Spreekwoorden met `lichte`

Zoek

15 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `lichte`

  1. de deksel van de pot aflichten. (=bekendmaken wat voorheen verborgen was)
  2. de hand met iets lichten (=niet scherp opletten, het niet te streng nemen)
  3. de hielen lichten (=weggaan)
  4. de lade lichten (=geld uit de lade halen)
  5. een beentje lichten (=doen struikelen (letterlijk of figuurlijk))
  6. een tipje van de sluier oplichten (=een klein stukje van het onbekende onthullen)
  7. het anker lichten (=ergens vertrekken, weggaan en verder reizen)
  8. iemand de beurs lichten (=van iemand geld stelen/afhandig maken)
  9. iemand de voet lichten (=iemand op gemene manier de baan afnemen)
  10. iemand pootje lichten (=iemand doen struikelen)
  11. iemand uit bed lichten (=iemand `s nachts laten opstaan)
  12. iemand uit het zadel lichten (=iemand zijn positie doen verliezen, iemand ontslaan)
  13. iemands doopceel lichten (=zeer uitgebreid vertellen/uitzoeken wie iemand is en wat die in het verleden allemaal gedaan heeft)
  14. je anker kappen/lichten (=er met spoed vandoor gaan)
  15. uit het zadel lichten (=zijn rang of stand of betrekking doen verliezen)

6 betekenissen bevatten `lichte`

  1. aan zijn neus hangen (=hem inlichten)
  2. wat baten kaars en bril als de uil niet zien en lezen wil (=het is vruchteloos iemand te willen voorlichten als hij dat niet wil)
  3. iemand een oor aannaaien (=iemand oplichten)
  4. appels voor citroenen verkopen (=iemand oplichten.)
  5. appelen/knollen voor citroenen verkopen (=oplichten, bedriegen)
  6. over land en zand praten (=over lichte onbeduidende dingen praten)

24 dialectgezegden bevatten `lichte`

  1. 't zevërt (=er valt lichte regen) (Munsterbilzen - Minsters)
  2. 't zwore wark mu-j peerd loatn doe en veur 't lichte mu-j oe waren. (=oppassen dat je niet te veel doet) (Vechtdals)
  3. (Ge zijt) een zot gat (=Een lichte vrouw zijn) (Bambrugs)
  4. dae kan raajmen en dichte zonder zen aaterste op te lichte (=dat is een flutjesdichter (rijmelaar) ) (Bilzers)
  5. daor oefde oew koont toch mar eve vor op te lichte (=dat is toch geen moeite) (Oudenbosch)
  6. de naach beheirt sjelme en lichte vrolaaj (='s nachts behoor je in je bed te zijn) (Bilzers)
  7. dee kan rijme en dichte zonder ze gat oep te lichte (=Iemand die doet alsof hij alles kan) (Walshoutems)
  8. doë hoeste zen K. nog nie vër op te lichte (=dat is een kleine moeite) (Munsterbilzen - Minsters)
  9. eje meje hat bloat helehe (=als iemand een lichte verkoudheid heeft) (Koksijds)
  10. er valt wa gremelink (=er valt wat lichte sneeuw) (Meers)
  11. hae ès te vaul vër zen kloete op te lichte (=hij is lui, luier gaat niet!) (Munsterbilzen - Minsters)
  12. ich hëb ne krets èn mën kael (=ik heb lichte keelpijn) (Munsterbilzen - Minsters)
  13. ie koomd achtre (=hij volgt wel (met lichte achterstand) ) (Waregems)
  14. iemëd peitsje lichte (=iemand onderuit halen) (Munsterbilzen - Minsters)
  15. In de lichte (=In het licht) (Onze-Lieve-Vrouw-Waver)
  16. op tijd zen vasse lichte (=bij tijds er van doorgaan) (Munsterbilzen - Minsters)
  17. stèksel van de grip (=mysterieuze ziekte met lichte griepsymptomen) (Rotselaars)
  18. tes maar 't fernis af (=lichte schrammen op de huid) (Knesselaars)
  19. zë peitsjë lichte (=een plasje maken) (Munsterbilzen - Minsters)
  20. zën been lichte (=wat gaan verrichten) (Munsterbilzen - Minsters)
  21. zën k... lichte (=opstaan, iets gaan doen) (Munsterbilzen - Minsters)
  22. zen vitsjes lichte (=zijn benen optrekken) (Munsterbilzen - Minsters)
  23. zëne stat lichte en de voër op (=vlug de benen nemen) (Munsterbilzen - Minsters)
  24. ziek zin ès slaeg vër de gezondheid (=ook een lichte verkoudheid kan erger worden) (Munsterbilzen - Minsters)


Bronnen

De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.

Zie ook:
  • vaartips.nl Ruim 300 woorden, zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • debinnenvaart.nl Nog eens honderden zegswijzen en uitdrukkingen met een maritieme achtergrond
  • Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlandse vertalingen