Spreekwoorden met `liegt`

Zoek

5 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `liegt`

  1. als de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit (=armoede betekent vaak het einde van vriendschappen en relaties)
  2. het geluk vliegt; wie het vangt die heeft het. (=geluk kan zo maar komen en zo weer gaan)
  3. van verre liegt men veel. (=vreemden kunnen makkelijk liegen omdat het niet te controleren is)
  4. vliegt de blauwvoet storm op zee (=leuze van de Vlaamse nationalisten (ontleend aan Conscience))
  5. wie liegt bedriegt. (=wie een leugen vertelt doet ook andere dingen die niet mogen)

46 dialectgezegden bevatten `liegt`

  1. , ne leugenjeir (=een man die liegt) (Sint-Niklaas)
  2. ‘t stoat een griuët kruis op a viuëriuëft (=je liegt) (Kaprijks)
  3. ' n leugenoar moet ' n best geheug' n hemm' n (=iemand die veel liegt moet goed kunnen onthouden) (Westerkwartiers)
  4. ai nog us i- ens zo liegt heloof k je nie mi (=liegen) (Zeeuws)
  5. aske liegt, gouje nor d’élle (=wie liegt gaat naar de hel) (Meers)
  6. daaj ès vanner leste lieëge nog nie gebarste (=ze liegt altijd) (Munsterbilzen - Minsters)
  7. daan kan zen klak oept woater smaate en deronder springe (=over iemand die liegt en overdrijft) (Diesters)
  8. dae deed niks aanestër as tieëge de klippe op liege, tottër zwat ziet (=hij liegt ontzettend veel en aan één stuk door) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. dae is van zien ieërste läöge neet gebarste (=verschrikkelijke leugenaar; liegt alles bij elkaar) (Heitsers)
  10. dae lieg dattet geen aordeghèts mei ès (=hij liegt dat het niet meer mooi is) (Munsterbilzen - Minsters)
  11. de liegs daste zwat wiës (=ik zie het aan je ogen dat je liegt) (Bilzers)
  12. de liegs totste zwat zies (=je liegt tot je zwart ziet) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. de rook slagt d'r uut (=je liegt dat je barst!) (Westerkwartiers)
  14. den doemp kump ëm aoën zën auren aut (=hij liegt tot hij zwart wordt) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. die liegt dat ei zwart ziet (=iemand die voortdurend liegt) (Sint-Niklaas)
  16. die liegt dattie zwart ziet (=iemand die liegt) (Gastels)
  17. dië zoigt alles oit zaaine groëten tiën (=iemand die liegt) (Antwerps)
  18. die zuigdalles uit zènnen groten teen (=iemand die voortdurend liegt) (Sint-Niklaas)
  19. du kriegs ein zwart kruutske veur diene kop (=jij liegt) (Venloos)
  20. e lieëgt dat schowte gift (=hij liegt hard) (Veurns)
  21. e liegt dat spettert (=hij liegt veel) (Veurns)
  22. een leugenas (=een vrouw die liegt) (Sint-Niklaas)
  23. er lieg datter zwat ziet (=hij liegt dat het kraakt) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. ge liegt dat tswart ziet (=dat is helemaal niet waar) (Oudenbosch)
  25. hae lieg dattër zwat ziet (=hij liegt hard) (Munsterbilzen - Minsters)
  26. hae lieg dattêt nimei sjaun ès (=hij liegt overdreven veel) (Munsterbilzen - Minsters)
  27. hae lieg tieëge de klippen op (=hij liegt tot hij zwart wordt) (Munsterbilzen - Minsters)
  28. hae steet doeë te liege dattet nimei sjaun ès (=hij liegt tot hij zwart wordt) (Munsterbilzen - Minsters)
  29. hij ís van 'e eerste leug'n niet borst'n (=hij liegt nog al eens een keer) (Westerkwartiers)
  30. hij lugt dat 'er barst (=hij liegt dat het gedrukt staat) (Westerkwartiers)
  31. hij lugt of 't drukt stijt (=hij liegt met een stalen gezicht) (Westerkwartiers)
  32. hij lugt, dat d'r rook boov'm zien kop hangt (=hij liegt alsof het gedrukt staat) (Westerkwartiers)
  33. ie lie:gt ut (=je liegt het) (Lutters)
  34. Ie lie' gt ut (=Je liegt het) (Sallands)
  35. ie liegt dattie 't zelve geluuëft (=hij liegt doelbewust) (Waregems)
  36. ij ee van’t lieën iuëk gieën broerken diuët (=hij liegt altijd) (Kaprijks)
  37. ij liegt dat' gedrukt stoat (=hij liegt met overtuiging) (Brakels)
  38. ij zal van de leste leuge nie doodgaon (=hij liegt altijd) (Oudenbosch)
  39. j'is weer bloasjes ant wiesmaakn (=hij liegt) (Ostêns)
  40. Je ben(t) van de eerste leuguh niet gebaerste/gebarstuh! (=u / jij liegt continu , ik word er moe van !) (Utrechts)
  41. je gift de waoreid ne vroenk (=hij liegt) (Kortemarks)
  42. je gift de woarheid ne vroenk (=hij liegt) (Lichtervelds)
  43. je kan liegn dat ne frang is, je liegt da ze gat gloejt (=hij kan goed liegen) (Kortemarks)
  44. Je liegt daje zwart ziet (=Leugens vertellen) (Iepers)
  45. men aure beginne te fleete (=je liegt) (Bilzers)
  46. ze liegt dat eur neuze krult (=ze liegt veel) (kortemarks)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen