijk nergens in)
- van een kale kip kun je niet plukken (=er valt niets te halen bij iemand die niets heeft)
- van twaalf ambachten en dertien ongelukken zijn (=telkens ander werk doen maar er bij geen van allen iets terecht brengen)
- zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
88 betekenissen bevatten `luk`
- zonder geluk vaart niemand wel (=alleen met hard werken komt men er niet, ook een beetje geluk is nodig om ergens te komen)
- we gaan geen ijsje eten (=alles mislukt)
- als de maan vol is schijnt ze overal (=als iemand gelukkig is, kan iedereen dat zien)
- wie veel begeert veel ontbeert (=altijd meer willen maakt ongelukkig)
- onder een gelukkig gesternte geboren zijn (=altijd voorspoed hebben en gelukkig zijn)
- er zijn geen rozen zonder doornen (=bij elk geluk is er ook verdriet)
- de koning te rijk zijn. (=bijzonder gelukkig zijn)
- op de boom verkopen (=boomvruchten verkopen voor ze geplukt zijn)
- die haring braadt niet (=dat (meestal geniepige) plannetje schijnt niet te lukken)
- dat was op het nippertje (=dat is maar net gelukt)
- meer geluk dan wijsheid. (=dat was geluk hebben.)
- daar kan niets van inkomen (=dat zal niet lukken)
- de aanval bloedt dood (=de aanval komt geleidelijk uit op een mislukking)
- driemaal is scheepsrecht (=de derde keer zal je wel gaan lukken)
- roet in het eten gooien (=de pret bederven of een plan laten mislukken)
- de baars vergallen (=de zaak laten mislukken)
- die vlieger gaat niet op (=die gedachte gaat niet lukken)
- om zeep brengen/helpen/zijn (=doden/mislukken)
- een ongeluk zit in een klein hoekje (=door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren)
- met vallen en opstaan (leren) (=door mislukkingen leren)
- voorkomen is beter dan genezen (=door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen)
- belofte is een hemd der dwazen (=een nietszeggende belofte kan toch tijdelijk gelukkig maken)
- een ongeluk komt te paard en gaat te voet (=een ongeluk is snel gebeurd, maar de gevolgen slepen lang aan)
- donkere morgens mooie dagen. (=een slecht begin hoeft geen mislukking te zijn)
- in de wolken zijn (=erg blij en gelukkig zijn)
- huizenhoog springen (=erg gelukkig zijn)
- op rozen zitten (=erg gelukkig zijn en goed hebben)
- je handen dichtknijpen (=erg veel geluk hebben)
- in het water vallen (=falen (een opzet, een voornemen, een plan), mislukken, niet doorgaan)
- de boon van de koek gekregen hebben (=geluk gehad hebben)
- geluk en glas breekt even ras. (=geluk is niet vanzelfsprekend)
- mooie liedjes duren niet lang (=geluk is van korte duur)
- het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
- het geluk komt in de slaap. (=geluk komt onverwachts)
- die het geluk vindt, die mag het oprapen. (=geluk komt onverwachts)
- het geluk ligt in een klein hoekje (=geluk komt onverwachts)
- men heeft het geluk zo vast als een handvol vliegen. (=geluk komt onverwachts en kan zo weer gaan)
- geluk is de kunst een boeket te maken van de bloemen waar je bij kunt (=gelukkig leven met de gegeven mogelijkheden/beperkingen)
- geen geluk zonder druk. (=gelukkig wordt je niet zonder er moeite voor te doen)
- ruim zijn aandeel in `s werelds lief en leed gehad hebben (=genoeg geluk en tegenslagen gekend hebben)
- zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet (=handel voorzichtig, dan mislukt het niet)
- een Homerisch gelach (=harde en gemene lach om het ongeluk, de mislukking of de handicap van tegenstrevers.)
- kijken alsof hij zijn laatste oortje versnoept heeft (=heel ongelukkig kijken)
- er zonder kleerscheuren afkomen (=helemaal niets mankeren na een ongeluk)
- de gekken krijgen de beste kaarten (=het geluk is met de dommen)
- het leven is net een krentenbol, met af en toe een hard stukje (=het leven is niet een en al geluk maar kent soms ook tegenslag)
- schipbreuk lijden (=het niet tot zijn doel geraken / mislukken)
- de duivel schijt altijd op de grootste hoop (=het ongeluk treft meestal degenen die al in moeilijkheden verkeren.)
- het gaat hem/haar voor de wind (=hij/zij heeft geluk)
- met de beste wil van de wereld (=hoe graag ik het ook wil, het zal niet lukken)
5 dialectgezegden bevatten `luk`
- Dat is ook den duzendste luk (=Dat is erg toevallig) (Noorderkempisch)
- de oor'n luk kort an 'n kop hebb'n zitt'n (=lichtgeraakt zijn) (Twents)
- Hi-j is luk sloerig in de rakkert (=Hij voelt zich niet zo lekker.) (Achterhoeks)
- loop ' s ' n luk an (=loop eens wat vlugger) (Twents)
- luk ên oend up ê zieke koe (=Verdwaasd) (Langemarks)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook:
- vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
- Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen